ECLI:NL:RBAMS:2022:2877

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
13-047390-03 - 2022
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaar na beoordeling van deskundigen en procesgang

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 19 mei 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1968, die sinds 2007 onder toezicht staat. De officier van justitie had op 29 maart 2022 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsvrouw en deskundigen gehoord tijdens een openbare zitting. De deskundigen gaven aan dat de terbeschikkinggestelde lijdt aan een autismespectrumstoornis en een alcoholstoornis, maar dat hij zich in de afgelopen periode positief heeft ontwikkeld. Er is echter nog geen geschikte vervolgvoorziening gevonden die de benodigde begeleiding kan bieden. De rechtbank heeft de adviezen van de deskundigen en de kliniek in overweging genomen en geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank benadrukt het belang van zorgvuldigheid in de verdere stappen en het vinden van een passende vervolgplek voor de terbeschikkinggestelde.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13-047390-03, 23-000391-04
Beslissing op de ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 29 maart 2022 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde],

geboren te [geboorteplaats] ([geboorteland]) op [geboortedag] 1968,
verblijvende in [instelling].
die bij arrest van het gerechtshof te Amsterdam van 3 augustus 2007 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd. Deze terbeschikkingstelling werd laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 20 mei 2020 voor de tijd van twee jaar werd verlengd, welke beslissing op 17 december 2020 werd bevestigd door het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaren.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 1 maart 2022 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van [instelling], strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaren, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op 3 en 4 februari 2022 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapporten van psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser en GZ-psycholoog R.J.A. van Helvoirt, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaar;
  • het verslag van de zorgconferentie van 7 april 2022.
De rechtbank heeft op 19 mei 2022 de officier van justitie mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw mr. B. Klunder, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige R.J.N. van Eijk, GZ-psycholoog en hoofd behandeling bij [instelling], op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan genoemd advies van [instelling] van 1 maart 2022 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is gediagnosticeerd met een autismespectrumstoornis (ASS) en een stoornis in het gebruik van alcohol, inmiddels onder toezicht langdurig in remissie.
Behandelverloop, risicotaxatie en koers
Betrokkene verblijft sinds mei 2019 op de pre-resocialisatie afdeling [naam afdeling]. Deze afdeling bevindt zich binnen de beveiligde ring van de kliniek. De kliniek ziet in de laatste periode een voorzichtige positieve ontwikkeling in die zin dat betrokkene zich afspraakbetrouwbaar toont tijdens verlof en dat hij zich minder obsessief bezig lijkt te houden met het zoeken van vrouwelijke aandacht. Vanuit zijn ASS is het bekend dat het voor betrokkene lastig is om het aangeleerde gedrag toe te passen in iedere situatie die nieuw voor hem is, met name wanneer een vrouw (al dan niet naar zijn idee) interesse in hem toont. Buiten deze (blijvende) beperkingen, welke gelieerd zijn aan de problematiek van betrokkene, kan er gesproken worden van een constructieve samenwerking waarbij hij transparant is over de door hem gemaakte gedragskeuzes en onderliggende cognities. Betrokkene vertelt gedetailleerd wat hij denkt, ziet en voelt en dit is belangrijk in het kader van het vinden van een vervolgplek.
Betrokkene weet zich tijdens de gestructureerde verloven als ook in relatie tot vrouwelijke medewerkers over het algemeen correct te gedragen en hij houdt zich aan de afspraken. De criminogene factoren zijn, behoudens het alcoholgebruik, nog immer actueel. De zeer beperkte leerbaarheid maakt dat er sprake is van een blijvend hoog risicoprofiel. De noodzaak van een blijvende en hoge mate van begeleiding en toezicht is helder, echter is het nog niet bekend in welke vervolgplek dit het beste geboden kan worden.
In de afgelopen periode is zonder resultaat gezocht naar een passende en langdurige vervolgvoorziening met voldoende (forensisch) toezicht en begeleiding. Deze plekken zijn schaars. De problematiek van betrokkene maakt dat een langdurig forensisch toezicht, en niet zozeer een hoog beveiligingsniveau, een vereiste is. Betrokkene zal in de toekomst afhankelijk blijven van forensische begeleiding van 7x 24 uur bij een organisatie waar wonen, werken en vrije tijd samen op het terrein aanwezig zijn. Vrouwelijke medepatiënten zijn daarbij contra-geïndiceerd. Tot op heden is eenmaal gebleken dat het verruimen van de vrijheden, ook al is het maar met één uur, direct leidt tot een forse stijging van het recidiverisico. Het is ontzettend lastig dat het al enige tijd ontbreekt aan een vervolgvoorziening die de gevraagde hulpverleningsprothese kan (en wil) bieden. In de maand april 2022 zal een landelijke zorgconferentie plaatsvinden en in de maand februari 2022 is betrokkene aangemeld bij [naam zorggroep].
Advies
Het gegeven dat er nog geen zicht is op een vervolgvoorziening, maakt dat het niet reëel is om te veronderstellen dat de tbs-maatregel over één jaar voorwaardelijk beëindigd kan worden, Geadviseerd wordt de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen.
Deskundige R.J.N. van Eijk heeft dit advies ter zitting van 19 mei 2022 bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Hij heeft onder meer verklaard dat tijdens de landelijke zorgconferentie op 7 april 2022 de overplaatsing van betrokkene naar ’[naam zorggroep] is besproken. Het beveiligingsniveau 0 bij ’[naam zorggroep] is passend en akkoord bevonden, zeker omdat in het begin sprake is van een begeleid verlofkader. Met een deskundige van het CCE (Centrum voor consultatie en expertise) gaat hij samen met het huidige team bekijken of er een woon- en begeleidingsprofiel, gericht op seksualiteit en autisme, kan worden opgesteld die de vervolgplek kan gebruiken. Uitbreiding moet stapsgewijs gebeuren. Een te grote uitbreiding kan leiden tot een stijging van het recidiverisico. ’[naam zorggroep] was bij de zorgconferentie aanwezig en zij hebben nadien betrokkene uitgenodigd voor een intake op 27 juni 2022. Het zelfstandig wonen is nog wel een discussiepunt voor de langere termijn, omdat betrokkene dit anders dan de deskundige als een optie ziet. De overplaatsing naar ’[naam zorggroep] kan plaatsvinden in het kader van een transmuraal verlof, maar er is een wachtlijst. Het advies blijft twee jaar, omdat het niet te verwachten is dat de tbs-maatregel over een jaar voorwaardelijk kan worden beëindigd. Als betrokkene wordt aangenomen dan moet de aanvraag voor het transmuraal verlofkader, waaronder het risicomanagement, worden geschreven en geaccepteerd. De plek bij ’[naam zorggroep] is goed en passend voor betrokkene. Er zijn geen vrouwen en de dagbesteding, het wonen en werken, is op hetzelfde terrein.
Aan genoemde rapporten van psychiater dr. L.H.W.M. Kaiser en GZ-psycholoog R.J.A. van Helvoirt wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Ten aanzien van de diagnostische conclusies, het recidiverisico en het advies om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen bestaat in hoofdlijnen overeenstemming tussen de rapporteurs en de kliniek.
Gelet op voormelde adviezen, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkingstelling is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De rechtbank overweegt daarbij dat de onafhankelijk deskundigen en de kliniek het met elkaar eens zijn dat een verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar nodig is. Zoals ter zitting is besproken is het van belang dat er eerst duidelijkheid wordt verkregen over de vervolgplek bij [naam zorggroep]. Als de terbeschikkinggestelde na de intake op 27 juni 2022 bij ’[naam zorggroep] wordt geaccepteerd, dan moet vervolgens het transmuraal verlofkader worden beschreven en toegewezen. De rechtbank volgt het advies van de deskundigen dat deze vervolgstap heel zorgvuldig en langs de weg van de geleidelijkheid moet plaatsvinden, Dit traject zal nog de nodige tijd in beslag nemen, waardoor het niet te verwachten is dat de terbeschikkingstelling binnen twee jaar voorwaardelijk zal kunnen worden beëindigd.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.M. Degenaar, voorzitter,
mrs. P.L.C.M. Ficq en M.M. Prinsen, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 mei 2022.