Op 12 april 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 21 januari 2022 en betreft een verzoek van de District Court of Zamość in Polen. Het EAB, uitgevaardigd op 29 december 2021, strekt tot de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, die in Polen is geboren en momenteel gedetineerd is in Nederland.
De behandeling van de vordering vond plaats op 29 maart 2022, waarbij de opgeëiste persoon via een videoverbinding aanwezig was. Hij werd bijgestaan door zijn advocaat, die waarnam voor een andere advocaat. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Poolse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft ook de inhoud van het EAB onderzocht, waarin melding wordt gemaakt van een vonnis van 13 maart 2019, waarbij de opgeëiste persoon een vrijheidsstraf van 8 maanden is opgelegd.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, voldoet aan de eisen van de Nederlandse wetgeving, met name de Wegenverkeerswet 1994. Er zijn geen weigeringsgronden voor de overlevering en de rechtbank heeft besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.