Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 25 april 2022 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
de minister voor Rechtsbescherming, verweerder
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit van 22 november 2021;
- herroept het primaire besluit van 30 augustus 2021;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit;
- bepaalt dat verweerder de gevraagde VOG aan eiser zal afgeven binnen 6 weken; draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 181,- aan eiser te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 2.600,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 25 april 2022.
Rechtsmiddel
Bijlage
Het objectieve criterium).
subjectieve criteriumworden geoordeeld dat het belang dat een aanvrager heeft bij het verstrekken van een VOG zwaarder weegt dan het belang van de samenleving bij bescherming tegen het door middel van het objectieve criterium vastgestelde risico voor de samenleving. In dat geval wordt een VOG afgegeven ondanks dat wordt voldaan aan het objectieve criterium. Omstandigheden van het geval die altijd in de beoordeling worden betrokken zijn de wijze waarop de strafzaak is afgedaan, het tijdsverloop en de hoeveelheid antecedenten.