In deze zaak heeft Beter Bed B.V. [gedaagde] aangesproken tot betaling van € 679,20, vermeerderd met wettelijke rente en kosten, na de verkoop van een bed met matras in oktober 2017. Beter Bed stelt dat de overeenkomst onder haar voorwaarden is gesloten en dat zij voldaan heeft aan de informatieplichten. [gedaagde] heeft echter verweer gevoerd, stellende dat hij de andere matras niet heeft besteld en deze niet is afgeleverd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat het een consumentenkoopovereenkomst betreft, waarbij ambtshalve moet worden onderzocht of er oneerlijke bedingen in de overeenkomst of de algemene voorwaarden zijn opgenomen. Beter Bed heeft nagelaten de algemene voorwaarden over te leggen, wat noodzakelijk is voor de toetsing op oneerlijke bedingen. De kantonrechter oordeelt dat Beter Bed niet aan haar stelplicht heeft voldaan, waardoor de vordering wordt afgewezen. Beter Bed wordt veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde], die tot op heden op nihil zijn begroot.