ECLI:NL:RBAMS:2022:2680

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
25 maart 2022
Publicatiedatum
18 mei 2022
Zaaknummer
13/244019-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor internationale drugshandel en witwassen met gebruik van cryptocommunicatie

Op 25 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan internationale drugshandel en witwassen. De verdachte, geboren in 1972 en gedetineerd in een penitentiaire inrichting, werd beschuldigd van het medeplegen van de invoer, bewerking en verkoop van cocaïne in de periode van 7 september 2020 tot en met 8 maart 2021, evenals het (gewoonte)witwassen van geld en goederen die afkomstig waren uit deze criminele activiteiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte betrokken was bij twee transporten van cocaïne vanuit Colombia naar Nederland, waarbij in totaal ongeveer 48.046 gram cocaïne werd verhandeld. De verdachte gebruikte een cryptotelefoon en de SkyECC chatapplicatie om te communiceren over de drugshandel. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voldoende bewijs had geleverd dat hij de gebruiker was van een specifiek Sky-ID dat betrokken was bij de drugshandel. De verdediging voerde aan dat de verdachte niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de activiteiten van het Sky-ID, maar de rechtbank verwierp dit argument. De rechtbank achtte de verdachte schuldig aan de tenlastegelegde feiten en legde een gevangenisstraf van vier jaar op, met inachtneming van de ernst van de feiten en de impact op de samenleving. De rechtbank verklaarde ook verschillende luxe goederen en geldbedragen verbeurd, die als opbrengsten van de criminele activiteiten werden beschouwd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT
VONNIS
Parketnummer: 13/244019-21
Datum uitspraak: 25 maart 2022
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag 1] 1972,
wonende op het adres [ adres 1] ,
gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [penitentiaire inrichting] te [plaats 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 6 januari 2022 en 11 maart 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. U.E.A. Weitzel en van wat verdachte en zijn raadslieden mr. S. Janssen en C. Itaharen, advocaten te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort samengevat – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
medeplegen van invoer, bewerking en verkoop van cocaïne in de periode van 7 september 2020 tot en met 8 maart 2021;
medeplegen van voorbereiding van invoer, bewerken en doorvoer van cocaïne in de periode van 7 september 2020 tot en met 17 maart 2021;
(gewoonte)witwassen in de periode van 27 januari 2020 tot en met 5 oktober 2021.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en als hier ingevoegd geldt.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Inleiding
In een ander strafrechtelijk onderzoek, genaamd Argus, wordt onderzoek gedaan naar de gebruikers van cryptocommunicatie via de aanbieder SkyECC (hierna Sky). Daarbij zijn veel encrypted berichten ontdekt en ontsleuteld. Door daarin te zoeken met zoekwoorden in de categorie ‘cocaïne’ zijn berichten van verschillende Sky-ID’s in beeld gekomen, waaronder [Sky-ID 1] , die communiceren over het in georganiseerd verband handelen in verdovende middelen. [Sky-ID 1] chat onder andere over twee ladingen melasse met daarin verstopt zakken met vloeibare cocaïne van Colombia naar Nederland, welke cocaïne vervolgens in Nederland wordt verwerkt tot poedervorm en wordt (door)verkocht. Ook wordt in de chats gecommuniceerd over een derde transport dat in voorbereiding is. Vervolgens is onderzoek ingesteld naar de identiteit van [Sky-ID 1] . Hierop is verdachte in beeld gekomen en aangehouden.
4.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de tenlastegelegde feiten bewezen kunnen worden, waarbij de periode van het tweede feit moet worden beperkt van 7 september 2020 tot 8 maart 2021. Uit onderzoek is Sky-ID [Sky-ID 1] met gebruikersnaam “ [gebruikersnaam] ” naar voren gekomen. Onderzocht is waar de gebruiker van het Sky-ID ‘s nachts het meest frequent uitpeilde (namelijk een zendmast aan de [straat 1] in [plaats 2] ) en vervolgens is met een
IMSI-catchernader bepaald dat op het moment dat die zendmast werd aangestraald, het Sky-ID zich op de [straat 2] [huisnummer 1] dan wel [huisnummer 2] te [plaats 2] bevond. Op nummer [huisnummer 2] staan de zoon van verdachte en diens vrouw ingeschreven. Uit de politiesystemen bleek dat verdachte zich in een schorsing bevond en zich diende te bevinden op genoemd adres. Dit gegeven, in combinatie met het feit dat er (i) door [Sky-ID 1] veelvuldig in het Spaans is gechat en verdachte de Spaanse taal machtig is, (ii) gechat werd over het verjaardagsfeest van de vrouw van verdachte en er (iii) zich in de chats een foto bevond van een tuin waarvan achteraf kon worden vastgesteld dat dit de tuin van verdachte was, heeft geleid tot de conclusie dat de gebruiker van [Sky-ID 1] verdachte is. Uit de chats valt voldoende af te leiden dat ten minste twee transporten van cocaïne uit Colombia naar Nederland zijn verscheept. Verdachte chat met een Colombiaans contact over de transporten. En in de chats worden ‘tokens’ van onder andere Colombiaanse pesos gebruikt en op enig moment wordt ook gesproken over ‘poeder’ en ‘blok’. Ook heeft de gebruiker van [Sky-ID 1] , dus verdachte, contact met andere Sky-ID’s over de controle bij de douane en worden er drie foto’s van zakken op weegschalen naar hem verstuurd. Tot slot werd, blijkens de chats, een en ander omgezet in poeder en blokken en doorgeleverd.
Verdachte koppelt in relatie tot het eerste transport een en ander terug aan de Colombiaan en noemt drie zakken. Van twee van de drie zakken is het gewicht te zien (4.919 gram en 4.832 gram), voor het bepalen van het gewicht van de derde zak is het gemiddelde van de eerste twee genomen, aangezien het zakken zijn die elkaar in gewicht niet erg ontlopen. Met betrekking tot het tweede transport chatten
het Colombiaanse contact en verdachte over het transport en de controle bij de douane. Het gaat, blijkens de chats, in totaal om zeven zakken vloeibare cocaïne. Nadat alles is aangekomen, begint vervolgens, blijkens de chats, in Nederland het traject van het ‘oogsten’ van de zakken cocaïne uit de zakken melasse en het koken van de vloeibare cocaïne. De eerste drie zakken wegen samen 14.163 gram, zo blijkt uit de foto’s van de weegschalen. Ook de overige vier zakken zijn gewogen: totaal 29.003 gram. Het totale gewicht van het tweede transport is daarmee 33.420 gram. De daarop volgende chats vermelden hoe de verwerkte cocaïne daarna wordt doorverkocht. Ook wordt gesproken over een levering aan Engeland.
Het witwassen kan voor zowel de goederen, zijnde de luxe goederen die bij de doorzoeking van het huis van verdachte in beslag zijn genomen, als het geld, volgens de officier van justitie ook bewezen worden verklaard. Op 19 november 2020 sprak verdachte met zijn Colombiaanse contact over een betaling met een token van € 52.600. Op 20 november 2020 werd wederom gesproken over een token en werd een berekening getoond, waaruit blijkt dat er een (nog te betalen) bedrag van € 76.903 resteerde. Het tweede bedrag komt eveneens naar voren uit een berekening, waarmee verdachte en zijn Colombiaanse contact de balans opmaakten. Er staat: “verkocht: 73: 2x21=42.000; OK:5x24= 120.000.” Dat is samen € 162.000. De omzet die is gegenereerd met de handel is dus € 162.000, zijnde het bedrag dat eveneens is witgewassen. Tot slot is er een witgewassen bedrag van $ 22.426 (bestaande uit een bedrag van $ 11.426 en $ 10.886). Dit totaalbedrag diende te worden overgemaakt via een bank in Bogota. Verdachte heeft deze betalingen niet alleen besproken met zijn Colombiaanse contact, maar ook met zijn Nederlandse contact, [Sky-ID 2] . Met betrekking tot de goederen geldt dat uit de belastinggegevens niet blijkt dat verdachte met legale inkomsten de in beslag genomen luxegoederen heeft kunnen betalen.
4.3
Het standpunt van de verdediging
De raadslieden hebben vrijspraak bepleit. Hiertoe hebben zij aangevoerd dat het Sky-ID [Sky-ID 1] niet zonder meer aan verdachte kan worden toegeschreven, aangezien het dossier ook contra-indicaties bevat. Uit onderzoek is gebleken dat in de periode van 25 juni 2020 tot en met 9 maart 2021 Sky-ID [Sky-ID 1] een Cell-ID op de [straat 1] in [plaats 2] gebruikte. Pas op 31 maart 2021 werd onderzocht waar de cryptotelefoon zich precies bevond en kwam het adres [straat 2] [huisnummer 1] / [huisnummer 2] te [plaats 2] naar voren. Op basis hiervan wordt vastgesteld dat gedurende de gehele tenlastegelegde periode gebruik is gemaakt van dit account op dit adres, terwijl dit feitelijk maar voor één dag kan worden vastgesteld. Daarbij verbleef verdachte al enige tijd op een ander adres. Verdachte heeft geen zicht gehad op wie er in de relevante periode op het adres [straat 2] [huisnummer 2] te [plaats 2] hebben verbleven. Dat er door de gebruiker van Sky-ID [Sky-ID 1] gesproken werd over een verjaardag van ‘zijn vrouw’ is geen indicatie dat die gebruiker verdachte betreft. De chat werd immers gestuurd op 21 november 2020, terwijl de vrouw van verdachte pas op [geboortedag 2] jarig is. Ook kan uit de foto van de tuin die in de chats is aangetroffen, niet worden afgeleid dat die tuin de tuin van de [straat 2] [huisnummer 2] is. De tuin op de foto lijkt niet op de feitelijke situatie zoals aangetroffen. De bijnaam ‘ [gebruikersnaam] ’ wordt verder ten onrechte aan verdachte gekoppeld, aangezien deze naam door meerdere Sky-ID’s is gebruikt. Bovendien is de cryptotelefoon niet bij verdachte aangetroffen. Niet valt dan ook uit te sluiten dat deze telefoon en het Sky-ID door een ander is gebruikt.
De verdediging heeft daarnaast aangevoerd dat er berichtenwisselingen zijn waaraan [Sky-ID 1] geen bijdrage levert en dat de rol van [Sky-ID 1] niet duidelijk is. Vastgesteld kan slechts worden dat [Sky-ID 1] een rol speelde bij de bewerking van de eerste partij, niet dat sprake is van een nauwe en volledige samenwerking met [Sky-ID 1] bij de invoer daarvan.
De in de tenlastelegging genoemde bedragen voor feit 3 zijn niet navolgbaar. Er worden steeds andere berekeningen genoemd. Ook is geen sprake geweest van verhullende handelingen, of andere in de context van witwassen relevante activiteiten. Er wordt slechts een aantal girale overboekingen genoemd, die op zichzelf geen strafbaar feit opleveren. De waarde van de bij verdachte aangetroffen luxegoederen is niet dusdanig hoog dat niet anders kan worden geconcludeerd dan dat deze goederen met crimineel vermogen zijn gefinancierd.
4.4
Het oordeel van de rechtbank
4.4.1
Identificatie [Sky-ID 1]
De rechtbank is, net als de officier van justitie, van oordeel dat uit de bewijsmiddelen volgt dat het Sky-ID [Sky-ID 1] kan worden toegeschreven aan verdachte. Anders dan de verdediging betoogt, laat de optelsom van indicaties dat het om verdachte gaat, te weten (i) de plaatsing van de gebruiker van het Sky-ID op het adres [straat 2] [huisnummer 2] waar verdachte in het kader van zijn schorsing behoorde te blijven, (ii) het communiceren in de Spaanse taal, terwijl verdachte Spaanstalig is, (iii) het communiceren over de verjaardag van de vrouw op 21 november, terwijl verdachtes vrouw enkele dagen later jarig was en (iv) de foto van de tuin van de gebruiker, die, gezien de zich in het dossier bevindende foto’s van de tuin van de [straat 2] [huisnummer 2] en een zich in het dossier bevindende foto uit Google maps, grote gelijkenissen vertoont met laatstgenoemde tuin. Op de afbeelding is weliswaar een schutting te zien, die in de huidige situatie van de [straat 2] [huisnummer 2] ontbreekt, maar nu verdachte ter zitting heeft verklaard dat er destijds een schutting in zijn tuin stond (die vervolgens kennelijk is weggehaald), geeft dat verschil geen aanleiding om niet van de waarneembare overeenkomsten tussen de gefotografeerde tuin in de chat en de latere foto’s van [straat 2] [huisnummer 2] uit te gaan.
De rechtbank verwerpt het verweer dat mogelijk iemand anders de nachten doorbracht op de [straat 2] [huisnummer 2] , omdat dit verweer onvoldoende concreet en verifieerbaar is gemaakt. Hetzelfde geldt voor het verweer dat mogelijk (ook) anderen gebruik maakten van de gebruikersnaam “ [gebruikersnaam] ”. Anders dan de verdediging betoogt, kan uit de door de verdediging overgelegde chats niet worden afgeleid dat andere Sky-ID’s onder de naam [gebruikersnaam] opereerden.
4.4.2
Inhoud van de chats
De rechtbank is, met de verdediging, van oordeel dat behoedzaam met het gebruik van de chats als bewijs moet worden omgegaan. Het betreffen onderschepte berichten die niet zijn opgesteld om te dienen als bewijs in een strafproces. Er zijn geen gebruikers die als getuige de vermeende inhoud van de berichten hebben bevestigd. In de berichten wordt verder soms versluierde taal gebruikt en het betreft gesprekken die plaatsvinden in een context die voor de gebruikers van de berichten bekend is, maar lang niet altijd voor een buitenstaander. Ook beschikt de rechtbank niet over het volledige berichtenverkeer. Een en ander impliceert dat een interpretatie vereist is om iets over de betekenis van de berichten te zeggen. De rechtbank is zich van dit alles bewust. Om deze redenen is voorzichtigheid geboden.
De rechtbank stelt allereerst vast dat de chats gaan over cocaïne. Er wordt onder andere gesproken over ‘blokken’, ‘poeder’, ‘grammen’, ‘stempelen’, ‘koken’, ‘zakken’ en ‘tokens’. Termen die kenmerkend zijn voor de invoer en verwerking van cocaïne worden in de chat besproken. Daarnaast is in de chats een aantal foto’s aangetroffen, waarop blijkens het ‘proces-verbaal van bevindingen herkenning cocaïne’ verpakte en onverpakte blokken cocaïne zijn te zien.
De rechtbank stelt vast dat er twee voltooide transporten van Colombia naar Nederland hebben plaatsgevonden. Het eerste transport is op 30 september 2020 vertrokken uit Colombia. Het tweede transport vertrok op 10 december 2020. Dat de transporten vanuit Colombia zijn vertrokken, stelt de rechtbank vast aan de hand van de foto’s in de chats van Colombiaanse pesos die als token gebruikt worden en het feit dat een bank in Bogota (Colombia) wordt gebruikt. Ook blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen internet onderzoek [bedrijf 1] , dat op 10 februari 2021 geld overgemaakt moest worden van [bedrijf 1] naar de Colombiaanse vervoerder [bedrijf 2] . Tot slot blijkt uit een chatgesprek van 19 november 2020 dat er in relatie tot een ‘token’ wordt gecommuniceerd over een wisselkoers van “€1=3400”, wat duidt op de wisselkoers van de Colombiaanse pesos. De huidige wisselkoers van de Colombiaanse pesos is namelijk €1=3.555. Uit de chats blijkt dat er twee ladingen vloeibare cocaïne zijn vervoerd met ‘melasse’ als deklading, dat de twee transporten zijn geslaagd en dat de vervoerde vloeibare cocaïne in Nederland is omgezet in poedervorm. Het eerste transport bestond uit drie zakken. De rechtbank gaat uit van een totaalgewicht van 14.626 gram vloeibare cocaïne. De rechtbank volgt hierin de officier van justitie en neemt het gewicht van de twee zakken (4.919 en 4.832 gram) en telt het gemiddelde van deze twee zakken hierbij op, omdat het exacte gewicht van de derde zak onbekend is gebleven maar aannemelijk is dat het gewicht van de derde zak ongeveer gelijk moet zijn aan het gewicht van de andere zakken. Het tweede transport betrof zeven zakken met een totaalgewicht van 33.420 gram, zoals te zien is op de foto’s van de zakken op de weegschaal.
4.4.3
De rol van verdachte
Verdachte is vanaf het begin van het proces betrokken geweest, zo blijkt uit zijn deelname aan de chats vanaf het contact met de Colombiaanse partij. Verdachte gaf instructies en voerde regie over zowel het vervoer naar Nederland en het ophalen van de lading als over het omzetten van de vloeibare cocaïne in poedervorm. Ook was verdachte betrokken bij de verkoop van de cocaïne in Nederland. Verdachte gaf instructies over het druk zetten op de contacten bij de douane, over het maken van ‘blokken’ en instrueerde contacten om € 5.000 en poeder mee te nemen. Daarnaast had verdachte ook een uitvoerende rol. Zo is verdachte zelf kist 89 gaan halen toen bleek dat aanvankelijk de verkeerde kist was meegenomen. Verdachte is aldus nauw betrokken geweest bij de invoer, bereiding, bewerking, verwerking en verkoop van cocaïne. De rechtbank acht voorts bewezen dat verdachte de feiten tezamen en in vereniging met anderen heeft gepleegd. Er is voldoende nauwe en bewuste samenwerking geweest met de andere Sky-ID’s die in de chats naar voren komen.
4.4.4
Met betrekking tot feit 2
Uit de chats blijkt dat verdachte de twee voltooide cocaïnetransporten ook heeft voorbereid. De rechtbank is van oordeel dat de voorbereidingshandelingen die zijn verricht om de transporten uiteindelijk te doen slagen een dusdanig samenhangend, zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex opleveren dat verdachte daarvan één verwijt kan worden gemaakt. Ten aanzien van deze feiten is dus sprake van eendaadse samenloop. De rechtbank acht, gezien de inhoud van de chats, ook de voorbereidingshandelingen voor het derde, niet voltooide, transport bewezen.
4.4.5
Met betrekking tot feit 3
De rechtbank stelt voorop dat noch de tekst van artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht (Sr) noch de wetsgeschiedenis eraan in de weg staat dat iemand die een in die bepaling omschreven gedraging verricht ten aanzien van een voorwerp dat afkomstig is uit enig door hemzelf begaan misdrijf, wordt veroordeeld wegens witwassen. Dit betekent niet dat elke gedraging die in artikel 420bis, eerste lid, Sr is omschreven, onder alle omstandigheden de kwalificatie witwassen rechtvaardigt.
Uit de wetsgeschiedenis volgt dat ook in het geval het witwassen de opbrengsten van eigen misdrijf betreft, van de witwasser in beginsel een handeling wordt gevergd die erop is gericht "om zijn criminele opbrengsten veilig te stellen". Gelet hierop moet worden aangenomen dat, indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat voorwerp, die gedraging niet als witwassen kan worden gekwalificeerd.
Er moet dus sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerp gericht karakter heeft.
Met het eerste onder 1 bewezenverklaarde transport is, blijkens de chats, een omzet gemaakt van € 129.000. Met het tweede transport is een omzet van € 162.000 gemaakt. De geldbedragen zijn direct afkomstig uit de onder 1 bewezenverklaarde feiten. Op meerdere plekken in de chats wordt gesproken over ‘tokens', waarmee de cocaïne werd overgedragen en betaald. Daarnaast is bij de doorzoeking van de woning van verdachte geen geld aangetroffen. Verdachte heeft het geld dus niet meer voorhanden en heeft het vermoedelijk overgedragen. Voor het overdragen zijn aanwijzingen in de chats te vinden. Zo wordt er regelmatig in de chats gesproken over bedragen die betaald moesten worden, aan anderen moesten worden gegeven of moesten worden ‘verplaatst’. Dit duidt op verhulling en omzetting van de opbrengsten uit eigen misdrijf. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het witwassen van de $ 22.426, omdat dit bedrag kennelijk ziet op openstaande facturen, waarvan niet kan worden vastgesteld of die ook zijn betaald.
De rechtbank heeft, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geoordeeld dat de onder 3 ten laste gelegde bedragen van € 129.000 en € 162.000, onmiddellijk afkomstig zijn uit een door verdachte zelf begaan misdrijf en bewezen verklaard dat verdachte het geld heeft witgewassen.
Op grond van de hiervoor opgesomde feiten en omstandigheden, is de rechtbank van oordeel dat de verdachte handelingen heeft verricht die er naar hun uiterlijke verschijningsvorm kennelijk op gericht zijn geweest de criminele herkomst van het geld te verbergen of te verhullen.
De rechtbank acht daarmee het witwassen van laatstgenoemde geldbedragen bewezen.
Gelet op de totale hoogte van de witgewassen geldbedragen en de duur van de tenlastegelegde periode, is de rechtbank van oordeel dat verdachte een gewoonte heeft gemaakt van het plegen van witwassen.
Voor de tenlastegelegde goederen geldt het volgende. Gelet op het (legale) inkomen van verdachte in de afgelopen vijf jaren en de prijs van de goederen acht de rechtbank het vermoeden gerechtvaardigd dat de voorwerpen uit de opbrengst van enig misdrijf afkomstig zijn. Verdachte heeft verklaard dat hij een bedrijf in Ecuador heeft en een restaurant in Amsterdam heeft gehad, waarmee hij legaal inkomen heeft gegenereerd waarmee hij de goederen heeft gekocht. Deze verklaring is onvoldoende concreet en verifieerbaar. Het aldus door de verdachte geboden tegenwicht tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding tot een nader onderzoek door het openbaar ministerie. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat de in de tenlastelegging genoemde voorwerpen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn.
De rechtbank komt daarmee tot een (gedeeltelijke) bewezenverklaring van het onder 3 ten laste gelegde.
4.4.6
Bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar beslissing dat verdachte het bewezen geachte heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat. Indien tegen dit verkort vonnis hoger beroep wordt ingesteld, worden de door de rechtbank gebruikte bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in een aanvulling op het verkort vonnis. Deze aanvulling wordt dan aan het verkort vonnis gehecht.

5.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de gebruikte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Met betrekking tot feit 1
in de periode van 7 september 2020 tot en met 8 maart 2021 in Nederland en in Colombia meermalen
tezamen en in vereniging met anderen opzettelijk binnen het grondgebied van Nederland heeft
gebracht, en vervolgens opzettelijk heeft bereid, en/of bewerkt en/of verwerkt en verkocht en afgeleverd en opzettelijk aanwezig heeft gehad ongeveer 48.046 gram van een materiaal bevattende cocaïne, bestaande uit:
* een lading - te weten drie zakken - van ongeveer 14.626 gram van een materiaal bevattende cocaïne, en
* een lading - te weten zeven zakken - van ongeveer 33.420 gram van een materiaal bevattende cocaïne,
zijnde cocaïne, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
Met betrekking tot feit 2
in de periode van 7 september 2020 tot en met 8 maart 2021 in Nederland, in Colombia en in Engeland, meermalen tezamen en in vereniging met anderen om een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van cocaïne, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne, een middel vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst I, voor te bereiden en/of te bevorderen,
* een of meer anderen heeft getracht te bewegen om die feiten te plegen, te doen plegen, mede te plegen, om daarbij behulpzaam te zijn en/of om daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen
en/of
* voorwerpen en betaalmiddelen voorhanden heeft gehad waarvan hij, verdachte en zijn mededaders, wisten dat die bestemd waren tot het plegen van die feiten, immers heeft hij, verdachte, en zijn mededaders opzettelijk:
- een cryptotelefoon voorhanden gehad en
- op die cryptotelefoon een Sky-ECC chatapplicatie gebruikt en
- een encrypted Sky-ECC groepschat aangemaakt en aan encrypted Sky-ECC groepschats deelgenomen die vrijwel uitsluitend betrekking hebben op de (internationale) handel in verdovende middelen en de financiën hieromtrent
en
- foto's van hoeveelheden verdovende middelen verzonden naar anderen en
- encrypted Sky-ECC chatgesprekken gevoerd met betrekking tot het bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen en/of invoeren van handelshoeveelheden verdovende middelen en
- encrypted Sky-ECC chatgesprekken gevoerd met betrekking tot de prijs van de verdovende middelen en de levering van het hiervoor te betalen geldbedrag en tokens gestuurd en de financiële administratie hieromtrent bijgehouden
en
- encrypted Sky-ECC chatgesprekken gevoerd over het vervoeren van verdovende middelen naar Londen (Engeland) en
- geldbedragen overgemaakt voor een transport van verdovende middelen van Colombia richting Nederland.
Met betrekking tot feit 3
in de periode van 27 januari 2020 tot en met 5 oktober 2021 in Nederland en in Colombia meermalen telkens tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, van voorwerpen, te weten
* contante geldbedragen, namelijk
- 129.500,- euro en
- 162.000,- euro en
* 3 luxe horloges (van de merken Omega, Breitling en Chopard), en
* meerdere luxe merkschoenen en een fles whisky en een humidor,
de werkelijke aard en/of herkomst van de geldbedragen heeft verborgen en/of verhuld wie de geldbedragen voorhanden heeft gehad en genoemde voorwerpen heeft verworden of voorhanden heeft gehad terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededaders, wist(en) dat bovenomschreven voorwerpen en geldbedragen– onmiddellijk of middellijk – afkomstig waren uit enig (eigen) misdrijf en hij, tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen, van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.Motivering van de straffen en maatregelen

8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar onder 1, 2 en 3 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft de rechtbank verzocht rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte en met hetgeen in vergelijkbare zaken wordt opgelegd en om (aldus) een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaar op te leggen.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan internationale drugshandel, verwerking van cocaïne en de verkoop ervan in Nederland. Het is algemeen bekend dat verdovende middelen schade toebrengen aan de gezondheid van gebruikers van deze middelen en dat de productie en verkoop van verdovende middelen gepaard gaan met ernstige vormen van criminaliteit. De handel in harddrugs door de georganiseerde criminaliteit vormt dan ook een ernstige inbreuk op de rechtsorde en heeft een ontwrichtende invloed op de samenleving. De raadsman heeft gesteld dat in dit geval milder moet worden gestraft omdat niet gebleken is van geweldshandelingen. De suggestie dat verdachtes handelingen moeten worden gezien als het vreedzaam faciliteren van recreatief gebruik van cocaïne, werpt de rechtbank ver van zich. De schade en het leed dat wordt veroorzaakt door deze criminaliteit is van het begin tot het einde van de keten groot. Daarnaast worden met de handel in harddrugs hoge criminele winsten behaald. Verdachte heeft zich op die manier ook schuldig gemaakt aan het medeplegen van gewoontewitwassen van grote geldbedragen. Het witwassen van criminele gelden vormt een bedreiging van de legale economie, het tast de integriteit van het financiële en economische verkeer aan. Het gaat in casu om ongeveer 30 kilo cocaïne en het witwassen van een groot geldbedrag en meerdere luxegoederen.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting gekeken naar straffen die in min of meer vergelijkbare zaken worden opgelegd. In strafmatigende zin is meegewogen dat sprake is van een gedeeltelijke (eendaadse) samenloop van feit 1 en 2 (zie onder 4.4.4). De rechtbank is van oordeel dat, gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden, aanleiding bestaat bij de straftoemeting af te wijken van wat de officier van justitie heeft gevorderd en acht een gevangenisstraf voor de duur van vier jaren passend.

9.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. STK Zonnebril (Omschrijving: G6105918, Cazal Legends)
2 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105922, Dita)
3 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105923, Dita Landmark)
4 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105924, Cazal Legends)
5 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105926, Am Eyeware)
6 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105927, Dita)
7 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105928)
8 1 STK Horloge 4800 (Omschrijving: G6105495, Chopard Classic)
9 1 STK Horloge 13-244019-21/99710566-BL2101 (Omschrijving: G6105501, Breitling Flying B)
10 1 STK Horloge 1300 (Omschrijving: G6105552, Omega Railmaster)
11 Goednr. 6105488 Nokia
12 Goednr. 6105496 IPhone
13 Goednr. 6105508 IPhone
14 Goednr. 6105537 Nokia
15 Goednr. 6105656 IPhone
16 Goednr. 6105665 Google Pixel 4A
17 Goednr. 6105852 IPhone
18 Goednr. 6105859 IPhone
19 Goednr. 6105936 Google
20 Goednr. 6105980 Iphone
21 Goednr. 6105499 simkaarthouder met 4 simkaarten
Verbeurdverklaring
Goednummer 16 behoort aan verdachte toe. Nu met behulp van dit voorwerp het onder 1 en 2 bewezen geachte is begaan, wordt dit voorwerp verbeurdverklaard.
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten: 8, 9, 10, die aan verdachte toebehoren, worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien die voorwerpen geheel of grotendeels uit de baten van het onder 1 en 2 bewezen geachte zijn verkregen.
De overige goederen moeten aan verdachte worden teruggegeven.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 2, 10 en 10a Opiumwet en 33, 33a, 47, 55, 57 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.

11.Beslissing

Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
ten aanzien van feit 1:
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;
ten aanzien van feit 2:
medeplegen van een feit, bedoeld in het vierde en vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voorbereiden of bevorderen, door een ander trachten te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen, uit te lokken, daarbij behulpzaam te zijn of om daartoe gelegenheid, middelen of inlichtingen te verschaffen, zich of een ander gelegenheid, middelen of inlichtingen tot het plegen van dat feit trachten te verschaffen, en voorwerpen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit, meermalen gepleegd;
gedeeltelijk in eendaadse samenloop begaan met feit 1
ten aanzien van feit 3:
van het plegen van witwassen een gewoonte maken.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van
vier jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Verklaart verbeurd:
8 1 STK Horloge 4800 (Omschrijving: G6105495, Chopard Classic)
9 1 STK Horloge 13-244019-21/99710566-BL2101 (Omschrijving: G6105501, Breitling Flying B)
10 1 STK Horloge 1300 (Omschrijving: G6105552, Omega Railmaster)
16 Goednr. 6105665 Google Pixel 4A
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1. STK Zonnebril (Omschrijving: G6105918, Cazal Legends)
2 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105922, Dita)
3 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105923, Dita Landmark)
4 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105924, Cazal Legends)
5 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105926, Am Eyeware)
6 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105927, Dita)
7 1 STK Zonnebril (Omschrijving: G6105928)
11 Goednr. 6105488 Nokia
12 Goednr. 6105496 IPhone
13 Goednr. 6105508 IPhone
14 Goednr. 6105537 Nokia
15 Goednr. 6105656 IPhone
17 Goednr. 6105852 IPhone
18 Goednr. 6105859 IPhone
19 Goednr. 6105936 Google
20 Goednr. 6105980 IPhone
21 Goednr. 6105499 simkaarthouder met 4 simkaarten
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Smit, voorzitter,
mrs. N.J. Koene en A.J. Scheijde, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Spanjaart, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 25 maart 2022.
[...]