Op 26 april 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 7 februari 2022 en betreft een EAB dat op 2 juli 2021 door de District Court in Slupsk, II Criminal Department, is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1998 in Polen, is gedetineerd in Nederland en heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland. Tijdens de openbare zitting op 12 april 2022 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. L.J. Woltring, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en geconcludeerd dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft ook de inhoud van het EAB beoordeeld, waarin melding wordt gemaakt van een vrijheidsstraf van één jaar die aan de opgeëiste persoon is opgelegd bij een vonnis van de Regional Court in Czluchów op 20 september 2016. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan, en dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook onder de Nederlandse wet strafbaar zijn.
De rechtbank heeft uiteindelijk besloten de overlevering toe te staan, omdat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en er geen andere belemmeringen zijn. De beslissing is genomen door de rechters M. van Mourik, E.G.M.M. van Gessel en J. van Zijl, en is uitgesproken in het openbaar. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.