Uitspraak
[verzoeker] , uit Amsterdam, verzoeker
de burgemeester van Amsterdam, verweerder
Zitting
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 27 mei 2022 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker, die in Amsterdam woont. Verzoeker had beroep aangetekend tegen een besluit van de burgemeester van Amsterdam, dat hem verbood zijn woning te betreden vanwege ernstige en herhaaldelijke hinder die hij zou veroorzaken. Dit besluit was op 25 mei 2022 genomen en op 26 mei 2022 aan verzoeker uitgereikt. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening behandeld tijdens een zitting op 27 mei 2022, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigden van de burgemeester aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de burgemeester voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat verzoeker ernstige overlast veroorzaakt, onderbouwd door een geluidsfragment en een lijst met meldingen van overlast. De rechter oordeelde dat er geen andere geschikte manier was om de omwonenden te beschermen tegen deze overlast, en dat het tijdelijke huisverbod gerechtvaardigd was. Verzoeker moest zijn woning op 2 juni 2022 definitief verlaten, maar kreeg de mogelijkheid om dit onder politiebegeleiding te doen.
De voorzieningenrechter heeft het beroep van verzoeker ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. Dit betekent dat het tijdelijke huisverbod in stand blijft en dat verzoeker geen proceskostenvergoeding ontvangt. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan tegen deze uitspraak, voor zover deze betrekking heeft op het beroep.