Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Beoordeling van het onder 1 en 2 ten laste gelegde
5.Beoordeling van het onder 3 ten laste gelegde
- de bekennende verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 11 mei 2022;
- het proces-verbaal van aangifte met nummer PL1300-2021165449-5 van 14 augustus 2021, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant] , doorgenummerde pag. B126-B134 inhoudende de aangifte van [slachtoffer 3] en foto’s van het letsel
6.Beoordeling van het onder 4 ten laste gelegde
7.Bewezenverklaring
8.Strafbaarheid van de feiten
9.Strafbaarheid van verdachte
10.Motivering van de straf
first offenders.
first offender– een werkstraf/ onvoorwaardelijke jeugddetentie zal worden opgelegd van 60 uren, dan wel dienovereenkomstige jeugddetentie. Strafverzwarende omstandigheden kunnen aanleiding zijn de strafmaat naar boven te wijzingen. Iedere strafverzwarende omstandigheid geldt daarbij in beginsel voor 60 uur werkstraf dan wel 1 maand jeugddetentie. In het onderhavige geval gelden als strafverzwarende omstandigheden:
- letsel;
- bedreiging met een wapen;
- georganiseerd karakter van de groep.
van 31 maart 2022 waaruit blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld. Hij zal dan ook worden aangemerkt als
first offender.
- het briefrapport van de Raad van 4 mei 2022;
- het rapport van JBRA van 29 april 2022.
11.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
13.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
werkstraf voor de duur van
60 (zestig) uren,nietten uitvoer zal worden gelegd, tenzijde rechter later anders mocht gelasten.
30 (dertig) dagen.
proeftijd vast op 2 (twee) jaren onder de algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
proeftijd vast op 1 (één) jaar onder de bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich houdt aan het rooster van school;
- zijn medewerking verleent aan de betrokken hulpverlening en aanvullende hulpverlening, mocht JBRA dit nodig achten;
- meewerkt aan het vinden en vasthouden van een positieve vrijetijdsbesteding en/of een bijbaan.
de benadeelde partij [slachtoffer 3], te dezen wettelijk vertegenwoordigd door zijn moeder, mw. [naam 4] , bijgestaan door mw. mr. S. Bijl,
toe tot een bedrag van € 793,00 (zevenhonderdendrieënnegentig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 13 augustus 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening, waarvan € 459,66 (vierhonderdennegenenvijftig euro en zesenzestig eurocent) voor materiële schade en € 333,33 (driehonderdendrieëndertig euro en drieëndertig eurocent) voor immateriële schade.
aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 3] , te betalen de som van €
793,00(zevenhonderdendrieënnegentig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 13 augustus 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening, waarvan € 459,66 (vierhonderdennegenenvijftig euro en zesenzestig eurocent) voor materiële schade en € 333,33,- (driehonderdendrieëndertig euro en drieëndertig eurocent) voor immateriële schade, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door jeugddetentie voor de duur van 0 (nul) dagen.
de benadeelde partij [slachtoffer 3] voor het overige niet-ontvankelijkin zijn vordering is.