ECLI:NL:RBAMS:2022:26
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- L. Dolfing
- H.E. Hoogendijk
- K. Duker
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bezwaar tegen weigering rechter-commissaris om getuigen te horen in witwaszaak
Op 6 januari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin een verdachte bezwaar maakte tegen de weigering van de rechter-commissaris om getuigen te horen in een onderzoek naar witwassen. Het bezwaarschrift was op 29 juli 2021 ingediend, binnen de termijn van veertien dagen na de beschikking van de rechter-commissaris van 15 juli 2021. De verdachte, geboren in 1979, had de rechter-commissaris verzocht om de getuigen [persoon 1] en [persoon 2] te horen, die volgens hem geld aan hem hadden uitgeleend. De rechter-commissaris had echter geoordeeld dat de stukken die de verdachte had ingediend geen inzicht gaven in de herkomst van de door hem aangewende gelden. De rechtbank bevestigde deze beslissing en oordeelde dat het horen van de getuigen irrelevant was voor de bewijsvoering, omdat de verklaring van de getuigen geen toegevoegde waarde zou hebben. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet voldoende had onderbouwd dat het horen van de getuigen zou leiden tot een beter inzicht in de herkomst van de gelden. De rechtbank wees het bezwaarschrift af, en deze beslissing was definitief, zonder mogelijkheid tot beroep.