Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
7.1. In consideration of the obligations undertaken by McLake under this agreement, Client(Edsson Software, vzr)
shall pay McLake
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft een man, eiser, een agentuurovereenkomst gesloten met Edsson Software B.V. over de provisie die hij zou ontvangen voor klanten die hij voor het bedrijf heeft geworven. Na beëindiging van de overeenkomst op 31 december 2021, vorderde eiser betaling van provisie over de maanden januari, februari en maart 2022, alsook overzichten van de door Edsson Software geleverde diensten aan zijn klanten. Eiser stelde dat hij recht had op provisie op basis van de agentuurovereenkomst en artikel 7:431 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat een handelsagent recht heeft op provisie voor door hem geworven klanten, zelfs na beëindiging van de overeenkomst.
Edsson Software verweerde zich door te stellen dat eiser na de beëindiging van de overeenkomst geen recht meer had op provisie. De voorzieningenrechter oordeelde dat de agentuurovereenkomst geen basis bood voor de vordering van eiser, omdat er geen afspraken waren gemaakt over het recht op provisie na beëindiging van de overeenkomst. Ook artikel 7:431 lid 1 BW bood geen steun voor de vordering, aangezien dit artikel enkel recht op provisie tijdens de looptijd van de overeenkomst verleent.
De vorderingen van eiser werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. De voorzieningenrechter verklaarde de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Edsson Software de kosten direct kan vorderen. Dit vonnis is uitgesproken op 20 mei 2022 door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier.