ECLI:NL:RBAMS:2022:3060
Rechtbank Amsterdam
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging van de termijn voor feitelijke overlevering in verband met bijzondere omstandigheden
Op 27 mei 2022 heeft de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam de verlenging van de gevangenhouding gevorderd van de opgeëiste persoon, geboren in 1977 te Polen, die thans gedetineerd is in Justitieel Complex Scheveningen. De raadsman van de opgeëiste persoon, mr. H.K. Jap-a-Joe, heeft aangevoerd dat de vordering tot verlenging van de gevangenhouding dient te worden afgewezen, omdat er geen bijzondere omstandigheid is die de gevraagde verlenging rechtvaardigt. De officier van justitie stelt echter dat er sprake is van bijzondere omstandigheden die het niet mogelijk maken om de feitelijke overlevering binnen de gestelde termijn te laten plaatsvinden, zoals bedoeld in artikel 35 lid 2 van de Overleveringswet (OLW). De rechtbank overweegt dat er weliswaar sprake is van een ernstige medische toestand van de opgeëiste persoon, die het transport naar Polen bemoeilijkt, maar dat deze omstandigheden op voorhand voorzienbaar waren. Daarom is er geen sprake van een onverwachte gebeurtenis die een bijzondere niet op voorhand voorzienbare omstandigheid oplevert. De rechtbank concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die de verlenging van de termijn voor feitelijke overlevering rechtvaardigen en wijst het verzoek tot verlenging van de gevangenhouding af.