In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 3 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. van Andel, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door mr. S. Elfert. Eiseres had beroep ingesteld tegen het besluit van het Uwv, dat haar arbeidsongeschiktheid op 58,30% had vastgesteld. Eiseres was eerder werkzaam als treasury assistent en later als user experience tester, maar meldde zich in 2013 ziek wegens stressklachten. Na verschillende ziekmeldingen en een herbeoordeling van haar WIA-uitkering, heeft het Uwv in oktober 2021 het bezwaar van eiseres gegrond verklaard, maar haar arbeidsongeschiktheid op 58,30% vastgesteld. Eiseres was van mening dat de urenbeperking onjuist was vastgesteld en dat zij niet in staat was om 30 uur per week te werken.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op een zitting op 17 mei 2022, waar eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren. De rechtbank heeft overwogen dat het onderzoek door de verzekeringsarts bezwaar en beroep zorgvuldig is geweest en dat de rapporten waarop het Uwv zijn besluit heeft gebaseerd aan de vereisten voldoen. De rechtbank concludeert dat het Uwv terecht heeft geoordeeld dat eiseres voor 58,30% arbeidsongeschikt is en verklaart het beroep ongegrond. Eiseres krijgt geen gelijk en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten of vergoeding van het griffierecht.