Op 8 juni 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen. De verdachte, geboren in 1993 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, werd verdacht van het voorhanden hebben van een geldbedrag van €85.600,-, dat vermoedelijk afkomstig was uit een misdrijf. Tijdens de zitting op 25 mei 2022 heeft de officier van justitie, mr. M. Lommers, de vordering ingediend, terwijl de verdediging, vertegenwoordigd door mr. G.I. Roos en mr. D.M. Moes, pleitte voor vrijspraak. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 10 februari 2022 in Amsterdam werd aangehouden na een politiecontrole van een auto waarin hij zich bevond. In de auto werd een verborgen ruimte aangetroffen en bij de verdachte werd een huissleutel gevonden die leidde naar een woning waar ook geldbedragen werden aangetroffen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte geen min of meer verifieerbare verklaring had gegeven voor de herkomst van het geld, ondanks dat hij een verklaring had gegeven dat het geld bestemd was voor autohandel. De rechtbank concludeerde dat het geld afkomstig was uit een misdrijf en dat de verdachte dit wist. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en werd het in beslag genomen geld verbeurd verklaard.