ECLI:NL:RBAMS:2022:2832

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
19 mei 2022
Publicatiedatum
24 mei 2022
Zaaknummer
C/13/716378 / KG ZA 22-320
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende ontruiming van onroerende zaak

Op 19 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de ontruiming van een onroerende zaak. De eiser, wonende in Australië en vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Wassink, had op 29 april 2022 een dagvaarding ingediend tegen de gedaagden, die niet verschenen waren. Tijdens de zitting op 18 mei 2022 heeft de eiser zijn verzoek om vonnis toegelicht, waarna verstek werd verleend tegen de gedaagden. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de ontruimingstermijn op drie dagen moet worden gesteld en dat de gevorderde dwangsom gemaximeerd wordt op € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 20.000,00.

De rechter heeft de gedaagden hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.095,03, te vermeerderen met wettelijke rente. De kosten omvatten onder andere de dagvaarding en het griffierecht. De voorzieningenrechter heeft ook bepaald dat de ontruiming kan worden uitgevoerd door een deurwaarder met behulp van de sterke arm, indien nodig. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagden de ontruiming moeten uitvoeren, ook al kunnen zij in hoger beroep gaan.

Het vonnis is openbaar uitgesproken door mr. R.A. Dudok van Heel, die als voorzieningenrechter optrad, en mr. M.A.H. Verburgh, die als griffier fungeerde. De uitspraak is een belangrijke bevestiging van de rechtsgang in kort geding procedures, vooral in zaken die betrekking hebben op ontruiming en de bescherming van eigendomsrechten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/716378 / KG ZA 22-320 MDvH/MAH
Vonnis in kort geding van 19 mei 2022
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] , Australië,
eiser bij dagvaarding van 29 april 2022,
advocaat mr. J. Wassink te Wijchen,
tegen
HEN DIE VERBLIJVEN IN DE ONROERENDE ZAAK, OF EEN GEDEELTE DAARVAN, AAN [gedaagden],
gedaagden,
niet verschenen.

1.De procedure

Op de zitting van 18 mei 2022 heeft eiser de dagvaarding toegelicht en verzocht vonnis te wijzen. Tegen de niet verschenen gedaagden is verstek verleend. Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.De beoordeling

2.1.
De ontruimingstermijn zal op drie dagen worden gesteld. De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd op de wijze als hieronder vermeld in de beslissing. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter voor het overige niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal worden toegewezen op de wijze vermeld in de beslissing.
2.2.
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij hoofdelijk worden veroordeeld in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente, zoals gevorderd. De kosten aan de zijde van eiser worden begroot op:
- dagvaarding € 125,03
- griffierecht 314,00
- salaris advocaat
656,00
Totaal € 1.095,03
Ook de gevorderde nakosten zullen worden toegewezen op de wijze in de beslissing vermeld.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
veroordeelt gedaagden om zowel tezamen als ieder afzonderlijk de onroerende zaak aan de [adres] , kadastraal bekend Gemeente [gemeente] , sectie [sectie + nummer 1] , sectie [sectie + nummer 2] , sectie [sectie + nummer 3] en sectie [sectie + nummer 4] , binnen drie dagen na betekening van dit vonnis met de hunnen en al het hunne te ontruimen en ontruimd te houden, deze onroerende zaak in goede staat aan eiser op te leveren en ter vrije en algehele beschikking van eiser te stellen en niet meer te betreden, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel, met een maximum van € 20.000,00, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm conform artikelen 555 e.v. jo. 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering,
3.2.
bepaalt dat deze veroordeling tot ontruiming tot een jaar na heden ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in de onroerende zaak, bedoeld in 3.1, bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer dat zich voordoet,
3.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van eiser tot op heden begroot op € 1.095,03, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van acht dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige voldoening,
3.4.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 131,00, dan wel, in geval van betekening, € 199,00,
3.5.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.A. Dudok van Heel, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 19 mei 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MAH