In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 april 2022 een verstekvonnis uitgesproken in een civiele procedure tussen Alpha Credit Nederland B.V. (eiser) en een gedaagde partij die niet is verschenen. De eiser heeft bij exploot van dagvaarding op 9 maart 2022 gevorderd dat de gedaagde partij zal worden veroordeeld tot het verwijderen van een BKR-registratie, omdat de vordering volgens de eiser is verjaard. De gedaagde partij heeft geen uitstel verzocht en heeft niet gereageerd op de dagvaarding, waardoor verstek is verleend.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van de gedaagde partij op de eiser is verjaard. Daarnaast is de gedaagde partij veroordeeld om binnen 10 dagen na betekening van het vonnis de BKR-registratie te laten verwijderen, op straffe van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of dagdeel, met een maximum van € 20.000,00. De kosten van het geding zijn aan de zijde van de eiser begroot, en de gedaagde partij is ook veroordeeld in de na dit vonnis ontstane kosten.
De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.