Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[veroordeelde] ,
Procesgang
Beoordeling
Beslissing
de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel wordt voortgezet.
Rechtbank Amsterdam
De Rechtbank Amsterdam heeft op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voortzetting van de ISD-maatregel voor een veroordeelde, die eerder op 9 juli 2020 was opgelegd voor de duur van twee jaren. De zaak betreft een tussentijdse toetsing van deze maatregel, aangevraagd door de raadsman van de veroordeelde, mr. M. de Reus. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende stukken, waaronder een rapport van de deskundige en een uittreksel Justitiële Documentatie. Tijdens de openbare zitting zijn de officier van justitie, de veroordeelde, zijn raadsman en een deskundige gehoord.
Uit het rapport blijkt dat het ISD-traject van de veroordeelde aanvankelijk goed verliep, maar dat hij zich na negen maanden aan het toezicht heeft onttrokken. De veroordeelde heeft aangegeven geen hulpverlening te willen na de ISD-maatregel, wat de deskundige bevestigde. De rechtbank oordeelde dat de voortzetting van de ISD-maatregel noodzakelijk is, gezien het hoge recidiverisico en de onwilligheid van de veroordeelde om mee te werken aan aangeboden trajecten. De rechtbank concludeerde dat beëindiging van de maatregel zou leiden tot beloning van slecht gedrag en dat de beveiliging van de maatschappij voorop staat.
De rechtbank heeft daarom besloten de tenuitvoerlegging van de ISD-maatregel voort te zetten, met inachtneming van artikel 6:6:14 van het Wetboek van Strafvordering. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken op 25 mei 2022.