1.3.Met het bestreden besluit heeft verweerder het bezwaar van eiser gegrond verklaard en besloten het primaire besluit te herroepen en alsnog over te gaan tot openbaarmaking van een aantal documenten. Verweerder heeft in het bestreden besluit volstaan met een motivering die is onderverdeeld in veertien categorieën. Het gaat om de categorieën ‘informatiepositie’, ‘informatiebronnen’, ‘persoonsgegevens’, ‘strategie en toe te passen werkwijzen’, ‘communicatiestrategie’, ‘scenario's’, ‘inzetgegevens personeel’, ‘inzetgegevens materieel’, ‘logistieke zaken’, ‘rechtstreekse contactgegevens’, ‘feedback en evaluaties’, ‘bij de aangelegenheid betrokken rechtspersonen’, ‘persoonlijke beleidsopvattingen’ en ‘niet openbaar’. Verweerder heeft per categorie vermeld welke weigeringsgrond(en) aan de openbaarmaking van (een) document(en) in de weg staat. Verweerder heeft zich hierbij beroepen op de weigeringsgronden van artikel 10, tweede lid, onder c, d, e en g en artikel 11, eerste lid, van de Wob.
2. Eiser betoogt – samengevat – dat het bestreden besluit niet voldoet aan de minimale zorgvuldigheidsvereisten doordat nauwelijks wordt ingegaan op de bezwaargronden en verweerder de motivering niet relateert aan specifieke documenten waarin de informatie is geweigerd. Eiser stelt verder dat verweerder geen gedegen belangenafweging heeft gemaakt per toegepaste weigeringsgrond en dat verweerder ten onrechte het belang van de opsporing en vervolging van strafbare feiten, het belang van inspectie, controle en toezicht door bestuursorganen, het belang van de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer en het belang van het voorkomen van onevenredige benadeling van bij de aangelegenheid betrokken rechtspersonen zwaarder heeft laten wegen dan het algemene belang bij openbaarmaking van de verzochte gegevens. Hieraan legt eiser met name ten grondslag dat niet aannemelijk wordt gemaakt dat openbaarmaking van de informatie kan leiden tot calculerend gedrag van de bij de manifestatie betrokken personen. Dit is volgens eiser slechts een ongefundeerde aanname. Ook heeft eiser specifieke gronden aangevoerd gericht op een aantal (deels) geweigerde documenten en heeft eiser de rechtbank daarnaast verzocht om alle informatie die op grond van artikel 11, eerste lid, van de Wob door verweerder is geweigerd te toetsen.
3. Voor het gehanteerde juridisch kader verwijst de rechtbank naar de bijlage die aan deze uitspraak is gehecht en hiervan deel uitmaakt.
Het oordeel van de rechtbank
4. Ter zitting heeft eiser zijn beroepsgrond gericht tegen het niet openbaar maken van het aantal arrestanten bij de betreffende demonstratie ingetrokken. Ter zitting heeft verweerder onderkend dat in de documenten 36 en 38 van de inventarislijst ten onrechte de namen van een aantal woordvoerders niet openbaar zijn gemaakt. Het gaat hier om personen die vanuit hun functie in de openbaarheid treden. Deze namen hadden volgens verweerder daarom wel openbaar moeten worden gemaakt. Verweerder heeft om die reden ter zitting toegezegd deze namen alsnog openbaar te maken. Dit heeft verweerder na de zitting vervolgens ook gedaan. Gelet op het voorgaande is het beroep reeds gegrond.
Beoordeling van de documenten
5. De rechtbank heeft met toepassing van artikel 8:29, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht kennisgenomen van de vertrouwelijk overgelegde stukken. Teneinde te beoordelen of de gegevens hier voorliggend terecht door verweerder zijn geweigerd, heeft de rechtbank een uitgebreide steekproef gedaan.
De weigeringsgronden van artikel 10, tweede lid, van de Wob