Op 5 januari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de Districtrechtbank van Karlovy Vary in Tsjechië. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 17 november 2021 en betreft de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf van 20 maanden, opgelegd door de Regionale Rechtbank van Plzeň op 15 juli 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Tsjechië in 1968, heeft geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland en is gedetineerd in een Tsjechische inrichting.
Tijdens de openbare zitting op 22 december 2021 werd de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden van toepassing zijn. De rechtbank heeft ook geconstateerd dat de opgeëiste persoon adequaat geïnformeerd zal worden over zijn rechten na de overlevering, inclusief het recht op verzet of hoger beroep.
De rechtbank concludeert dat de overlevering kan worden toegestaan, aangezien aan alle wettelijke vereisten is voldaan. De beslissing is genomen door de voorzitter en twee andere rechters, en er is geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, OLW.