ECLI:NL:RBAMS:2022:2762

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 mei 2022
Publicatiedatum
20 mei 2022
Zaaknummer
C/13/716025 / FA RK 22-2120
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming van een bijzondere curator in een familiezaken met minderjarigen

Op 20 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een familiezaken waarin de benoeming van een bijzondere curator centraal staat. De zaak betreft een geschil tussen de ouders, de moeder en de vader, die in 2009 zijn gehuwd en in 2019 zijn gescheiden. Uit hun huwelijk zijn drie minderjarigen geboren. De moeder had eerder een verzoek ingediend voor een provisionele voorziening, welke op 19 mei 2022 werd afgewezen. De rechtbank heeft de behandeling van de bodemzaak en de ondertoezichtstelling aangehouden tot een zitting op 17 juni 2022, waar ook een verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor reizen naar Marokko zal worden behandeld.

De rechtbank heeft op basis van artikel 1:250 van het Burgerlijk Wetboek mevrouw A. van Teijlingen benoemd tot bijzondere curator. Dit besluit is genomen na telefonisch contact met de bijzondere curator, die zich bereid heeft verklaard de benoeming te aanvaarden en op korte termijn het onderzoek te starten. De rechtbank heeft de bijzondere curator opgedragen om in het belang van de minderjarigen te onderzoeken wat nodig is, rekening houdend met de verschillende rechtsbelangen van elk kind. De bijzondere curator moet zo snel mogelijk verslag uitbrengen van haar bevindingen, bij voorkeur voor de zitting van 17 juni 2022.

De rechtbank heeft de zaak aangehouden in afwachting van het verslag van de bijzondere curator en behoudt zich het recht voor om verdere beslissingen te nemen. De beschikking is openbaar uitgesproken door rechter M.M. Breugem, tevens kinderrechter, in aanwezigheid van griffier T.E. Meijer.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/716025 / FA RK 22-2120
Beschikking van 20 mei 2022 betreffende benoeming bijzondere curator (art. 1:250 BW)
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats 1] ,
hierna te noemen moeder,
advocaat mr. M.C. Rosier te Amsterdam,
tegen
[de vader] ,
wonende te [woonplaats 2] ,
hierna te noemen de vader,
advocaat mr. M. van Riet-Holst te Utrecht.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend:
de Raad voor de Kinderbescherming,
regio Amsterdam,
locatie Amsterdam,
hierna te noemen: de Raad.
Als belanghebbende is aangemerkt:
- de gecertificeerde instelling
Leger des Heils Jeugdbescherming & Reclassering,locatie [locatie] .

1.De procedure

1.1.
Bij beschikking van 19 mei 2022 heeft de rechtbank het verzoek van de moeder tot het treffen van een provisionele voorziening afgewezen.
De behandeling van de verzoeken in de bodemzaak en betreffende de verlening van de ondertoezichtstelling zijn aangehouden tot de zitting van 17 juni 2022. Op die zitting wordt ook het verzoek van de moeder tot vervangende toestemming voor reizen naar Marokko deze zomervakantie behandeld.
1.2.
De rechtbank verwijst naar deze beschikking voor het procedurele verloop van de zaken.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn gehuwd op 24 juli 2009. Hun huwelijk is op 17 december 2019 ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank Den Haag van 4 december 2019 in de registers van de burgerlijke stand.
2.2.
Uit het huwelijk zijn geboren:
  • [minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 1] 2015;
  • [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedatum 2] 2012;
  • [minderjarige 3] , geboren te [geboorteplaats 2] op [geboortedatum 3] 2009.
Partijen oefenen gezamenlijk het gezag uit.

3.De beoordeling

De rechtbank heeft, op de gronden zoals opgenomen in de beschikking van 19 mei 2022, aanleiding gezien om mevrouw A. van Teijlingen tot bijzondere curator te benoemen.
De rechtbank heeft hiertoe op 18 mei 2022 telefonisch contact met haar gehad. Zij heeft geen belemmering gezien voor haar benoeming en heeft zich bereid verklaard de benoeming te aanvaarden.
Daarnaast heeft de bijzondere curator aangegeven op korte termijn het onderzoek te kunnen starten en op de zitting van 17 juni 2022 aanwezig te kunnen zijn.
De rechtbank zal de bijzondere curator vragen in brede zin te onderzoeken wat thans in het belang van de minderjarigen is, in het licht van de verzoeken van de moeder zoals die voorliggen in de bodemzaak.
De bijzondere curator wordt benoemd over meerdere minderjarigen. Aannemelijk is echter dat ten
aanzien van ieder kind verschillende rechtsbelangen spelen, waarmee de bijzondere curator
rekening dient te houden.
De rechtbank zal de bijzondere curator de beschikking en stukken uit de provisionele voorziening en bodemzaak doen toekomen, zodat zij voldoende voorgelicht is.
Op grond van het vorenstaande beslist de rechtbank als volgt.

4.De beslissing

De rechtbank:
- benoemt tot bijzondere curator over voornoemde minderjarigen:
mevrouw Anneke van Teijlingen,
kantoorhoudende te [kantoorplaats] ;
e-mail: [e-mailadres]
telefoonnummer: [telefoonnummer] ;
- verzoekt de bijzondere curator zo spoedig als mogelijk aan de rechtbank schriftelijk verslag te doen van haar bevindingen en daarbij een standpunt over de verzoeken in te nemen, zo mogelijk voor de zitting van 17 juni 2022, en anders in ieder geval mondeling ter zitting van 17 juni 2022;
- houdt de zaak aan tot de mondelinge behandeling van 17 juni 2022, zulks in afwachting van voornoemd verslag;
- behoudt zich iedere verdere beslissing voor.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. M.M. Breugem, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. T.E. Meijer, griffier, op 20 mei 2022. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).