In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 mei 2022 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie van een kind dat middels IVF bij een draagmoeder in de Verenigde Staten is verwekt. Verzoekers, een gehuwd paar, hebben het verzoek ingediend om de adoptie van hun biologische kind, dat in de VS is geboren, te laten erkennen in Nederland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers de biologische ouders zijn van het kind, zoals bevestigd door DNA-onderzoek. De rechtbank heeft ook kennisgenomen van een eerdere uitspraak van het Court of Common Pleas in Pennsylvania, waarin de verzoeker als vader is erkend.
De rechtbank heeft de juridische grondslag voor de adoptie beoordeeld en vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om kennis te nemen van het verzoek, aangezien het kind zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de adoptie in het belang van het kind is, gezien de langdurige zorg en opvoeding door de verzoekers. De rechtbank heeft de adoptie uitgesproken en het gezag van de draagmoeder beëindigd, waarna de verzoekers gezamenlijk het gezag over het kind zullen uitoefenen.
Daarnaast heeft de rechtbank de inschrijving van de Amerikaanse geboorteakte in de Nederlandse registers van de burgerlijke stand behandeld. De ambtenaar van de burgerlijke stand had aangegeven dat de inschrijving niet mogelijk was vanwege strijd met de Nederlandse wetgeving. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de geboortegegevens van het kind moeten worden vastgesteld en dat de ambtenaar de nodige aantekeningen moet maken op de geboorteakte, inclusief de beslissing van het Court of Common Pleas.