ECLI:NL:RBAMS:2022:2847

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
24 mei 2022
Zaaknummer
21-4529
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van klaagschrift ex artikel 552a Sv in beslagzaak tegen besloten vennootschap

In deze beschikking van de Rechtbank Amsterdam, uitgesproken op 23 februari 2022, is het klaagschrift van de besloten vennootschap [B.V. 1] behandeld. Het klaagschrift was ingediend op basis van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, waarbij klaagster niet tevens beslagene was. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beslag uitsluitend ten laste van de beslagene, de besloten vennootschap [B.V. 2], was gelegd. Klaagster, die 100% aandeelhouder en bestuurder is van beslagene, werd door het Openbaar Ministerie niet als belanghebbende aangemerkt, wat leidde tot de vraag van ontvankelijkheid van het klaagschrift.

Tijdens de zitting op 12 januari 2022 zijn klaagster, haar raadsman en de officieren van justitie, mrs. M. Kok en E. Duijts, gehoord. De rechtbank oordeelde dat klaagster geen belang had bij haar klaagschrift, aangezien het beslag enkel op beslagene rustte. De rechtbank verklaarde klaagster niet-ontvankelijk in haar beklag, wat betekent dat haar verzoek niet verder in behandeling werd genomen. Deze beslissing werd openbaar uitgesproken en er staat beroep in cassatie open bij de Hoge Raad, binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/997109-20
RK: 21/4529
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:

de besloten vennootschap [B.V. 1] ,

statutair gevestigd te [plaatsnaam] ,
woonplaats kiezend op het kantooradres van haar raadsman mr. J.I.M.G. Jahae, JahaeRaymakers, Amstelplein 40, 1096 BC te Amsterdam,
klaagster, niet tevens beslagene.
Beslagene is:
de besloten vennootschap [B.V. 2] ,
statutair gevestigd te Amsterdam,
woonplaats kiezend op het kantooradres van haar raadsman mr. J.I.M.G. Jahae, JahaeRaymakers, Amstelplein 40, 1096 BC te Amsterdam.

Procesgang

Het klaagschrift is op 13 augustus 2021 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 20 december 2021 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft klaagster, haar raadsman en de officieren van justitie mrs. M. Kok en E. Duijts op 12 januari 2022 in openbare raadkamer gehoord, alwaar het klaagschrift gelijktijdig maar niet gevoegd is behandeld met dat van beslagene. Klaagster en beslagene zijn in raadkamer vertegenwoordigd door [naam] . [naam] is enig aandeelhouder en bestuurder van klaagster en klaagster is enig aandeelhoudster en bestuurster van beslagene.

Ontvankelijkheid van klager

Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officieren van justitie hebben zich in raadkamer op het standpunt gesteld dat klaagster niet-ontvankelijk in haar beklag moet worden verklaard. Dit omdat klaagster niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Het beslag is immers uitsluitend ten laste van beslagene gelegd.
Standpunt van klaagster
Met betrekking tot de ontvankelijkheid van klaagster heeft de raadsman zich in raadkamer gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Oordeel van de rechtbank
Beslagene betreft een besloten vennootschap en is daarmee een rechtspersoon. Beslagene is 100% eigenaresse van de onroerende zaken en appartementsrechten waarop het beslag en het klaagschrift zien. Het beslag is gelegd onder en ten laste van beslagene. Klaagster heeft dan ook geen belang bij haar klaagschrift en dient niet-ontvankelijk in haar beklag te worden verklaard.
De rechtbank komt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De rechtbank verklaart klaagster niet-ontvankelijk in haar beklag.
Deze beslissing is gegeven door
mr. D. van den Brink, voorzitter,
mrs. R.M. Troost en E. Akkermans, rechters
in tegenwoordigheid van mr. S.L. Slaats, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 23 februari 2022.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.