ECLI:NL:RBAMS:2022:3060

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 mei 2022
Publicatiedatum
2 juni 2022
Zaaknummer
13/751073-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot verlenging van de termijn voor feitelijke overlevering in verband met bijzondere omstandigheden

Op 27 mei 2022 heeft de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam de verlenging van de gevangenhouding gevorderd van de opgeëiste persoon, geboren in 1977 te Polen, die thans gedetineerd is in Justitieel Complex Scheveningen. De raadsman van de opgeëiste persoon, mr. H.K. Jap-a-Joe, heeft aangevoerd dat de vordering tot verlenging van de gevangenhouding dient te worden afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheid is die de gevraagde verlenging rechtvaardigt. De officier van justitie stelt echter dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die het niet mogelijk maken om de feitelijke overlevering binnen de gestelde termijn te laten plaatsvinden, zoals bedoeld in artikel 35 lid 2 van de Overleveringswet (OLW). De rechtbank overweegt dat er weliswaar sprake is van een ernstige medische toestand van de opgeëiste persoon, die het transport naar Polen bemoeilijkt, maar dat deze omstandigheden op voorhand voorzienbaar waren. Daarom is er geen sprake van een onverwachte gebeurtenis die een bijzondere niet op voorhand voorzienbare omstandigheid oplevert. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de verlenging van de termijn voor feitelijke overlevering rechtvaardigen en wijst het verzoek tot verlenging van de gevangenhouding af.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM,
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Parketnummer: 13/751073-21
BESLISSING AFWIJZING VORDERING VERLENGING GEVANGENHOUDING
Op 27 mei 2022 heeft de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam de verlenging van de gevangenhouding gevorderd van de opgeëiste persoon:

[opgeëiste persoon]

geboren op [geboortedag] 1977 te [geboorteplaats] (Polen)
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande
thans gedetineerd in Justitieel Complex Scheveningen te [plaats].
Op 27 mei 2022 zijn in raadkamer gehoord de officier van justitie en de raadsman van de opgeëiste persoon.
De raadsman van de opgeëiste persoon, mr. H.K. Jap-a-Joe heeft onder meer aangevoerd dat de vordering tot verlenging van de gevangenhouding dient te worden afgewezen nu zich geen bijzondere omstandigheid voordoet die de gevraagde verlenging rechtvaardigt.
De officier stelt zich op het standpunt dat de termijn voor feitelijke overlevering kan worden toegewezen op grond van artikel 35 lid 2 van de Overleveringswet (OLW) nu hier sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het niet mogelijk was de feitelijke overlevering binnen de in het eerste lid gestelde termijn van dit artikel te laten plaatsvinden.
De rechtbank overweegt als volgt. Weliswaar is in het onderhavige geval sprake van een ernstige medische toestand van betrokkene die het transport van de opgeëiste persoon naar in dit geval Polen heeft bemoeilijkt. De opgeëiste persoon was reeds opgenomen in het ziekenhuis ten tijde van de aanhouding voor het EAB waarvoor nu overlevering dient plaats te vinden. In die zin had op voorhand kunnen worden voorzien dat de gestelde transportproblemen zich voor zouden gaan doen. Daarom is geen sprake van een zodanig onverwachte gebeurtenis dat sprake is van een bijzondere niet op voorhand voorzienbare omstandigheid als bedoeld in artikel 35 lid 2 OLW. Dat brengt de rechtbank tot het oordeel dat geen sprake is van een bijzondere omstandigheid als bedoeld in de wet. De rechtbank zal daarom het verzoek om verlenging van de termijn voor de feitelijke overlevering afwijzen.

BESLISSING:

WIJST AF de vordering verlenging gevangenhouding;

Deze beslissing is genomen op 27 mei 2022 door:
mr. A.J.R.M. Vermolen rechter,
in tegenwoordigheid van mr. G. Alagöz griffier.
mr. A.J.R.M. Vermolen, rechter
mr. G. Alagöz, griffier