In deze zaak, die op 10 mei 2022 door de Rechtbank Amsterdam werd behandeld, vorderde eiseres, de besloten vennootschap WPNL - III B.V., een voorziening in kort geding tegen gedaagde, die als onderhuurder van een woning optrad. De eiseres had een huurovereenkomst met een derde partij en vorderde toegang tot de woning nadat deze door WPNL - III zonder rechtmatige grond was ontruimd. De mondelinge behandeling vond plaats op 7 maart 2022, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten. De kantonrechter oordeelde dat WPNL - III zich schuldig had gemaakt aan eigenrichting door de woning onrechtmatig te ontruimen en de sloten te veranderen zonder een juridische basis. De rechter oordeelde dat eiseres recht had op onmiddellijke toegang tot de woning en dat WPNL - III een dwangsom moest betalen voor elke dag dat zij in gebreke bleef. Daarnaast werd WPNL - III veroordeeld tot betaling van een voorschot op schadevergoeding aan eiseres. De rechter wees de vordering van eiseres om WPNL - III ongeclausuleerd toegang tot de woning te verbieden af, omdat dit te ver ging. De rechter concludeerde dat de onrechtmatige gedragingen van WPNL - III moesten worden teruggedraaid en dat eiseres recht had op schadevergoeding voor de geleden schade.