3.3.Het oordeel van de rechtbank
Zaak A
Diefstal met geweld jegens [naam 1] (feit 1)
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage I zijn vervat, bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 1 ten laste gelegde diefstal met geweld. Zowel uit de aangifte van [naam 1] als uit de verklaring van getuige [getuige 1] volgt dat zij verdachte direct herkennen. Beide mannen verklaren dat zij al meerdere incidenten met verdachte hebben gehad. Uit de aangifte volgt verder dat verdachte [naam 1] met gebalde vuist in zijn gezicht heeft geslagen. De aangifte wordt ondersteund door de verklaring van [getuige 1] . Met de officier van justitie is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden bewezen dat verdachte het ten laste gelegde tezamen en in vereniging met een ander heeft begaan. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het onderdeel medeplegen.
Diefstal met geweld jegens [naam 2] (feit 2)
De rechtbank acht de onder 2 ten laste gelegde diefstal met geweld niet bewezen, zodat verdachte daarvan dient te worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. De verdenking jegens verdachte is dat hij, al dan niet samen met een ander, bloemen zou hebben weggenomen. De rechtbank stelt op basis van de dossier vast dat verdachte de bloemen heeft achtergelaten in het toilet, waarna hij zonder de bloemen is weggereden. Naar het oordeel van de rechtbank valt het bovenstaande niet te kwalificeren als een voltooide diefstal, zoals onder 2 ten laste is gelegd. Nu een poging diefstal niet ten laste is gelegd zal verdachte worden vrijgesproken van het onder 2 ten laste gelegde. De vraag of er al dan niet geweld is gebruikt door verdachte behoeft, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, geen verdere bespreking.
Diefstal bloemen (feit 3)
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage I zijn vervat bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder feit 3 ten laste gelegde diefstallen van bloemen op 15 mei 2020, 14 juni 2020, 23 september 2020 en 7 juni 2020. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. De aangiften worden ondersteund door camerabeelden waarop verdachte wordt herkend. Er is sprake van een specifieke modus operandi. Verdachte is veelvuldig waargenomen op de bloemenveiling in Aalsmeer, waar hij meermalen is betrapt op diefstal van bloemen en fusten. Verdachte maakt hierbij gebruik van verschillende vervoersmiddelen die aan bekenden van hem toebehoren, zoals de scooter en auto, welke beiden op naam staan van zijn vader en in een ander geval de auto van medeverdachte [medeverdachte] . Gelet op het specifieke patroon in het gedrag van de verdachte gebruikt de rechtbank deze modus operandi in deze vier diefstallen dan ook schakelbewijs.
De rechtbank acht de diefstallen op 19/20 februari 2021 en 23 februari 2021 niet bewezen en overweegt daartoe als volgt. Volgens het tweede lid van artikel 342 van het Wetboek van Strafvordering kan het bewijs dat de verdachte een ten laste gelegd feit heeft begaan door de rechter niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. In onderhavige zaak worden de aangiften van [naam 3] en [naam B.V.] niet ondersteund door andere bewijsmiddelen zodat verdachte van deze diefstallen wordt vrijgesproken.
Diefstal fusten (feit 4)
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage I zijn vervat bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de onder 4 ten laste gelegde diefstal in vereniging. De rechtbank overweegt daartoe dat verdachte wordt herkend op de camerabeelden terwijl hij de fusten over het hek gooit. Op de camerabeelden wordt verder gezien dat medeverdachte [medeverdachte] de fusten meeneemt van de plek waar verdachte ze heeft achtergelaten.
Heling (feit 5)
Vrijspraak heling Fiat Ducato
Het dossier en het verhandelde ter terechtzitting bieden onvoldoende aanknopingspunten om tot een veroordeling voor heling van de Fiat Ducato te komen. Uit het dossier is niet op te maken dat verdachte wist of redelijkerwijs had moeten vermoeden dat de bus van misdrijf afkomstig was. Verdachte zal dan ook van dit onderdeel worden vrijgesproken.
Dat is anders voor de Iveco bestelbus en de bromfiets. De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage I zijn vervat bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan heling van de Iveco bus en de bromfiets. Voor het ten laste gelegde medeplegen is onvoldoende bewijs, waardoor verdachte voor dat onderdeel eveneens vrijgesproken dient te worden.
Zaak B
Poging doodslag, (poging) zware mishandeling, mishandeling
Vrijspraak van het primair en subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsvouw, van oordeel dat op grond van de in het dossier bevindende bewijsmiddelen poging doodslag en zware mishandeling niet kan worden bewezen. Dit betekent dat verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde zal worden vrijgesproken.
Overweging ten aanzien van het meer subsidiair ten laste gelegde
De rechtbank acht op grond van de bewijsmiddelen die in bijlage I zijn vervat bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan een poging tot zware mishandeling. De rechtbank overweegt daartoe als volgt. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij een mes heeft gepakt toen hij aangever schreeuwend voor de deur zag staan en dat hij ‘klaar was voor de oorlog’. In de worsteling die vervolgens is ontstaan heeft verdachte aangever in zijn schouder gestoken. Het is een feit van algemene bekendheid dat wanneer je iemand met een mes steekt, zeker als dat in de buurt van de borststreek gebeurt, de kans op het intreden van zwaar lichamelijk letsel bij de ander aanmerkelijk is. Nu deze wetenschap bij een ieder mag worden verondersteld, dus ook bij verdachte, en hij desondanks heeft gehandeld zoals hij deed, heeft hij deze aanmerkelijke kans kennelijk ook bewust aanvaard. Aangever is er relatief goed vanaf gekomen, maar het had ook zomaar eens anders kunnen aflopen. Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd acht de rechtbank daarmee opzet (in voorwaardelijke zin) op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel bewezen.
Zaak C
Heling bromfiets
Het dossier en het verhandelde ter terechtzitting bieden onvoldoende aanknopingspunten om tot een veroordeling voor heling te komen. Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van de ten laste gelegde heling van de bromfiets.
Zaak D
Diefstal laptop Media Markt
De rechtbank is, met de officier van justitie en de raadsvrouw, van oordeel dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten biedt om tot een bewezenverklaring van de diefstal op 28 november 2021, zoals te laste gelegd, te komen. De door de verdachte bekende diefstal bij de Mediamarkt op 11 december 2021 is niet ten laste gelegd. De rechtbank zal verdachte dan ook van dit feit vrij spreken.