ECLI:NL:RBAMS:2022:2600

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
13 mei 2022
Publicatiedatum
13 mei 2022
Zaaknummer
C/13/716328 FA RK 22/2318
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Handhaving voorlopige voogdij over minderjarige in geval van gezagsvacuum door minderjarige moeder

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 22 april 2022 een beschikking gegeven met betrekking tot de voorlopige voogdij over de minderjarige [minderjarige]. De moeder, geboren op [geboortedatum 2] 2008, is op 13 april 2022 bevallen en is zelf minderjarig, waardoor zij niet bevoegd is om het gezag over haar kind uit te oefenen. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de handhaving van de spoedbeschikking tot voorlopige voogdij, omdat er een gezagsvacuum is ontstaan. De moeder verblijft samen met de minderjarige bij haar grootmoeder, die ook betrokken is bij de zorg voor het kind.

Tijdens de mondelinge behandeling zijn zowel de moeder als de grootmoeder gehoord, evenals vertegenwoordigers van de Raad en Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA). De moeder heeft aangegeven dat het goed met haar gaat en dat zij samen met de grootmoeder voor de minderjarige wil zorgen. De grootmoeder heeft bevestigd dat zij in staat is om voor de minderjarige te zorgen en dat zij de situatie als gecompliceerd ervaart, maar zij is vastbesloten om een goede (groot)moeder te zijn.

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling geoordeeld dat de maatregel van voorlopige voogdij dringend en noodzakelijk is om de belangen van de minderjarige te waarborgen. JBRA zal de tijdelijke voogdij blijven uitoefenen totdat er meer duidelijkheid is over de toekomstige voogdij. De beschikking is openbaar uitgesproken en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 13 mei 2022. Hoger beroep tegen deze beschikking kan binnen drie maanden worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Amsterdam
Zaakgegevens : C/13/716328 / FA RK 22/2318
datum uitspraak: 22 april 2022

beschikking voorlopige voogdij

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming, locatie Haarlem, hierna te noemen de Raad,

betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum 1] 2022 te [geboorteplaats] , hierna te noemen

[minderjarige] .

[de moeder] is de moeder.

[de grootmoeder] , wonende te [woonplaats] , is de grootmoeder (moederszijde).

De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
de moeder, de grootmoeder (moederszijde) en Jeugdbescherming Regio Amsterdam (JBRA).

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoek met bijlagen van de Raad van 13 april 2022, ingekomen bij de griffie op 13 april 2022 en de spoedbeschikking van 13 april 2022.
Op 22 april 2022 is de zaak mondeling behandeld met gesloten deuren.
Gehoord zijn:
  • de moeder (telefonisch),
  • grootmoeder moederszijde, hierna: de grootmoeder (telefonisch)
  • mevrouw [naam 1] , namens de Raad,
  • mevrouw [naam 2] , namens JBRA.

De feiten

De moeder, geboren op [geboortedatum 2] 2008, is op 13 april 2022 bevallen van [minderjarige] .
De moeder verblijft met [minderjarige] bij de grootmoeder.

Het verzoek

De Raad heeft verzocht om de spoedbeslissing tot voorlopige voogdij over de minderjarige [minderjarige] te handhaven, omdat het gezag over de minderjarige niet wordt uitgeoefend. De moeder van [minderjarige] is minderjarig en derhalve onbevoegd tot het uitoefenen van het gezag. De maatregel is volgens de Raad noodzakelijk om de belangen van [minderjarige] te kunnen behartigen.
Het is in het belang van [minderjarige] dat JBRA met de voorlopige voogdij blijft belast. De
voorlopige voogd zal zorgdragen voor een veilige en stabiele verzorging en
opvoedingssituatie van [minderjarige] . Dit geeft de moeder ook de mogelijkheid en de rust om na te denken over de toekomst van haar en [minderjarige] . In de komende maanden zal worden onderzocht waar in de toekomst de voogdij dient te worden belegd De Raad vindt het positief dat de moeder en de grootmoeder hebben aangegeven dat zij zelf voor [minderjarige] willen blijven zorgen.

De standpunten van de belanghebbenden

De moeder brengt naar voren dat het naar omstandigheden goed met haar gaat. Zij is
samen met [minderjarige] uit het ziekenhuis thuisgekomen. Hoewel zij er eerst anders over dacht wil
zij nu graag samen met de grootmoeder voor [minderjarige] blijven zorgen.
De grootmoeder geeft aan dat de situatie gecompliceerd is maar dat zij goed in staat is om voor [minderjarige] te zorgen. De moeder en [minderjarige] kunnen niets aan de situatie doen en dat sterkt de oma in haar voornemen om voor hen beiden een lieve (groot)moeder te zijn.
JBRA stemt ermee in dat de voorlopige voogdij bij haar blijft. Inmiddels is DNA afgenomen en de resultaten zullen er in ieder geval binnen twaalf weken zijn.

De beoordeling

Op grond van de inhoud van de stukken en hetgeen is besproken bij de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat de verzochte maatregel dringend en noodzakelijk is om de belangen van [minderjarige] te kunnen behartigen.
JBRA zal de tijdelijke voogdes zijn totdat het nadere raadsonderzoek is afgerond. In dat onderzoek zal ook worden bezien of de voogdij bij de grootmoeder kan worden belegd.

De beslissing

De kinderrechter:
- handhaaft de spoedbeschikking van 13 april 2022;.
Deze beschikking is gegeven door mr. M.J.M. Marseille, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. F. Nijland als griffier en in het openbaar uitgesproken op 22 april 2022.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Amsterdam
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 mei 2022.