3.4.Oordeel van de rechtbank
Betrouwbaarheid verklaringen aangeefster
[slachtoffer] is diverse malen bij de politie en éénmaal bij de rechter-commissaris uitgebreid gehoord. Ondanks dat de gebeurtenissen waarover zij heeft verklaard al enige jaren daarvoor hadden plaatsgevonden heeft zij gedetailleerde verklaringen afgelegd die grotendeels consistent zijn. Haar nadere verklaring bij de politie en haar verhoor bij de rechter-commissaris nuanceren en corrigeren haar aangifte op enkele punten, maar doen geen afbreuk aan de betrouwbaarheid daarvan.
Naast de aangifte van [slachtoffer] en de door haar afgelegde verklaringen bevinden zich in het dossier transcripties van in de telefoon van [slachtoffer] aangetroffen spraakberichten, die zij heeft ingesproken in de periode van het tenlastegelegde. Een deel van deze berichten heeft zij aan [medeverdachte] gezonden.
Op 22 februari 2018 heeft zij het volgende spraakbericht aan [medeverdachte] gezonden:
En nu weer met die zwangerschap en jij zet mij helemaal onder druk om het weg te laten halen.
(…).
Het enige wat je deed was: daar blijven met de auto met mij omdat je weet dat ik normaal altijd "om" ga en dat ik normaal wel het geld meegeef. Ik heb jou al zo vaak geld gegeven en....Ik zie er nooit iets van terug. En dan kan je wel zeggen ja....dat zijn lange termijn dingen maar hoe lange termijn dan?
(…)
Ik heb zoveel geld aan jou uitgegeven [medeverdachte] . Jij bent het enige waar ik geld aan uitgeef. Als ik al het geld dat ik van jou heb uitgegeven aan mijzelf had uitgegeven, had ik allang m'n auto gehad en mijn rijbewijs en een huis en m'n schulden misschien ook wel voor een deel afbetaald zonder schuldsanering.
(…)
Ik heb mezelf totaal verloren in mijn liefde voor jou en mijn hoop naar een leven met jou
(…)
Ik heb je zoveel kansen gegeven. Ik heb je al heel veel kansen gegeven. Ik heb heel veel geld voor je geregeld. Heel erg vaak en dan kan je elke keer wel zeggen: "daar hebben we van geleefd... daar hebben we van geleefd, vriend....Jij hebt daar van geleefd.. .ikke niet hoor! Jij leeft van het geld, wat ik jou steeds mee geef.
Op 9 maart 2018 verstuurde zij het volgende bericht aan [medeverdachte] :
[medeverdachte] jij hebt mij de trap opgesleurd en getrapt en gedaan.(…)
Voor jou is het heel normaal om zo met iemand om te gaan van wie jij zegt dat je houdt. Voor jou is het heel normaal om stompen uit te delen. Iemand te willen wurgen.
(…)
Ik krijg ineens een melding van "ik krijg een hotel" ja... dat jij me weer gelijk in een hotel wil wegproppen ergens vet ver weg, ergens in [woonplaats] zodat je lekker niet naar mij toe kan komen, zodat ik lekker zo snel mogelijk op [naam 2] kan gaan
hè zodat ik weer met jouw plek kan verkopen, zodat jij weer centjes kan ophalen van jouw spul hè , want de eerste 250 euro was voor jouw "sonny" (fonetisch) toch, zei je al weer eergisteren. Die moest ik even terugverdienen, omdat jij geld aan mij had uitgegeven. Je bent gewoon... Dat zijn van die uitspraken waaruit blijkt dat jij gewoon een "loverboy-achtig" type bent(...)Ik mag je alleen maar helpen met geld. Ik mag jou alleen maar helpen door mijn lichaam te verkopen. Mijn geld aan jou af te staan hè . Dan kom je het geld halen.
In de telefoon van [slachtoffer] zijn daarnaast diverse sms-berichten aangetroffen die [slachtoffer] en [medeverdachte] in de ten laste gelegde periode op 11 en 12 maart 2018, hebben uitgewisseld.
Op 11 maart 2018 schreef [slachtoffer] onder andere:
Jij hebt laatste maanden heel vaak boodschappen en spullen voor jou thuis betaald van hoerengeld en als jij daar je trots uit kunt halen ben je verre van wat ik ooit in jou heb gezien.
(…)
Zelfs voor [verdachte] koop jij een auto van geld waar ik voor heb geneukt.
(…)
Want het valt in geen situatie aan mij te wijten dat je mij hebt mishandelt, of het nou met halve of volle kracht is, het blijft mishandelen al dan niet geestelijk en lichamelijk.
(…)
Ik zal in ieder geval nooit meer ergens intrappen als een jongetje die jou verteld ik hou van je ik ga voor je zorgen die mij dan voor hem laat zorgen dat ik dan denk ja dat hoort bij houden van, want een Man, die gaat liever de straat vegen om zn vrouw te laten eten i.p.v. zn vriendinnetje te verkopen en alles op te maken aan allerlei bullshit. Want dat kunnen we wel zeggen, dat jij heeel veel bullshit hebt gedaan met geld wat uit mijn kut kwam.
(…)
Want dat was alles wat ik hoopte, dat jij op een dag voor mij zou kunnen zorgen en mij een thuis kon geven zonder dat daar allemaal voorwaarden aan vastzitten.
(… )
Wat een grap zeg wollah wat heb ik mezelf voor de gek gehouden door verliefd te zijn op jou mooie ogen en lieve woordjes.
(…)
Ik kan zo van straat af en van hoerenwerk hoor, de reden dat ik zonder dat werk niet rondkwam was omdat alles altijd naar iemand anders door moest i.p.v. aan mezelf en mijn toekomst te besteden.
(…)
Als jij dat echt had gewild had jij me niet naar al die klannies gestuurd naar wie je me hebt gestuurd
(…)
Verdachte antwoordt vervolgens:
ok duidelijke taal en 90 procent klopt!
(…).
Dat was de laatste keer dat ik belde. Ik ga nu alles veranderen.
(…)
Ik hoop ook voor jou dat je r iets van zal maken zonder op je rug te liggen. En hierbij zeg ik nog een keer er is geen ons meer.
[slachtoffer] verklaart vervolgens:
(…)
Oké .. bij deze.. ik laat je los [medeverdachte] . Misschien is het ook beter.
(…)
Vaarwel laatste x bby. Ik moet en vergeef me en vergeet de gedachte dat ik ooit je vrouw zal zijn.
De volgende dag, 12 maart 2018, schrijft [slachtoffer] aan [medeverdachte] :
[medeverdachte]
Alsjeblieft neem nou op
Weetje hoe meer ik je probeer te late hoe meer ik denk aan hoeveel ik van je hou… hoemeer je door Mn hoofd gaat.
Blijf met me bby please
Bby praat met me ajb ik zou nooit iets raars doen en wil niet zonder jou
[slachtoffer] heeft aan de politie een foto overgelegd van een briefje dat [medeverdachte] aan haar heeft gezonden op haar 25ste verjaardag op 9 februari 2018. [medeverdachte] zegt hierin: “
Na jaren van zorgen voor mij, is dit het kleine begin voor jou. Ik hoop dat ik jaren lang dit met je mag blijven vieren.”
De rechtbank leest de berichten aldus dat [slachtoffer] [medeverdachte] verwijt dat hij profiteert van het door haar met prostitutie verdiende geld. Ook spreekt zij van geestelijke en lichamelijke mishandelingen door [medeverdachte] . In de sms-berichten van 11 maart 2018 wordt dit door hem niet weersproken. De berichten maken met name inzichtelijk en invoelbaar op welke wijze [slachtoffer] door haar verliefdheid emotioneel aan [medeverdachte] gebonden was. Hoewel zij zich kennelijk realiseerde dat zij zichzelf voor de gek hield door bij [medeverdachte] te blijven lukte het haar niet om zich van hem los te maken en deed zij telkens weer wat hij van haar verlangde. Vanuit [medeverdachte] lijkt sprake te zijn van psychologische manipulatie waarbij hij [slachtoffer] wisselend aantrekt en afstoot. Wanneer [medeverdachte] het deed voorkomen alsof hij haar van zich afduwde, raakte zij in paniek en smeekte vervolgens weer om bij hem terug te mogen komen. De rechtbank is van oordeel dat deze spraak- en sms-berichten de geloofwaardigheid van de aangifte ondersteunen en bekrachtigen.
De rechtbank is van oordeel dat de verklaringen van [slachtoffer] betrouwbaar zijn en voor het bewijs kunnen worden gebruikt.
Steunbewijs
Haar verklaringen vinden waar het betreft de betrokkenheid van verdachte bovendien steun in andere bewijsmiddelen.
Op 7 oktober 2021 vond op het politiebureau een gesprek plaats tussen [naam 3] (in het dossier ook aangeduid als [bijnaam] ) en verbalisanten.Zij verklaarde dat zij in de periode 2015 en 2016 is uitgebuit in de prostitutie. Dit gebeurde door een man genaamd [verdachte] . In eerste instantie door hem alleen, maar later kwam er een vriend van hem bij, genaamd [medeverdachte] . Toen werd al haar geld afgepakt en is zij ook bedreigd. Er was nog een meisje voor hen werkzaam, met de werknaam [werknaam] .
Op 25 februari 2022 is [naam 3] als getuige gehoord.Op een haar getoonde foto van [slachtoffer] herkende zij ‘ [werknaam] ’. Op een haar getoonde foto van [medeverdachte] herkende zij [medeverdachte] . Op een haar getoonde foto van [verdachte] herkende zij [verdachte] . Zij kende [medeverdachte] via [verdachte] . [werknaam] was de vriendin van [medeverdachte] . [werknaam] en zijzelf werkten in de prostitutie voor dezelfde mensen. [verdachte] is ok, maar [medeverdachte] is een klootzak die mensen uitbuit. Hij pakte alles af. Dat heeft hij een paar jaar bij haar gedaan. Als zij haar geld niet aan [medeverdachte] gaf dan sloeg hij haar met zijn handen. Ook voor [werknaam] was [medeverdachte] een klootzak, maar hij was verliefd op haar.
De verklaring van [naam 3] is ondersteunend voor het bewijs dat [medeverdachte] en [verdachte] samenwerkten bij de uitbuiting van [slachtoffer] en dat [slachtoffer] haar met prostitutie verdiende inkomsten aan [medeverdachte] moest afstaan.
[naam 4] heeft op 30 september 2021 een verklaring bij de politie afgelegd.[naam 4] heeft [slachtoffer] in de zomer van 2017 leren kennen via een andere vriendin van haar genaamd [naam vriendin] (de rechtbank begrijpt: [naam vriendin] ). [slachtoffer] woonde toen in een containerwoning in [woonplaats] . In haar woning lag alleen een matras. Ze belden een keer spontaan aan. [slachtoffer] bleek helemaal te zijn opgetut en vertelde een warrig verhaal dat ze weg moest. [naam 4] vermoedde dat zij zich voor iemand prostitueerde. Ze had dingen over [medeverdachte] gehoord die eerst vastzat. Uiteindelijk heeft [slachtoffer] ook aan haar verteld dat ze in de prostitutie werkte. Ze hebben haar wel eens opgehaald. Die jongen (de rechtbank begrijpt: [medeverdachte] ) had veel macht over haar. Hij flipte om het minste of geringste. In februari 2018 is [naam 4] naar [woonplaats] verhuisd. [slachtoffer] is later naast haar komen wonen. [medeverdachte] was ook veel in die woning en sliep daar ook. Later kwamen ook [verdachte] (de rechtbank begrijpt [verdachte] ) en [naam 5] in [woonplaats] wonen, in een woning onder de woning van [naam 4] . [verdachte] en [medeverdachte] waren heel vaak samen.
[getuige 1] is op 21 mei 2021 als getuige gehoord.Zij verklaarde dat buurman [naam buurman] haar een keer had benaderd toen [slachtoffer] helemaal overstuur was. [naam buurman] kreeg haar niet gekalmeerd en hij vroeg of zij wilde komen. [slachtoffer] vertelde dat ze zich prostitueerde en dat haar vriend [medeverdachte] al het geld dat zij verdiende van haar afnam. Met betrekking tot [verdachte] verklaarde [getuige 1] dat [verdachte] en [medeverdachte] altijd samen waren. Ze zaten er samen in.
Op 18 december 2018 werd verdachte blijkens een politiemutatiestaande gehouden, terwijl hij als bestuurder reed in een auto die op naam van stond van [slachtoffer] . In de auto zaten als passagiers [medeverdachte] en [naam derde verdachte] .
Hoewel de getuigenverklaringen van [naam 4] en [getuige 1] en de genoemde mutatie betrekking hebben op de periode gelegen na de bewezen geachte periode - zoals hierna uiteen zal worden gezet - wordt hiermee bevestigd dat verdachte en [medeverdachte] in het verleden bevriend waren en veel met elkaar optrokken. Verdachte heeft zelf ook verklaard dat hij [medeverdachte] sinds zijn 15e of 16e jaar kent.
[slachtoffer] heeft in de periode 4 augustus 2017 en 29 december 2017 42 sms-berichten naar het telefoonnummer van verdachte gezonden.In 27 van deze door [slachtoffer] verzonden berichten is de tekst ‘Hee s oke’ of daarop gelijkende bewoordingen gebruikt. Volgens [slachtoffer] stuurde zij een dergelijk bericht aan verdachte om te zeggen dat zij bij een klant binnen was en dat het dan goed was.Ter terechtzitting heeft verdachte ook verklaard dat hij [slachtoffer] in het verleden naar verschillende locaties heeft gereden, mogelijk ook wel eens naar een klant van haar.Hoewel ook deze berichten dateren van na de bewezen geachte periode, kan uit deze berichten wel worden opgemaakt dat verdachte op de hoogte was van het prostitutiewerk van [slachtoffer] en daar in ieder geval enige bemoeienis mee heeft gehad.
Oogmerk van uitbuiting
Verdachte en de medeverdachte [medeverdachte] hebben [slachtoffer] geworven om voor hen in de prostitutie te werken, waarbij zij het in eerste instantie deden voorkomen dat [slachtoffer] een door haar toedoen ontstane schuld van 10.000 euro moest afbetalen. [slachtoffer] heeft vervolgens haar verdiende geld aan verdachte afgestaan, waarna verdachte een deel van dit geld doorgaf aan [verdachte] . Ook nadat deze zogenaamde schuld was afbetaald is zij daarmee doorgegaan. Aldus hadden verdachte en [medeverdachte] bij het werven en het in de prostitutie te werk stellen van [slachtoffer] het oogmerk om die [slachtoffer] uit te buiten.
Medeplegen
De rechtbank is van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte een belangrijke rol heeft gehad bij het werven van [slachtoffer] en het haar ertoe aanzetten om zich ten gunste van hem en [medeverdachte] te prostitueren. Verdachte is degene geweest die in eerste instantie contact heeft gelegd met [slachtoffer] . Op dat moment zat [medeverdachte] nog vast. Kort daarna, begin april 2015, nadat [medeverdachte] was vrijgekomen, hebben [medeverdachte] en verdachte samen [slachtoffer] op geraffineerde manier onder druk gezet door haar ervan te overtuigen dat door haar toedoen een schuld was ontstaan die zij alleen door prostitutiewerk kon afbetalen. [slachtoffer] heeft haar verdiensten, of in ieder geval een aanzienlijk deel daarvan, aan [medeverdachte] afgestaan. [medeverdachte] gaf van dit geld weer een deel aan verdachte maar [slachtoffer] heeft niet gezien om welke bedragen het ging. De rechtbank is van oordeel dat verdachte alleen in de eerste maanden, tot het moment dat [medeverdachte] opnieuw vast kwam te zitten op 2 oktober 2015 als medepleger kan worden aangemerkt. Hoewel het dossier aanwijzingen bevat dat [verdachte] ook daarna nog betrokken is geweest bij de uitbuiting van [slachtoffer] , is de rechtbank van oordeel dat het bewijs daartoe te mager is. Daarbij speelt ook een rol dat [slachtoffer] zelf heeft verklaard dat gedurende de detentie van [medeverdachte] ‘de druk er af was’ en ze minder werkte. Uit het dossier kan worden opgemaakt dat verdachte in de periode dat [medeverdachte] weer vrij was [slachtoffer] wel eens naar een escort afspraak heeft gereden. De rechtbank is echter van oordeel dat deze vaststelling onvoldoende is om medeplegen aan te nemen.
De rechtbank acht daarom bewezen dat verdachte in de periode van 1 april 2015 tot 2 oktober 2015 tezamen en in vereniging met de medeverdachte [medeverdachte] , [slachtoffer] heeft geworven en in de prostitutie heeft uitgebuit. Met betrekking tot de periode daarna zal hij partieel worden vrijgesproken, nu zijn betrokkenheid bij de uitbuiting van [slachtoffer] in die periode niet wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Dreiging met geweld of een andere feitelijkheid
De medeverdachte heeft dreigende berichten naar [slachtoffer] gezonden, waaronder het hiervoor genoemde bericht van september 2015. De rechtbank is van oordeel dat dit dreigen met geweld niet (slechts) kan worden gezien in het kader van een ontspoorde relatie maar instrumenteel is geweest voor de uitbuiting van [slachtoffer] in de prostitutie. Ook verdachte moet zich daarvan bewust zijn geweest. Ook hij heeft zich dreigend en intimiderend naar [slachtoffer] opgesteld met het doel om haar te dwingen voor hem en [medeverdachte] in de prostitutie te werken.
De medeverdachte [medeverdachte] is een liefdesrelatie met [slachtoffer] aangegaan. Ook verdachte moet hebben geweten dat [slachtoffer] verliefd op [medeverdachte] was en niet zonder hem kon. [medeverdachte] en verdachte hebben deze feitelijkheid gebruikt om [slachtoffer] voor hen in de prostitutie te laten werken. Om haar nog meer aan zich te binden heeft [medeverdachte] een psychologisch spel gespeeld waarbij hij haar afwisselend heeft aangetrokken en afgestoten.
Afpersing
Verdachte en [medeverdachte] hebben [slachtoffer] op intimiderende wijze voorgespiegeld dat zij een schuld aan hen had die zij met prostitutiewerkzaamheden moest aflossen. Zij is daarbij zodanig onder druk gezet dat zij hieraan gevolg heeft gegeven.
Misbruik van uit feitelijke omstandigheden voortvloeiend overwicht en misbruik van een kwetsbare positie
[slachtoffer] heeft een moeilijke jeugd gehad, waarbij zij door haar gedrag thuis en op school niet te handhaven was op 15-jarige leeftijd in een internaat werd geplaatst. Toen zij 17 jaar oud was heeft zij nare seksuele ervaringen gehad, waarna zij onhandelbaar werd en uiteindelijk haar schoolopleiding heeft beëindigd. Door ADHD had zij problemen met concentratie. Rond haar 18de jaar is zij voor het eerst vrijwillig in de prostitutie gaan werken.Nadat [slachtoffer] [medeverdachte] had ontmoet werd zij snel verliefd op hem. Uit angst hem te verliezen deed zij alles voor hem wat hij van haar verlangde.
Verdachte die destijds nauw bevriend was met [medeverdachte] kan dit alles niet zijn ontgaan.
[medeverdachte] en verdachte hebben van deze omstandigheid misbruik gemaakt door van haar te verlangen dat zij in de prostitutie bleef werken en haar met prostitutie verdiende geld aan [medeverdachte] zou afstaan, met het gevolg dat zij nog meer afhankelijk van hem werd. De rechtbank is dan ook van oordeel dat [slachtoffer] zich in een afhankelijke en kwetsbare positie bevond, waar [medeverdachte] en verdachte bewust misbruik van hebben gemaakt.
Opzettelijk voordeel trekken.
Verdachte heeft in de bewezen verklaarde periode zich een deel van het door [slachtoffer] in de prostitutie verdiende geld toegeëigend. Verdachte is daardoor verrijkt en heeft aldus opzettelijk voordeel getrokken uit de uitbuiting van [slachtoffer] .
Mensenhandel, gepleegd door twee of meer verenigde personen
De rechtbank acht op de grond van de bewijsmiddelen de in de tenlastelegging opgenomen subonderdelen 1, 4, 6 en 9 van artikel 273f lid 1 Sr bewezen.