ECLI:NL:RBAMS:2022:2876

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 mei 2022
Publicatiedatum
25 mei 2022
Zaaknummer
13-656451 - 2022
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling en voorwaardelijke beëindiging van verpleging van overheidswege

Op 19 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkinggestelde, geboren in 1982, die eerder ter beschikking was gesteld voor verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de terbeschikkingstelling met één jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde verblijft momenteel in een beschermde woonvorm en heeft een geschiedenis van schizofrenie en een verstandelijke beperking. De rechtbank heeft de adviezen van de reclassering en de psychiater in overweging genomen, die beide een verlenging van de terbeschikkingstelling adviseerden, gezien de lage inschatting van het recidiverisico onder de huidige zorgomstandigheden. De rechtbank benadrukte het belang van een extern kader voor de terbeschikkinggestelde, vooral met betrekking tot medicatie en toezicht. De rechtbank heeft ook het verzoek van de raadsvrouw om de behandeling aan te houden voor het onderzoeken van een zorgmachtiging afgewezen, maar heeft het Openbaar Ministerie aangespoord om te onderzoeken of een zorgmachtiging mogelijk is als er geen geschikte woonplek kan worden gevonden. De beslissing is genomen in het belang van de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13-656451-11
Beslissing op de ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 15 april 2022 in de zaak tegen:

[terbeschikkinggestelde] ,

geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1982,
verblijvende bij [instantie 1] .
die bij vonnis van deze rechtbank van 25 april 2012 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 15 juni 2021 voor de tijd van één jaar werd verlengd, waarbij de verpleging van overheidswege voorwaardelijk werd beëindigd.

De inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met één jaar.

De procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 21 maart 2022 op grond van artikel 6:6:12, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van Reclassering Nederland, Advies & Toezichtunit 4 Midden-Noord te [locatie 1], strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met één jaar en continuering van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege;
  • de voortgangsverslagen van de reclasseringsinstelling van 12 juli 2021, 18 oktober 2021 en 27 december 2021;
  • het op 4 maart 2022 op grond van artikel 6:6:12, tweede lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van de psychiater I. Maksimovic, strekkende (primair) tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met één jaar
De rechtbank heeft op 19 mei 2022 de officier van justitie mr. J. Ang, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw mr. W.M. Oosthoek, advocaat te Rotterdam, alsmede de deskundige [persoon] , als reclasseringswerker verbonden aan de Reclassering Nederland, op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

De beoordeling

Aan het advies van de psychiater van 4 maart 2022 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is gediagnosticeerd met schizofrenie, een verstandelijke beperking en een ongespecificeerde parafiele stoornis (hyperseksualiteit), thans vooralsnog in remissie.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene verblijft vanaf 29 januari 2020 in [instantie 1] , een beschermde woonvorm die gespecialiseerd is in het begeleiden van mensen met een licht verstandelijke beperking. Hij onderhoudt goed contact met de reclassering en hij wordt wekelijks bezocht door het Forensisch FACT team van [instantie 2] [locatie 2] . Betrokkene vindt het belangrijk zich goed aan de voorwaarden en afspraken te houden. Er zijn geen aanwijzingen dat hij middelen heeft gebruikt. Betrokkene werkt twee dagdelen op een zorgboerderij. Hij heeft dagelijks contact met zijn familieleden en zijn moeder door te bellen en te appen. Betrokkene is goed ingebed in de woonvoorziening en hij heeft aangegeven dat hij er graag wil blijven wonen in de toekomst.
Onder de huidige omstandigheden van zorg en ondersteuning wordt het recidiverisico als laag ingeschat. Het is wel nodig dat er sprake is van een extern kader dat blijft zorgen voor de compliance ten aanzien van de medicatie, gelet op het ontbrekend probleembesef van betrokkene. Als het tbs-kader vervalt dan zal het recidiverisico oplopen tot matig/hoog.
Koers en advies
In de maand januari 2022 zou worden gekeken naar de mogelijkheden om de begeleiding voort te zetten in een ander kader dan de terbeschikkingstelling. In de periode daarna heeft het Forensisch FACT team van [instantie 2] in overleg met de psychiater besloten een medicatieverandering in te zetten in verband met aanhoudende spierstijfheid en spierspanningen bij betrokkene. Dit is een bijwerking bij langdurig gebruik van olanzapine. De bedoeling was om olanzapine geleidelijk af te bouwen en Depakine/valproaat op te bouwen, maar gedurende de afbouw ontregelde betrokkene zodanig dat hij niet meer op [instantie 1] kon blijven en hij met een time-out moest worden opgenomen in [instantie 3] .
De reclassering moet op zoek naar een adequate woonplek voor betrokkene, omdat het team van [instantie 1] heeft aangegeven dat het betrokkene niet de nodige zorg en ondersteuning kan bieden. Onder deze omstandigheden is het moeilijk een gericht advies te geven ten aanzien van de verlenging van de terbeschikkingstelling. Primair is het advies om deze met één jaar te verlengen om er voor te zorgen dat betrokkene goed ingebed is in een adequate nieuwe woonplek. Voor het geval betrokkene niet met een tbs-maatregel kan worden geplaatst in een nieuwe woonsetting (als deze geen forensische plekken heeft) en er wordt gedacht aan een beëindiging van de tbs-maatregel, dan is het advies om tijdens de behandeling ter zitting te inventariseren wat de stand van zaken is en zonodig de mogelijkheid te onderzoeken tot het afgeven van een zorgmachtiging krachtens de Wet verplichte Geestelijke Gezondheidszorg.
Aan het verlengingsadvies van de reclassering van 21 maart 2022 wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Betrokkene woont ruim twee jaar bij [instantie 1] . Het afgelopen jaar wordt gekenmerkt door een time-out periode van 12 weken wegens sterk ontregeld gedrag van betrokkene. Deze ontregeling komt voort uit een medicatiewisseling vanwege bijwerkingen. De huidige woonvorm lijkt niet langer te kunnen voorzien in de vereiste hoge mate van structuur, begeleiding en ondersteuning van betrokkene, waardoor gezocht moet worden naar een meer passende plek.
Betrokkene is langdurig aangewezen op externe steun, structuur en toezicht. Hij is niet goed in staat om zelfstandig zijn leven vorm, inhoud en structuur te geven. De afgelopen periode wordt gekenmerkt door verschillende situaties van onrust omtrent zijn persoon, zowel in de buurt als binnen de woonvoorziening. Ondanks het feit dat betrokkene goed in contact is met het behandelingsteam, de woonbegeleiding en de reclassering, is er sprake van forse psychiatrische problematiek en beschikt hij over zeer geringe copingvaardigheden. De belangrijkste beschermende factoren zijn vooral extern van aard en gelegen in de geboden structuur, (intensieve) hulpverlening en toezicht.
Ten tijde van het schrijven van het verlengingsadvies wordt door het IFZ een nieuwe indicatiestelling opgemaakt. Door DIZ (Dienst Individuele Zaken) moet vervolgens een (meer) passende woonplek worden gevonden voor betrokkene. Hier is nog geen zicht op, zodat is besloten dat betrokkene tot die tijd bij [instantie 1] blijft wonen. De huidige situatie van betrokkene vraagt veel aandacht van alle betrokken partijen. Betrokkene is op de hoogte van een mogelijke doorplaatsing, ondanks dat niet duidelijk is hoe lang dit op zich laat wachten.
Geadviseerd wordt om de tbs te verlengen met een jaar. Het is van belang dat er in deze fase van het traject nog een forensisch kader en toezicht is. Mede vanwege het feit dat betrokkene goed is ingebed in de ondersteuning en begeleiding van het forensisch FACT team en de voorwaarden van de reclassering hem helpen in een periode dat er onzekerheid is op het gebied van wonen. In het huidig kader van voorwaardelijke beëindiging kan er een beroep gedaan worden op [instantie 3] wanneer ontregeling optreedt. In het geval de tbs-maatregel nu komt te vervallen en de zorg gecontinueerd moet worden middels een zorgmachtiging, zal dit voor teveel onrust en onduidelijkheid bij betrokkene zorgen.
De reclassering acht het van belang om over een jaar opnieuw te toetsen hoe het traject er dan voor staat en of een zorgmachtiging dan wel passend is. Hoe toezicht kan worden voortgezet met de huidige voorwaarden.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Hij heeft onder meer verklaard dat de indicatiestelling van IFZ is goedgekeurd. Het is nu wachten op DIZ. Zij gaan over de vervolgvoorziening. Het doel is een plek met meer dagbesteding op het terrein, waardoor er minder reisbewegingen zijn. De wachtlijst hiervoor bedraagt ongeveer vier jaren. Het verlenen van een zorgmachtiging is een perspectief als betrokkene op zijn plaats zit. Als er een zorgmachtiging moet worden aangevraagd dan wordt dit gedaan door [instantie 2] . Vanwege de enorm lange wachtlijsten van vier jaar bij andere aanbieders wordt er nu gekeken naar de mogelijkheid van een interne doorplaatsing, bij een andere voorziening van [instelling] . Dat is nu het enige perspectief. Er wordt onderzocht of betrokkene daar kan worden aangenomen, maar het is onduidelijk of er voldoende personeel beschikbaar is. Het is een forensische plek waar hij kan blijven als de tbs-maatregel wordt beëindigd. Hij kan ter overbrugging in [instantie 1] blijven.
Gelet op voormelde adviezen, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht, is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling en de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege met één jaar wordt verlengd. De rechtbank neemt daarbij in aanmerking dat de terbeschikkinggestelde is opgelegd ter zake van een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen
De rechtbank vat het verzoek van de raadsvrouw, dat er op korte termijn een zorgmachtiging moet worden verleend als de tbs-maatregel niet kan worden beëindigd, op als een verzoek om de behandeling aan te houden om te laten onderzoeken of een zorgmachtiging mogelijk is. Dat verzoek wordt gelet op de adviezen, alsmede de verklaring van de deskundig ter zitting, afgewezen.
De rechtbank acht het van belang dat het komende jaar met voortvarendheid wordt toegewerkt naar de plaatsing van de terbeschikkinggestelde in een vervolgvoorziening, zoals de (forensische) voorziening van [instelling] , waar de terbeschikkinggestelde zou kunnen blijven wonen als de tbs-maatregel wordt beëindigd. De rechtbank geeft tenslotte het Openbaar Ministerie in overweging om voor de volgende verlengingszitting, op indicatie van de reclassering of [instantie 2] en in het bijzonder als het niet blijkt te lukken om binnen de tbs-maatregel een geschikte plek te vinden voor betrokkene, te onderzoeken of het verlenen van een zorgmachtiging tot de mogelijkheden behoort.

Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[terbeschikkinggestelde]met
één jaar, met verlenging van de voorwaardelijke beëindiging van de verpleging van overheidswege onder de eerder opgelegde voorwaarden.
Wijst af het verzoek van de raadsvrouw tot aanhouding van de behandeling teneinde de
mogelijkheid van een zorgmachtiging te onderzoeken.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.M. Degenaar, voorzitter,
mrs. P.L.C.M. Ficq en M.M. Prinsen, rechters,
in tegenwoordigheid van E.J.M. Veerman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 19 mei 2022.
.