Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 31 maart 2021 met producties,
- het tussenvonnis van 3 november 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 16 februari 2022 en de daarin genoemde stukken,
- de reactie namens [eiseres] naar aanleiding van het proces-verbaal.
2.De feiten
verwerkt het in een concept dat we morgen aan de mannen voorleggen. En aansluitend aan sbs.We delen bij verkoop de formatrechten en exploitatie inkomsten uit die rechten 50/50. Distributie van het format gaat via onze internationale partners (praat ik je over bij) en de ontwikkeling gaat geheel in overleg met jou. Als jij nederland wilt maken: graag!”
wil veel voor weinig[oude titel Paleis voor een Prikkie, rb.]
. Morgen inleveren.”
Idee voor een nieuw programma. Laat Frank en Rogier huizen oppimpen terwijl de mensen in Saint Tropez vertoeven.”.
De netto format inkomsten verdelen we 50/50
De netto format inkomsten zijn de inkomsten uit de exploitatie van het eigendom van het format, na aftrek van alle direct daaraan gerelateerde kosten, zoals distributiefees van externe partijen, alsmede het deel dat de zender toekomt o.b.v. afspraken die in de productieovereenkomst worden gesloten
Initiatief van exploitatie ligt bij [gedaagden] Producties dwz dat wij de distributeur aanwijzen die het internationaal gaat aanbieden
inkomsten uit formatlicenties met betrekking tot het Format
inkomsten uit (beeld)merken van het Format
ancillary inkomsten met betrekking tot het Format (waarbij inbegrepen:
. Was enthousiast over ze, heeft ons toen gevraag om de aflevering alvast in de montage set te kijken en na te denken over format wat uiteindelijk Paleis voor een Prikkie is geworden. In mijn herinnering hebben we het format samen bedacht, waarbij [eiseres] ons als eerste wees op het duo, omdat ze [functie] was voor Steenrijk Straatarm. (...)”
3.Het geschil
in conventie
en/of [gedaagde sub 2] , dan wel toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van artikel 1.3 van de exploitatieovereenkomst;
4.De beoordeling
ancillaryinkomsten met betrekking tot het format. Later bleken deze vergoedingen niet met Talpa te zijn overeengekomen of volledig aan Talpa te zijn weggegeven, aldus [eiseres] . [eiseres] stelt dat zij niet wist dat met Talpa geen formatvergoeding was overeengekomen en dat zij, als zij dat had geweten, aanspraak had gemaakt op een percentage van het productiebudget. Volgens [eiseres] heeft [gedaagden] haar verkeerd voorgelicht en lange tijd geweigerd de inhoud van de overeenkomst met Talpa met haar te delen. Het verzwijgen van de afspraken met Talpa die voor de ondertekening van de exploitatieovereenkomst bekend waren levert – aldus [eiseres] ter zitting – ook bedrog op.
Ten aanzien van het tweede waarover [eiseres] stelt te hebben gedwaald, de haar toekomende vergoeding, geldt het volgende. [gedaagden] betwist dat zij [eiseres] niet op de hoogte heeft gehouden van de onderhandelingen met Talpa en dat [eiseres] bij het sluiten van de exploitatieovereenkomst niet wist dat Talpa geen formatvergoeding zou betalen. Dat [eiseres] dit niet wist, blijkt niet uit de stukken en [eiseres] heeft haar stellingen op dat punt ook niet nader onderbouwd. Daarnaast heeft [eiseres] onvoldoende onderbouwd gesteld dat zij de exploitatieovereenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet zou hebben gesloten. Dit had van haar wel verwacht mogen worden omdat [gedaagden] daartegenover wel heeft onderbouwd dat de gemaakte afspraken gebruikelijk zijn en dat [eiseres] bij een andere omroep niet beter af was geweest. Dit betekent dat onvoldoende is vast komen te staan dat de exploitatieovereenkomst tot stand is gekomen onder invloed van dwaling en bij een juiste voorstelling van zaken niet zou zijn gesloten. Het beroep van [eiseres] op vernietiging van de exploitatieovereenkomst op grond van dwaling slaagt dan ook niet.
production feedelen. [gedaagden] heeft 10% van het productiebudget ontvangen als
production feeen volgens [eiseres] is het marktconform als zij 5% daarvan zou krijgen. Daarnaast is de exploitatie door [gedaagden] overeengekomen voor onbepaalde tijd en heeft [eiseres] op grond van de exploitatieovereenkomst geen inspraakmogelijkheden, hetgeen volgens [eiseres] eveneens onredelijk bezwarend is. Zij stelt dat de hele overeenkomst vernietigd is, omdat de kernbedingen daarvan onredelijk bezwarend zijn, en dat subsidiair alleen de overwegingen B en C en de artikelen 1.2 en 1.3 zijn vernietigd.
4.20. [gedaagden] betwist dat de betreffende bedingen onredelijk bezwarend zijn. Een billijke vergoeding heeft [eiseres] volgens [gedaagden] al ontvangen, nu haar honorarium als [functie] als voldoende vergoeding geldt. Bovendien is de bijdrage van [eiseres] aan de totstandkoming van het format volgens [gedaagden] beperkt geweest, evenals haar creatieve inspanningen. Ook [gedaagden] en Talpa hebben nog geen inkomsten genoten in hun hoedanigheid van formathouder, alleen als producent/zender. Daarom is volgens [gedaagden] geen sprake van een onevenredigheid in de zin van artikel 25d Aw. Een omroep en producent betalen volgens [gedaagden] nooit een formatvergoeding voor een format waarvan het succes nog niet is bewezen (een papieren of ‘
non proven’format). De definitie van formatinkomsten in de exploitatieovereenkomst is dan ook niet onredelijk bezwarend; het is marktconform dat [eiseres] geen aanspraak kan maken op de
production feeof op inkomsten uit exploitatie van de
ready mades. Indien het format wordt geëxploiteerd in het buitenland of in Nederland met een andere zender, krijgt [eiseres] wel een formatvergoeding. Dat is echter tot op heden nog niet gebeurd, aldus [gedaagden] . Ook is volgens [gedaagden] geen sprake van een onredelijk lange of onvoldoende bepaalde termijn voor exclusieve exploitatie door [gedaagden] , aangezien het niet gaat om ‘toekomstige werken’ als bedoeld in artikel 25f lid 1 Aw. Daarnaast is het volgens [gedaagden] gebruikelijk één partij aan te wijzen voor de exploitatie. Verder heeft [eiseres] wel de mogelijkheid gekregen tot inspraak en tot inzage in overeenkomsten die [gedaagden] sluit met derden, aldus [gedaagden] .
ancillaryinkomsten met betrekking tot het format. [eiseres] heeft op grond van de exploitatieovereenkomst geen recht op inkomsten uit de productie van het format en de verkoop van de
readymadeversie. In de exploitatieovereenkomst is geen garantie opgenomen op het ontvangen van ofwel een formatvergoeding ofwel een percentage van het productiebudget.
non-provenformat een
provenformat is geworden. Het idee dat [eiseres] had voor het format bestond uit vijf elementen die door haar zijn opgesomd in de e-mail van 4 oktober 2017. Hieruit blijkt dat het een relatief eenvoudig idee was en duidelijk geïnspireerd op de aflevering van Steenrijk, Straatarm. [gedaagden] voert dan ook terecht aan dat de inspanningen van [eiseres] beperkt zijn gebleven, afgezien van haar inspanningen als [functie] van het programma, die los gezien moeten worden van de creatieve inspanningen van [eiseres] als maker van het format. [eiseres] heeft haar stelling niet onderbouwd dat het gebruikelijk is dat aan de maker een formatvergoeding wordt betaald of dat anders als vergoeding 5% van het productiebudget wordt gehanteerd, onafhankelijk van de vraag of het gaat om een
provenof een
non-provenformat. Het op dat punt ter zitting gedane bewijsaanbod van [eiseres] om voorbeelden van andere contracten van producenten te overleggen is te laat. Van een partij die zich beroept op stukken waarover zij beschikt, mag verlangd worden dat zij deze stukken uit zichzelf in het geding brengt. Zij heeft voldoende gelegenheid gehad dit bewijs bij de dagvaarding of anders tijdig voor de zitting over te leggen. Daartegenover heeft [gedaagden] deze stellingen wel gemotiveerd en met stukken onderbouwd betwist. [gedaagden] heeft verklaringen overgelegd van Talpa en van FRAPA (de Format Recognition And Protection Association) waarin staat dat dit soort vergoedingen niet gebruikelijk zijn bij een
non-provenformat. Dit neemt niet weg dat [eiseres] onder bepaalde omstandigheden wel recht heeft op een vergoeding, waaronder bij exploitatie van het format in het buitenland, maar niet is vast komen te staan dat [eiseres] in de exploitatieovereenkomst iets is ontzegd waarop zij als (mede)maker recht had op grond van het auteurscontractenrecht of dat sprake is van een onevenredigheid als bedoeld in artikel 25d Aw. Gelet op het voorgaande zijn de bepalingen in de exploitatieovereenkomst met betrekking tot de vergoeding van [eiseres] niet onredelijk bezwarend.
ancillaryinkomsten, die mogelijk in strijd zijn met daarover gemaakte afspraken in de exploitatieovereenkomst, maakt niet dat de betreffende bepalingen in de exploitatieovereenkomst onredelijk bezwarend zijn.
ancillaryinkomsten volledig mogen weggeven aan Talpa. Dit betekent dat [gedaagden] het recht van initiatief niet goed heeft uitgevoerd, aldus [eiseres] . Daarnaast is [gedaagden] volgens [eiseres] tekortgeschoten in haar inspanningsverplichting om de zin ‘Format created by [eiseres] ’ in de aftiteling te laten verschijnen. [eiseres] stelt dat nakoming blijvend onmogelijk was en dat daarom geen ingebrekestelling vereist was voor het intreden van verzuim.
ancillaryinkomsten en inkomsten uit (beeld)merken heeft ontvangen, geldt het volgende. Onder C in de exploitatieovereenkomst staat dat partijen de intentie hebben de formatinkomsten evenredig te verdelen en dat onder formatinkomsten onder andere wordt verstaan de inkomsten uit (beeld)merken van het format en
ancillaryinkomsten met betrekking tot het format, waarbij inbegrepen: merchandising inkomsten, Video On Demand inkomsten, digitale/online inkomsten.
ancillaryinkomsten, waaronder inkomsten uit merchandising, Video On Demand en digitaal/online. Zij stelt dat zij niet beschikt over gegevens om deze inkomsten te berekenen en dat [gedaagden] zich er daarom toe moet inspannen deze informatie bij Talpa te verzamelen.
ancillaryinkomsten heeft [gedaagden] naar voren gebracht dat zij deze rechten voor zover deze betrekking hebben op het programma dat is geproduceerd door [gedaagden] (en dus niet het format) voor 100% heeft moeten weggeven aan Talpa.
ancillaryinkomsten met betrekking tot het format. De rechtbank kan dit echter niet vaststellen. Of bedoelde inkomsten er zijn is onduidelijk. De vordering tot het veroordelen van [gedaagden] tot het verzoeken aan Talpa (die geen partij is in deze procedure) om inzage zal echter worden afgewezen. Onvoldoende duidelijk is welk belang [eiseres] heeft bij een dergelijke veroordeling.