ECLI:NL:RBAMS:2022:263

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 januari 2022
Publicatiedatum
26 januari 2022
Zaaknummer
9288109 CV EXPL 21-8878
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overgang van energieovereenkomst van failliete leverancier naar nieuwe leverancier en informatieplichten

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 24 januari 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de besloten vennootschap Innova Energie B.V. (eiseres) en een consument (gedaagde) over de overgang van een energieovereenkomst na het faillissement van Flexenergie. Eiseres heeft gevorderd dat gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 194,37, maar de kantonrechter heeft vastgesteld dat er onduidelijkheid bestaat over de rechtsgeldigheid van de overeenkomst tussen eiseres en gedaagde. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het niet duidelijk is of de energieovereenkomst van gedaagde is overgegaan op basis van een overeenkomst tussen Flexenergie en Innova Energie, of dat er sprake is van een aanwijzing door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Dit is van belang omdat de informatieplichten die een energiemaatschappij moet nakomen bij het sluiten van een overeenkomst, moeten worden getoetst. De kantonrechter heeft aangegeven dat hij ambtshalve moet onderzoeken of de informatieverplichtingen zijn nageleefd, ook al heeft gedaagde hier niet om gevraagd. De zaak is verwezen naar de rol voor verdere uitlatingen van eiseres, waarbij eiseres de gelegenheid krijgt om te reageren op het vermoeden dat de informatieplichten niet zijn nageleefd. De beslissing over de sanctie, die kan leiden tot gedeeltelijke vernietiging van de betalingsverplichting van gedaagde, is aangehouden.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9288109 CV EXPL 21-8878
vonnis van: 24 januari 2022

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap INNOVA ENERGIE B.V.

gevestigd te Delft
eiseres
gemachtigde: B.E.J. Caminada
t e g e n

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]
gedaagde
niet verschenen

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij exploot van dagvaarding van 15 juni 2021 heeft eiseres gevorderd dat gedaagde zal worden veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 194,37 met nevenvordering(en), één en ander zoals in de dagvaarding nader omschreven.
Gedaagde heeft geen uitstel verzocht en evenmin uiterlijk op de in de dagvaarding vermelde terechtzitting geantwoord.
Tegen gedaagde is verstek verleend.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Eiseres stelt dat de overeenkomst tussen haar en gedaagde tot stand is gekomen na het faillissement van Flexenergie d.d. 23 oktober 2018. Eiseres is door de ACM aangewezen als nieuwe energieleverancier om te voorkomen dat de gedaagde geen gebruik zou kunnen maken van gas en/of energie.
Eiseres heeft gedaagde op 1 november 2018 meegedeeld dat zij vanaf 1 november 2018 de nieuwe energie- en/of gasleverancier is. Bij deze mededeling heeft gedaagde per e-mail van eiseres een variabele leveringsovereenkomst ontvangen met daarin alle voorwaarden, tarieven, de startdatum van de levering en het maandelijks termijnbedrag.
Eiseres heeft aan gedaagde een wijzigingsvoorstel gedaan om op basis van een vaste leveringsovereenkomst energie aan gedaagde te leveren.
Eiseres stelt dat zij heeft voldaan aan de precontractuele en contractuele informatieplichten van artikel 6:230m lid 1 en 6:230v BW. Gedaagde heeft het nieuwe aanbod van eiseres niet aanvaard. Gedaagde heeft de overeenkomst opgezegd en een drietal facturen onbetaald gelaten.

Beoordeling

De kantonrechter overweegt als volgt.
Gedaagde heeft met Flexenergie B.V., hierna Flexenergie, een overeenkomst gesloten voor de levering van gas en energie. Wanneer deze overeenkomst is gesloten en op welke wijze dat heeft plaatsgevonden is gesteld noch gebleken en evenmin is duidelijk geworden of daarbij de informatieverplichtingen door Flexenergie in acht zijn genomen.
Bij nieuwsbericht van 15 oktober 2018 heeft de Autoriteit Consument en Markt, hierna ACM, laten weten dat de vergunning van Energieflex, waarvan de kantonrechter aanneemt dat hier Flexenergie wordt bedoeld, is ingetrokken.
Op 26 oktober 2018 is door ACM bericht dat de curator van EnergieFlex een nieuwe leverancier heeft gevonden die de klanten van Energieflex overneemt, te weten eiseres.
Bij e-mail van 31 oktober 2018 heeft eiseres aan gedaagde bericht dat zij vanaf 1 november 2018 de nieuwe leverancier wordt. In een bijlage bij de e-mail is de nieuwe leveringsovereenkomst gevoegd. Tevens is in de e-mail meegedeeld dat om de levering te garanderen gestart wordt met een variabel contract en wordt melding gemaakt van een aanbod voor een vast energiecontract dat gedaagde op 1 november 2018 zal ontvangen. Ten slotte wordt in de e-mail verwezen naar de voorwaarden en wordt het termijnbedrag van
€ 69,91 per termijn vermeld.
Op 1 november 2018 heeft eiseres aan gedaagde een aanbod gedaan voor een nieuwe overeenkomst. Gedaagde is niet op dit aanbod ingegaan.
Gedaagde heeft volgens eiseres de variabele leveringsovereenkomst met eiseres opgezegd.
Bij facturen van 1 september 2019, 1 oktober 2019 en 1 november 2019 heeft eiseres aan gedaagde respectievelijk € 71,00, € 71,00 en € 7,26 in rekening gebracht. Gedaagde heeft ondanks aanmaningen deze facturen onbetaald gelaten.
Gedaagde is een consument. In dat geval moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen de handelaar en de consument gesloten overeenkomst staan oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/13 EG (richtlijn oneerlijke bedingen). De kantonrechter moet ook ambtshalve onderzoeken of de handelaar de op haar rustende informatieplichten heeft nageleefd, nu sprake is van een op afstand gesloten overeenkomst buiten de verkoopruimte en of sprake is van oneerlijke handelspraktijken.
Daarvoor dient allereerst te worden beoordeeld welke overeenkomst tussen partijen geldt.
Op grond van het besluit van 12 juli 2018, in werking getreden op 1 oktober 2018, tot wijziging van het besluit leveringszekerheid gas en elektriciteit kleinverbruikers, hierna het Besluit, zijn er twee mogelijkheden in geval van faillissement als hier aan de orde.
De overnemende energiemaatschappij neemt ofwel op basis van een overeenkomst met de failliet de klanten over, overeenkomstig artikel 5 van het Besluit, dan wel de overnemende energiemaatschappij neemt de klant, na verdeling, over op basis van een aanwijzing van de ACM op basis van artikel 6 van het Besluit.
In het geval eiseres de overeenkomst met gedaagde van Flexenergie heeft overgenomen op basis van een overeenkomst gaan de klant en zijn met failliet gesloten overeenkomst mee over op de nieuwe leverancier en dat betekent dat de informatieplichten getoetst moeten worden bij de totstandkoming van de overeenkomst met Flexenergie.
Is sprake geweest van een verdeling op basis van een aanwijzing van de netbeheerder dan is van rechtswege een overeenkomst tot stand gekomen gebaseerd op artikel 6 van het Besluit en dienen de informatieplichten van deze (nieuwe) overeenkomst getoetst te worden.
Op basis van de thans beschikbare informatie is niet duidelijk op welke wijze de overeenkomst van gedaagde op eiseres is overgegaan. Eiseres stelt in de dagvaarding weliswaar dat zij door de ACM is aangewezen, maar in de zich bij de stukken bevindende
e-mail van ACM wordt niet gesproken over een aanwijzing, maar wordt vermeld dat de curator van EnergieFlex een nieuwe energieleverancier heeft gevonden die de klanten van EnergieFlex overneemt. Bovendien vermeld ACM op 23 oktober 2018 dat vanaf 29 oktober 2018 partijen, als dat nodig is, voorbereidingen kunnen treffen voor het verdelen van de klanten, terwijl eiseres al op 26 oktober 2018 als leverancier is gemeld bij gedaagde, hetgeen er niet op duidt dat in dit geval sprake is van een aanwijzing op grond van artikel 6 van het Besluit. Ook in het bericht van de curator van FlexEnergie wordt melding gemaakt van overeenstemming tussen curator en eiseres.
Aldus wordt vermoed dat geen sprake is geweest van een aanwijzing als bedoeld in lid 6 van het Besluit. Eiseres wordt in de gelegenheid gesteld dit vermoeden te weerleggen aan de hand van een besluit van de netbeheerder van zowel het gas- als elektriciteitsnetwerk waarin wordt vermeld dat sprake is geweest van een verdeling als bedoeld in artikel 6 van het Besluit. De zaak zal hiertoe naar de rol worden verwezen over vier weken.
Voorts wordt eiseres verzocht zich uit te laten over het volgende.
De Hoge Raad heeft op 12 november 2021 een uitspraak gedaan die voor deze zaak van belang is (ECLI:NL:HR:2021:1677). Kort samengevat heeft de Hoge Raad overwogen dat (1) de rechter in zaken met consumenten ambtshalve moet onderzoeken of aan bepaalde informatieverplichtingen is voldaan indien sprake is van een overeenkomst gesloten op afstand en overeenkomsten buiten de verkoopkoopruimte en (2) dat als sprake is van een voldoende ernstige schending van zo’n verplichting de rechter een sanctie moet toepassen.
Nu niet duidelijk is welke overeenkomst tussen partijen geldt kan nog niet worden beoordeeld of en welke informatieverplichtingen (niet) zijn nageleefd. Nu echter niet uit te sluiten is dat eiseres, dan wel Flexenergie niet heeft voldaan aan de hiervoor genoemde (essentiële) informatieplichten, waarvan ambtshalve onderzocht moet worden of deze zijn nageleefd, kan niet worden uitgesloten dat een sanctie moet worden opgelegd. De kantonrechter is in dat geval voornemens om de betalingsverplichting van gedaagde gedeeltelijk te vernietigen conform de landelijk gepubliceerde richtlijn sanctiemodel schending essentiële informatieverplichtingen.
Voordat een dergelijke sanctie wordt opgelegd, mag eiseres eerst nog reageren op dit voornemen. De zaak zal ook hiervoor worden verwezen naar de rol over vier weken.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

BESLISSING

De kantonrechter:
verwijst de zaak naar de rol van
maandag 21 februari 2022 te 10.00 uurvoor akte uitlating aan de zijde van eiseres;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2022 door mr. L. van Berkum, kantonrechter, in tegenwoordigheid van de griffier.