ECLI:NL:RBAMS:2022:2828

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 mei 2022
Publicatiedatum
23 mei 2022
Zaaknummer
AMS 21/2009
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onterecht niet-ontvankelijk verklaard bezwaar tegen kosten voor dubbel glas

In deze zaak heeft de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam eiseres op 15 december 2020 verzocht om betaling van kosten voor het plaatsen van dubbel glas, inclusief € 238,29 aan incassokosten. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze kosten, maar de heffingsambtenaar heeft dit bezwaar op 23 februari 2021 ongegrond verklaard. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 12 mei 2022 was eiseres aanwezig, terwijl de heffingsambtenaar vertegenwoordigd was door een gemachtigde. De rechtbank heeft na de zitting onmiddellijk uitspraak gedaan.

De rechtbank oordeelt dat de heffingsambtenaar het bezwaar van eiseres ten onrechte niet niet-ontvankelijk heeft verklaard. De brief van 15 december 2020 wordt niet aangemerkt als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat er geen sprake is van een publiekrechtelijke rechtshandeling. Hierdoor is het instellen van bezwaar en beroep tegen deze brief niet mogelijk. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de bestreden uitspraak en verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk. Tevens wordt bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde uitspraak en dat het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiseres moet worden vergoed.

De rechtbank concludeert dat als eiseres de incassokosten wil aanvechten, zij zich moet wenden tot de burgerlijke rechter. De uitspraak is gedaan door mr. A.M. van der Linden-Kaajan, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Camps, griffier, op 12 mei 2022. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 21/2009
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 mei 2022 in de zaak tussen

[eiseres] , te Amsterdam, eiseres,

en

de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, verweerder

(gemachtigde: S. Ahaitaf).

Procesverloop

Op 15 december 2020 heeft de heffingsambtenaar eiseres verzocht tot betaling van de kosten voor het plaatsen van dubbel glas, waarbij € 238,29 aan incassokosten in rekening zijn gebracht.
Met de uitspraak op bezwaar van 23 februari 2021 (de bestreden uitspraak) heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen de bestreden uitspraak beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 12 mei 2022. Eiseres was aanwezig. De heffingsambtenaar is verschenen in de persoon van [de persoon] , bijgestaan door gemachtigde S. Ahaitaf. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt de bestreden uitspraak;
  • verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk;
  • bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het de vernietigde bestreden uitspraak;
  • draagt de heffingsambtenaar op het betaalde griffierecht van € 49,– aan eiseres te vergoeden.

Overwegingen

1. De rechtbank geeft hiervoor de volgende motivering.
2. De rechtbank overweegt dat de heffingsambtenaar het bezwaar van eiseres ten onrechte niet niet-ontvankelijk heeft verklaard. De brief van 15 december 2020 is namelijk geen besluit in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), want er is geen sprake van een beslissing inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. Het instellen van bezwaar en beroep tegen deze brief is dus niet mogelijk. De heffingsambtenaar had het bezwaar daarom niet-ontvankelijk moeten verklaren. Als eiseres de incassokosten wil aanvechten, zal zij zich moeten wenden tot de burgerlijke rechter.
3. De rechtbank ziet aanleiding om het beroep gegrond te verklaren, de bestreden uitspraak te vernietigen, en met toepassing van artikel 8:72, derde lid, aanhef en onder b, van de Awb zelf in de zaak te voorzien door het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren en te bepalen dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde bestreden uitspraak. Het betaalde griffierecht dient aan eiseres te worden vergoed.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.M. van der Linden-Kaajan, rechter, in aanwezigheid van mr. R. Camps, griffier, op 12 mei 2022.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending van het proces-verbaal daarvan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam.
Als hoger beroep is ingesteld, kan bij de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter worden verzocht om het treffen van een voorlopige voorziening.