Op 8 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen. De zaak kwam voort uit een onderzoek dat begon op 10 februari 2022, toen de politie een auto volgde die op naam stond van een Albanese vrouw. De auto werd gevolgd naar een woning waar verdachte en medeverdachten aanwezig waren. In de woning werden aanzienlijke geldbedragen aangetroffen, waaronder €83.000,- en €2.600,-. De verdachte verklaarde dat het geld afkomstig was van zijn vader, die een lening had afgesloten in Albanië, maar deze verklaring werd door de rechtbank niet als verifieerbaar beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet in staat was om een concrete verklaring te geven voor de herkomst van het geld, wat leidde tot de conclusie dat het geld afkomstig was uit een misdrijf. De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het witwassen van een geldbedrag van €85.600,- in vereniging met anderen. De officier van justitie had een gevangenisstraf van zeven maanden geëist, maar de rechtbank legde een straf op van zes maanden, rekening houdend met de ernst van het delict en de omstandigheden van de verdachte.