In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 22 april 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een Europese gehandicaptenparkeerkaart (GPK) behandeld. Eiseres, woonachtig in Amsterdam, had haar aanvraag ingediend bij het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, maar deze werd afgewezen op 24 april 2020. De reden voor de afwijzing was dat eiseres niet voldeed aan de voorwaarden voor het verkrijgen van een GPK, omdat uit onderzoek van de GGD bleek dat zij in staat was om langer dan honderd meter aaneengesloten te lopen. In het bestreden besluit van 29 januari 2021 werd deze afwijzing gehandhaafd.
De rechtbank heeft op 12 april 2022 de zaak behandeld, waarbij zowel eiseres als de gemachtigde van verweerder aanwezig waren. Eiseres voerde aan dat haar gezondheidsklachten in de loop der jaren waren toegenomen en dat zij niet verder kon lopen dan ongeveer honderd meter. De rechtbank beoordeelt de beroepsgronden van eiseres en concludeert dat de adviezen van de GGD-artsen, die de medische situatie van eiseres hebben beoordeeld, voldoen aan de eisen van onpartijdigheid en objectiviteit. De rechtbank stelt vast dat de GGD-adviezen niet onzorgvuldig tot stand zijn gekomen en dat eiseres op basis van deze adviezen niet in aanmerking komt voor de GPK.
Uiteindelijk oordeelt de rechtbank dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt in haar verzoek om de GPK. De rechtbank wijst ook op het feit dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.