ECLI:NL:RBAMS:2022:2902

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 mei 2022
Publicatiedatum
30 mei 2022
Zaaknummer
717395 / FA RK 22.2902
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg voor een chronisch psychotische betrokkene

Op 23 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de verlening van een zorgmachtiging op basis van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De zaak betreft een betrokkene, geboren in 1947, die sinds enige tijd geen medicatie meer gebruikt en aangeeft dat het goed met hem gaat. Echter, de verpleegkundig specialist en behandelaren hebben geconstateerd dat betrokkene lijdt aan een chronische psychotische stoornis, wat leidt tot ernstig nadeel voor hemzelf en zijn omgeving. Tijdens de mondelinge behandeling is betrokkene telefonisch gehoord, omdat de verpleegkundig specialist niet fysiek aanwezig kon zijn. Betrokkene en zijn advocaat hebben het verzoek tot zorgmachtiging betwist, maar de rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs is voor de noodzaak van verplichte zorg.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene geen ziektebesef heeft en niet bereid is om vrijwillig mee te werken aan de behandeling. De verpleegkundig specialist heeft verklaard dat de weigering van medicatie kan leiden tot ernstige decompensatie en gevaar voor betrokkene zelf. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen minder ingrijpende alternatieven zijn en dat de verzochte zorgmaatregelen noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen. De zorgmachtiging is verleend voor de duur van zes maanden, met specifieke maatregelen die gedurende deze periode kunnen worden getroffen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en is op 27 mei 2022 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/717395 FA RK 22/2902
kenmerk: ZM/IND/54858
Machtiging tot het verlenen van verplichte zorg
Beschikking van 23 mei 2022van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene]
geboren op [geboortedatum] 1947,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. N.D. ‘t Zand te Amsterdam,
zorgaanbieder: Arkin.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 11 mei 2022.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 mei 2022, in het gebouw van de rechtbank.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- verpleegkundig specialist, M. van Til (telefonisch gehoord)
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig acht, is hij niet ter zitting verschenen
.
De verpleegkundig specialist was niet fysiek aanwezig omdat zij te laat op de hoogte was van de zitting. Omdat betrokkene en zijn advocaat de zaak behandeld willen hebben en de verpleegkundig specialist daartoe in staat was, is zij telefonisch gehoord.

2.Standpunten

Betrokkene heeft ter zitting medegedeeld dat het goed met hem gaat sinds hij de door de artsen voorgeschreven medicatie niet meer inneemt. Betrokkene vindt dat hij veel beter functioneert zonder medicatie. Hij heeft verder verklaard dat hij graag wil dat dit zo blijft en dat hij geen behandeling meer nodig heeft. Hij zou wel graag hulp willen bij het schoonmaken en schoonhouden van zijn huis. Tot slot heeft hij medegedeeld dat hij veel stress ervaart omdat mensen zomaar in zijn woning komen en dat hij daarom het liefst thuis blijft.
De advocaat van betrokkene heeft ter zitting geconcludeerd tot afwijzing van het verzoek wegens het ontbreken van een stoornis alsook vanwege het ontbreken van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Betrokkene gebruikt geruime tijd geen medicatie meer en de onafhankelijk psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld heeft verklaard dat betrokkene tijdens het onderzoek geen psychotische symptomen liet zien. De behandelaren vinden betrokkene psychotisch omdat hij het idee heeft dat mensen zonder zijn toestemming in zijn woning komen en spullen wegpakken. Er zijn echter veel begeleiders die in het bezit zijn van de sleutel van zijn kamer dus dat zou best wel eens waar kunnen zijn. De advocaat heeft verder aangevoerd dat geen incidenten zijn geweest sinds betrokkene is gestopt met medicatie. Hij zou overlast veroorzaken omdat hij zijn woning niet schoon houdt. Dit kan ondervangen worden door schoonmaakhulp te bieden en deze hulp zou ook gezien de leeftijd van betrokkene geregeld moeten worden. Betrokkene heeft in het verleden ook altijd hulp gehad bij het schoonmaken en schoonhouden van zijn woning.
De verpleegkundig specialist heeft ter zitting medegedeeld dat betrokkene het voorgeschreven depot medicatie Semap weigert, maar dat het behandelteam het wel nodig vindt dat hij dat weer accepteert. Betrokkene is chronisch psychotisch en hij is eerder gestopt met de medicatie, waarna hij grensoverschrijdend gedrag heeft vertoond. Vervolgens werd hij ingesteld op depot medicatie Semap waarna het psychiatrisch toestandsbeeld snel opknapte, hij geen overlast meer gaf, niet dreigend was en zijn woning kon behouden. Enige tijd later ging betrokkene naar Suriname en daar is weer een verslechtering van het beeld geweest, omdat hij de medicatie waarschijnlijk niet innam. Hij is in Suriname kort opgenomen geweest alwaar hij haloperidol kreeg. De aansluitende terugreis is goed gegaan en hij is sinds begin maart 2022 weer terug in Nederland. Hij heeft een aantal weken met enige drang Penfluridol ingenomen, maar hiermee is hij begin april 2022 gestopt omdat hij daar bijwerkingen van kreeg. Omdat betrokkene onvoldoende gemotiveerd is om vrijwillig mee te werken aan de behandeling en gelet op de toenemende achterdocht van betrokkene, hebben de behandelaars van het FACT besloten om deze machtiging aan te vragen. De begeleiding heeft een sleutel van de kamer van betrokkene, maar zij mogen deze alleen gebruiken met toestemming van betrokkene. Met name de agitatie vanuit de achterdocht kan lijden tot ernstig nadeel voor betrokkene omdat hij hierdoor zijn woning kan verliezen. Tevens kan hij gevaar over zichzelf afroepen als hij in zijn wooncomplex grensoverschrijdend is en een ander hem daarom wat aandoet.

3.Beoordeling

3.1.
Anders dan door en namens betrokkene is bepleit, is de rechtbank op basis van de overgelegde stukken en wat tijdens de mondelinge behandeling is besproken er voldoende van overtuigd dat sprake is een psychiatrische stoornis in de vorm van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en de noodzaak van medicamenteuze behandeling. De verpleegkundig specialist heeft gemotiveerd verklaard dat zij geen twijfel heeft aan de diagnose en dat de symptomen, met name de achterdocht, die betrokkene heeft vertoond duidelijk passen bij een chronisch psychotisch toestandsbeeld. De diagnose is gesteld door diverse deskundigen, de onafhankelijk psychiater die de medische verklaring heeft opgesteld en onderbouwd in de stukken.
3.2.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in
:
- ernstig lichamelijk letsel,
- maatschappelijke teloorgang,
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
3.3.
Om het ernstig nadeel heeft betrokkene zorg nodig.
3.4.
Gebleken is dat geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Betrokkene heeft meermaals duidelijk naar voren gebracht, ook ter zitting, geen behandeling in de vorm van medicatie te willen. Ook de verpleegkundig specialist verklaart geen vertrouwen te hebben in de bereidheid van betrokkene om vrijwillig medicatie in te nemen, omdat bij betrokkene geen ziektebesef en -inzicht is. De verpleegkundig specialist stelt dat als betrokkene het voorgeschreven depot blijft weigeren, een machtiging nodig is om op tijd in te kunnen grijpen om (verdere) decompensatie en ernstig nadeel te voorkomen. Dit is zeker van belang omdat uit het verleden blijkt dat afbouw van medicatie leidt tot terugval in psychose, die gepaard gaat met achterdocht, verwardheid en (agressieve) gedragsproblemen. Om die reden is verplichte zorg nodig.
De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling met de advocaat van betrokkene en de verpleegkundig specialist besproken. Naar aanleiding daarvan is de rechtbank van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie gedurende 6 maanden
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening gedurende 6 maanden;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen gedurende 6 maanden maximaal 3 maanden per keer;
De rechtbank is van oordeel dat de zorgmodaliteiten die zien op een opname in de accommodatie, waaronder ‘beperken van de bewegingsvrijheid’, ‘insluiten’ en ‘uitoefenen van toezicht op betrokkene’, ‘onderzoek aan kleding of lichaam’ , ‘onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen’ en ‘controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen’ niet noodzakelijk zijn om ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene is, behalve een korte opname in Suriname, nooit eerder opgenomen geweest en het is altijd gelukt om betrokkene in de ambulante setting te behandelen. Een opname in de accommodatie wordt niet op korte termijn verwacht.
3.5.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
3.6.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
3.7.
Hetgeen namens en door betrokkene als verweer is aangevoerd doet aan het voorgaande niet af.
3.8.
Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de (verzochte) duur van
6 maanden.

4.Beslissing

De rechtbank:
verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1947, inhoudende dat gedurende de looptijd van de machtiging bij wijze van verplichte zorg de in rechtsoverweging 3.4. genoemde maatregelen kunnen worden getroffen;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 23 november 2022.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 23 mei 2022 mondeling gegeven door mr. A.K. Mireku, rechter, en in het openbaar uitgesproken, bijgestaan door J. Koomen als griffier en op 27 mei 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.