Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Vrijspraak
5.Waardering van het bewijs
6.Bewezenverklaring
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straf en maatregelen
d.d. 10 mei 2022 waaruit blijkt dat verdachte al eerder is veroordeeld voor diverse vermogens- en geweldsdelicten. Zo is verdachte op 15 mei 2020 veroordeeld tot de gedragsbeïnvloedende maatregel. Op 15 maart 2022 is hij veroordeeld tot een onvoorwaardelijke jeugddetentie van 125 dagen in verband met een straatroof, mishandeling, opzetheling en vernieling. Hierdoor houdt de rechtbank rekening met artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht.
- de rapportage Pro Justitia van 3 mei 2022 opgemaakt door G.C.G.M. Broekman , Kinder- en Jeugdpsychiater;
- de rapportage Pro Justitia van 3 mei 2022 opgemaakt door R.M.C. Hoogstraten, GZ- psycholoog;
- het Raadsrapport opgemaakt op 13 mei 2022;
- het rapport van JBRA opgemaakt op 16 mei 2022.
psycholoog en psychiaterkomen tot de volgende conclusie.
kans zal zijn voor verdachte om zich in positieve zin te gaan ontwikkelen. Wat betreft de strafrechtelijke afdoening wordt daarom geadviseerd om onderzochte te behandelen en te begeleiden in het kader van de maatregel onvoorwaardelijke PIJ omdat dit kader hem de beste ontwikkelingskansen biedt en alternatieven niet voldoen om in het bijzonder de recidivekans te verminderen. Er wordt een onvoorwaardelijke PIJ-maatregel geadviseerd omdat een lichtere vorm van een strafrechtelijk kader niet meer als haalbaar/geïndiceerd wordt geacht. Hierbij wordt benadrukt dat een voorwaardelijk strafkader voor behandeling niet haalbaar wordt geacht.
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
12 (twaalf) maanden.
de maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen.
[benadeelde partij 3 / aangever]gedeeltelijk toe tot € 3.518,- (zegge: drieduizend vijfhonderd en achttien euro), waarvan € 18,- (zegge: achttien euro) voor materiële schade en € 3.500,- (zegge: drieduizend vijfhonderd euro) uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 31 januari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening.
[benadeelde partij 2]gedeeltelijk toe tot € 3.885,- (zegge: drieduizend achthonderd en vijfentachtig euro), waarvan € 385,- (zegge: driehonderd vijfentachtig euro) voor materiële schade en € 3.500,- (zegge: drieduizend vijfhonderd euro) uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 31 januari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening.
[aangever 2]in zijn vordering niet-ontvankelijk is.
[benadeelde partij 1]gedeeltelijk toe tot € 1.000,- (zegge: duizend euro), bestaande uit immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 3 januari 2022 tot aan de dag van de algehele voldoening.
[benadeelde partij 4/aangever]af.