ECLI:NL:RBAMS:2022:3120

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 juni 2022
Publicatiedatum
7 juni 2022
Zaaknummer
C/13/717978 / FA RK 22-3185
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 30 mei 2022, is een machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel verleend op verzoek van de officier van justitie. De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1978, die verblijft in een GGZ-instelling in Amsterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, veroorzaakt door een psychische stoornis, specifiek psychotische decompensatie in het kader van schizofrenie. De rechtbank heeft geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De betrokkene verzet zich tegen deze zorg, maar de rechtbank concludeert dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn die hetzelfde effect kunnen bereiken. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 20 juni 2022. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en schriftelijk uitgewerkt op 7 juni 2022. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/717978 / 22-3185
kenmerk: VCM / IND / 79075
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 30 mei 2022naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene],
geboren op [geboortedatum] 1978,
wonende te [woonplaats] , [adres] ,
verblijvende te Amsterdam, GGZ inGeest, locatie [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.E. Menick.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 27 mei 2022, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 26 mei 2022 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 30 mei 2022 in de accommodatie van GGZ inGeest, locatie [verblijfplaats] . De rechtbank heeft de volgende personen gehoord:
-betrokkene;
-bovengenoemde advocaat;
-J. Gehros, arts.
Omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is, is de officier van justitie niet ter zitting verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in;
-levensgevaar;
-ernstig lichamelijk letsel;
-maatschappelijke teloorgang.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van psychotisch decompensatie in het kader van schizofrenie. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
  • toedienen van vocht en voeding;
  • toedienen van medicatie;
  • verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.3.
Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Anders dan de advocaat is de rechtbank van oordeel dat geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. De arts heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat gestart is met nieuwe medicatie waarvan het effect nog moet worden afgewacht. Daarnaast moet nog een gesprek plaatsvinden met de behandelaren van het FACT-team om de huidige situatie te evalueren en afspraken te maken over de vervolgbehandeling. Volgens de arts hebben de behandelaren van het FACT-team aangedrongen op een verplicht kader omdat voor deze opname sprake was van een moeizame behandelrelatie, waardoor de situatie ernstiger is geworden. De rechtbank is van oordeel dat een behandeling op vrijwillige basis op dit moment niet haalbaar is.
2.4.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedatum] 1978, voor zover het de in rechtsoverweging 2.2 genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 20 juni 2022;
Deze beschikking is op 30 mei 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door M. Amarki als griffier en op 7 juni 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.