ECLI:NL:RBAMS:2022:2724

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 mei 2022
Publicatiedatum
19 mei 2022
Zaaknummer
Rekestnummer: 716975/22-2668
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlening van een zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 17 mei 2022 een zorgmachtiging verleend aan betrokkene, geboren in 1997, op verzoek van de officier van justitie. Het verzoek tot het verlenen van de zorgmachtiging werd ingediend op 2 mei 2022 en behandeld op de zitting van 3 mei 2022. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor zowel hemzelf als voor de veiligheid van anderen. Betrokkene heeft tijdens de zitting aangegeven geen verplichte zorg te willen en betwistte de noodzaak van de zorgmachtiging, maar de rechtbank oordeelde dat er geen mogelijkheden voor vrijwillige zorg zijn en dat verplichte zorg noodzakelijk is om ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor een periode van zes maanden, met verschillende maatregelen zoals het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles, en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank concludeert dat de voorgestelde zorg evenredig en effectief is, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar en moet binnen twee weken worden ten uitvoer gelegd.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13.269228.21 (A) en 13-314292-21 (B) (ter terechtzitting gevoegd)
Parketnummer vordering tul: 13.012163.19
Rekestnummer: 716975/22-2668
Uitspraakdatum: 17 mei 2022
Zorgmachtiging (artikel 2.3, eerste lid, Wet forensische zorg (Wfz) jo. art. 6:5, aanhef en onderdeel a, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz))
Beschikking van de rechtbank op het door de officier van justitie ingediende verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 Wvggz, ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[GBA-adres] ,
gedetineerd in Penitentiaire Inrichting [naam PI] ,
hierna te noemen: betrokkene.

1.Het procesverloop

1.1.
De officier van justitie heeft verzocht een zorgmachtiging ten behoeve van betrokkene te verlenen. Dit verzoekschrift is op 2 mei 2022 per e-mail aan de rechtbank toegestuurd en op de zitting van de meervoudige strafkamer van 3 mei 2022 behandeld. Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • de medische verklaring van 29 april 2022;
  • het zorgplan van 21 februari 2022;
  • de bevindingen van de geneesheer-directeur van 29 april 2022;
  • de politiegegevens en de strafvorderlijke en justitiële gegevens van betrokkene die relevant kunnen zijn voor de beoordeling van het ernstig nadeel.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft (tegelijkertijd met de strafzaak met bovengenoemd parketnummer) plaatsgevonden op 3 mei 2022 in het gebouw van de rechtbank Amsterdam.
1.3.
Op de zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
  • de advocaat van betrokkene, mr. J.J.W. Vos;
  • de officier van justitie, mr. J. Ang;
  • betrokkene;
  • geneesheer-directeur E.P.K. Sikkens; De rechtbank heeft dhr. Sikkens
tijdens de zitting telefonisch gehoord.

2.Het standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft de rechtbank verzocht een zorgmachtiging te verlenen voor de duur van zes maanden.

3.Het standpunt van betrokkene

Betrokkene heeft tijdens de zitting verklaard dat hij niet wil dat de zorgmachtiging wordt afgegeven. Hij is het niet eens met dwangmedicatie en geeft aan dat hij geen verplichte zorg nodig heeft. In het verleden heeft hij één keer vrijwillig de psychiatrie ingeschakeld.
De advocaat heeft aangevoerd dat betrokkene stelt dat er geen sprake is van een psychiatrische stoornis. Betrokkene voelt zichzelf geestelijk goed en wanneer dat niet zo is zoekt hij zelf hulp, dit heeft hij in het verleden gedaan. Dit blijkt ook uit de stukken. Het is een vreemde gang van zaken dat betrokkene direct is opgenomen in het PPC, enkel omdat hij kwaad was. Vroeger werd dit ‘kwaad gedrag’ genoemd, maar in dit geval is betrokkene meteen aan dwangmedicatie onderworpen. In dit geval is geen sprake van een recidivist van zware mishandeling. Betrokkene heeft één klap uitgedeeld, nota bene uit zelfverdediging. Er is daarom niet voldaan aan het risico op ernstig nadeel. Ook komt uit de stukken niet duidelijk naar voren wat de psychische stoornis zou zijn. De psychiater komt niet tot een duidelijke conclusie, maar tot een vage voorlopige conclusie. Op de zitting zijn de medische verklaringen niet duidelijker geworden. Het is zelfs gebleken dat er geen sprake is van een concreet zorgplan. Het is te lichtvaardig om een zorgmachtiging af te geven. Het verzoek van de officier van justitie moet daarom worden afgewezen.

4.De toelichting van deskundige E.P.K. Sikkens

De deskundige heeft op de zitting verklaard dat er geen concreet plan is voor betrokkene en dat betrokkene ook niet is gezien door de zorgverantwoordelijke. Hij is de enige die betrokkene kort heeft gesproken voor ongeveer 20 minuten. Op basis hiervan heeft hij de medische verklaring geschreven. Mw. [naam] heeft betrokkene niet kunnen spreken en heeft het zorgplan gemaakt op basis van de informatie in het dossier. Indien de zorgmachtiging wordt afgegeven zal op dat moment worden bekeken wat nodig is voor betrokkene, welke zorg passend is en of die zorg in een ambulant of dwang kader dient te worden geboden. Het uitgangspunt is om de mogelijkheden tot ambulante zorg te bespreken. Als het nodig is en aan de eisen van proportionaliteit, subsidiariteit en doelmatigheid is voldaan, dan kan worden besloten tot verplichte zorg. Op dit moment kan de deskundige niet overzien of dat nodig is voor betrokkene. Ook moet worden bekeken welke Forensisch Psychiatrische Afdeling (FPA) bereid is betrokkene op te nemen. Er is geen garantie voor opname. Naast dat er plek moet zijn moet iemand ook door de afdeling geaccepteerd worden. Uitspraken over hoe lang het zoeken naar een plek gaat duren zijn nu niet mogelijk. Dat is onzeker en kan weken tot maanden duren. Binnen Arkin heeft men een Forensisch Psychiatrische Kliniek (FPK) van Inforsa ter beschikking met een hoog beveiligingsniveau, maar daarvoor geldt een wachtlijst. Eerst zal worden gekeken naar ambulante behandelmogelijkheden. Als dat niet lukt zal een passende FPA worden gezocht en als die niet op korte termijn kan worden gevonden of als geen FPA bereid is betrokkene te accepteren, dan zal hij ook bij een FPK worden aangemeld, zodat hij daar terecht kan. De ervaring leert dat de meeste mensen eerst klinisch worden opgenomen, maar daarvoor moet de actuele situatie worden vastgesteld in overleg met het PPC.
Verder heeft de deskundige toegelicht dat in het zorgmachtigingstraject wordt geprobeerd ernstige psychische aandoeningen te beïnvloeden met medicatie. Voor het beïnvloeden van impulsief en antisociaal gedrag zou forensische zorg moeten worden ingezet. Vandaar dat de deskundige de combinatie tussen deze twee adviseert. Verder heeft de deskundige aangegeven dat er risico is op ernstig letsel voor anderen wanneer betrokkene geen behandeling ondergaat en zijn medicatie niet neemt.

5.De beoordeling

5.1.
Uit de stukken en uit dat wat op de zitting is besproken is gebleken dat bij betrokkene sprake is van schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en overige dsm-5 stoornissen dan wel antisociaal gedrag.
5.2.
Deze stoornissen leiden tot ernstig nadeel gelegen in: ernstig lichamelijk letsel en gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen.
5.3.
Betrokkene heeft verplichte zorg nodig om dat ernstig nadeel af te wenden. Een zorgmachtiging is mede nodig om zijn verplichte zorg uit te kunnen voeren ten aanzien van de noodzakelijke medicamenteuze behandeling (en eventueel insluiten) gezien het feit dat betrokkene ziektebesef en -inzicht ontbeert en in het PPC dwangbehandeling heeft gekregen. Daarnaast kan zijn gebrek aan ziektebesef een probleem zijn om zich aan voorwaarden te houden.
5.4.
Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift genoemde vormen van zorg zijn gebaseerd op het zorgplan.
De volgende vormen van zorg worden voor na te noemen duur verzocht:
Vormen van zorg
Duur
Toedienen van medicatie
6 maanden
Verrichten van medische controles of andere medische handelingen
6 maanden
Beperken van bewegingsvrijheid
6 maanden
Insluiten
6 maanden
Uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
Onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
Controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
Opnemen in een accommodatie
6 maanden
5.5.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste zorg is rekening gehouden met de veiligheid van betrokkene en met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen.
5.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De reclassering heeft geen advies over bijzondere voorwaarden kunnen uitbrengen. Betrokkene weigert mee te werken met de reclassering en vindt zelf dat er geen sprake is van een psychische stoornis. De rechtbank overweegt daartoe dat uit het zorgplan blijkt dat de betrokkene niet of nauwelijks ziektebesef heeft en aangeeft te willen stoppen met inname van medicatie. De voorgestelde verplichte zorg is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat de betrokkene zijn medicatie blijft nemen.
5.7.
De rechtbank komt tot de conclusie dat is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg. De zorgmachtiging zal dan ook worden verleend.
5.8.
De verschillende vormen van zorg kunnen voor de hieronder gestelde termijnen worden toegepast. Deze termijnen zijn noodzakelijk om het doel van verplichte zorg te realiseren.

6.De beslissing

De rechtbank:
Wijst toehet verzoek van de officier van justitie en
verleent een zorgmachtigingten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1997,
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
Vormen van zorg
Duur
Toedienen van medicatie
6 maanden
Verrichten van medische controles of andere medische handelingen
6 maanden
Beperken van bewegingsvrijheid
6 maanden
Insluiten
6 maanden
Uitoefenen van toezicht op betrokkene
6 maanden
Onderzoek aan kleding of lichaam
6 maanden
Onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen
6 maanden
Controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen
6 maanden
Aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen
6 maanden
Opnemen in een accommodatie
6 maanden
Deze zorgmachtiging is bij voorraad uitvoerbaar. De machtiging is geldig vanaf dagtekening en moet binnen twee weken ten uitvoer worden gelegd.
Deze zorgmachtiging is
geldigvoor de duur van
zes (6) maanden, te weten
uiterlijk tot en met 17 november 2022.
Deze machtiging is op 3 mei 2022 gegeven door
mr. P.K. Oosterling - van der Maarel, voorzitter,
mr. E. van den Brink en mr. C.C.J. Maas-van Es, rechters,
in tegenwoordigheid van J.G.R. Becker, griffier.