Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de reactie van de man op de pleitnotitie namens de vrouw, voorzien van aanvullende producties;
- de reactie van de vrouw op de pleitnota van de man.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 juni 2022 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die op 22 juni 2015 in Heiloo zijn gehuwd. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.E. Sprenkeling, heeft op 22 september 2021 een verzoekschrift tot echtscheiding ingediend. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. C.S.M. Ruijgrok, heeft hierop gereageerd met een verweerschrift en zelfstandig verzoek. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 mei 2022, waarbij beide partijen en hun advocaten aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft de echtscheiding uitgesproken. Tevens is bepaald dat de hoofdverblijfplaats van het minderjarige kind bij de vrouw zal zijn. De rechtbank heeft een zorgregeling vastgesteld waarbij het kind om de week bij de man verblijft, en heeft de man verplicht tot het betalen van een kinderbijdrage van € 425,-- per maand en een partnerbijdrage van € 102,-- per maand aan de vrouw.
Daarnaast heeft de rechtbank de verdeling van de ontbonden gemeenschap van goederen behandeld. De woning van partijen zal worden verkocht aan een derde, met een gelijke verdeling van de netto verkoopopbrengst. De rechtbank heeft ook de verdeling van bankrekeningen, contant geld en inboedel geregeld, en bepaald dat ieder zijn eigen studieschuld voor zijn rekening neemt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen kunnen binnen drie maanden hoger beroep instellen.