Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Parketnummers vorderingen tul: 08/206735-20 en 08/298102-19
1.Het onderzoek ter terechtzitting
mr. I. Barendregt, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. I.R. Rigter, naar voren hebben gebracht.
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
“ik kan de spullen teruggeven, ik roep mijn vriend”. Deze verklaringen van aangever vinden bevestiging in het volgende. Verdachte heeft verklaard de goederen te hebben weggenomen en in een tas te hebben gedaan, welke tas hij buiten had neergezet. Na de aanhouding van verdachte zijn de weggenomen goederen en/of de tas van verdachte echter niet in de buurt van de plaats delict aangetroffen. Die omstandigheid maakt het zeer aannemelijk dat er een tweede persoon betrokken was, die er met gestolen goederen vandoor is gegaan. Op basis van het voorgaande stelt de rechtbank vast dat sprake moet zijn geweest van een (onbekend gebleven) mededader, en bij gebreke van een verklaring van verdachte omtrent de taakverdeling gaat de rechtbank er vanuit dat tussen verdachte en de onbekend gebleven mededader sprake is geweest van een nauwe en bewuste samenwerking in de zin van medeplegen.
“Toen kwam die man en had ik het mes in mijn handen.”De aangever heeft verklaard dat hij zag dat verdachte het mes in zijn handen had. Door de verbalisanten is waargenomen dat er een mes buiten naast de toegangsdeur lag, volgens aangever waren zij door de worsteling buiten beland. De rechtbank concludeert op grond daarvan dat bewezen is dat verdachte een mes in zijn handen heeft vastgehouden tijdens de worsteling. Dat verdachte ook stekende bewegingen heeft gemaakt met het mes acht de rechtbank niet bewezen, omdat dit niet uit het dossier blijkt.
5.Het bewijs
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van verdachte
8.Plaatsing in een inrichting voor stelselmatige daders
[naam reclasseringswerker] , verbonden aan GGZ Fivoor te Den Haag, als deskundige gehoord. Zij heeft haar advies gehandhaafd en nader toegelicht.
9.Het beslag
10.Afwijzen vordering tot tenuitvoerlegging voorwaardelijke veroordeling
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[naam verdachte]daarvoor strafbaar.
maatregel tot plaatsing in een inrichting voor stelselmatige dadersvoor de duur van twee jaar.