ECLI:NL:RBAMS:2022:2499

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 mei 2022
Publicatiedatum
10 mei 2022
Zaaknummer
13/010665-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor het vervoeren van 50.000 XTC-pillen en verzet tegen aanhouding

Op 10 mei 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een vonnis uitgesproken in de strafzaak tegen een 41-jarige man, die op 13 januari 2022 in Amsterdam circa 50.000 XTC-pillen (27 kilo) vervoerde. De rechtbank heeft de man veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk. De zaak kwam aan het licht toen de verdachte werd aangehouden en zich met geweld verzette tegen de politie. De officier van justitie concludeerde dat er wettig en overtuigend bewijs was voor de tenlastegelegde feiten, waaronder het opzettelijk vervoeren van de XTC-pillen, het verzetten tegen zijn aanhouding en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen. De verdediging voerde aan dat de verdachte geen opzet had op het vervoeren van de XTC-pillen, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wel degelijk op de hoogte was van de inhoud van de tassen waarin de XTC-pillen waren aangetroffen. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn zorg voor zijn zoontje, en besloot tot een voorwaardelijke straf om recidive te voorkomen. De rechtbank gelastte ook de teruggave van de auto en het geld aan de verdachte, maar onttrok de verdovende middelen en het stroomstootwapen aan het verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VONNIS
Parketnummer: 13/010665-22
Datum uitspraak: 10 mei 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1980 in [geboorteplaats] ,
wonende op het adres
[adres] , [woonplaats] ,
gedetineerd in [naam PI] .

1.Onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 april 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. C.M. Casteleijns, en van wat verdachte en zijn waarnemend raadsvrouw, mr. T.T.H.M. Bruers, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is - kort gezegd - ten laste gelegd dat hij zich op 13 januari 2022 in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan
het opzettelijk binnen/buiten het grondgebied van Nederland brengen, vervoeren, of aanwezig hebben van 50.000 XTC-pillen;
het zich met geweld en/of bedreiging met geweld verzetten tegen zijn aanhouding;
het voorhanden hebben van een stroomstootwapen.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in bijlage I die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het vervoeren van 50.000 XTC-pillen. Verdachte heeft opzet gehad op de aanwezigheid van en beschikkingsmacht over de XTC-pillen in zijn auto. De verklaring van verdachte dat hij een klant zou hebben afgezet in Eindhoven, dat deze klant zijn tassen in de auto van verdachte heeft achtergelaten en dat verdachte niet heeft geweten wat er in deze tassen zat, is niet aannemelijk geworden en valt ook niet meer te verifiëren. Omdat onduidelijk is wat er precies is gebeurd en verdachte in Nederland is aangehouden, kan niet worden bewezen dat verdachte de XTC-pillen binnen of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht.
De officier van justitie heeft ook geconcludeerd dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich met geweld en/of bedreiging met geweld heeft verzet tegen zijn aanhouding en een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad.
3.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft primair bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van feit 1, omdat verdachte geen opzet heeft gehad op het aanwezig hebben of vervoeren van XTC-pillen. De tassen waarin de XTC-pillen zijn aangetroffen, zijn in zijn auto achtergelaten door een klant en verdachte heeft niet geweten wat er in deze tassen zat. De verdediging heeft subsidiair verzocht om enkel het aanwezig hebben van de XTC-pillen bewezen te verklaren, aangezien verdachte Nederland immers niet heeft verlaten nadat de tassen bij hem in de auto zijn geplaatst. Er zijn ook geen aanknopingspunten in het dossier om aan te nemen dat de tassen al aanwezig waren in de auto van verdachte op het moment van zijn vertrek uit Brussel.
De verdediging heeft geen verweer gevoerd ten aanzien van de bewezenverklaring van het verzet tegen de aanhouding en het voorhanden hebben van een stroomstootwapen.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
Met de officier van justitie vindt de rechtbank dat alle feiten wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. De rechtbank overweegt hiertoe als volgt.
Feit 1: vervoeren van XTC-pillen
De rechtbank verwerpt het primaire verweer van de verdediging en overweegt het volgende. Verdachte heeft op de zitting verklaard dat hij in zijn taxi een klant heeft vervoerd van Brussel naar Eindhoven. De klant heeft zijn bagage, twee tassen, zelf in de kofferbak gelegd. Verdachte heeft deze tassen niet aangeraakt, vanwege het risico op een besmetting met het Coronavirus. Verdachte zou deze klant dezelfde dag van Eindhoven terug naar Brussel brengen. Verdachte heeft vervolgens verklaard dat de klant, eenmaal in Eindhoven gearriveerd, heeft aangegeven dat hij niet met verdachte mee terugging naar Brussel. De klant heeft wel aan verdachte gevraagd om zijn tassen op het adres van zijn vrouw in Brussel af te geven. Zijn vrouw zou hem ook betalen voor de rit. Verdachte heeft hiermee ingestemd en is, voordat hij de tassen zou terugbrengen naar Brussel, naar Amsterdam gereden om een vriend te bezoeken. Deze vriend woont op het adres [adres] . Daarom zat er een foto van dit adres in zijn telefoon. Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist wat er in de tassen zat.
De rechtbank vindt dit door verdachte geschetste alternatieve scenario gelet op de bewijsmiddelen in het dossier niet aannemelijk. Uit het proces-verbaal van bevindingen van de verbalisant die de tassen met daarin de XTC-pillen in de auto van verdachte heeft aangetroffen, blijkt dat verdachte over één van de twee tassen heeft verklaard dat er jurken van klanten inzaten. Verdachte heeft ook tegenover de verbalisant verklaard dat hij een klant moest ophalen in Amsterdam. De verklaring van verdachte ter zitting, komt dus niet overeen met zijn verklaring tegenover de verbalisant. Verdachte heeft weliswaar ter zitting verklaard dat de verbalisant hem niet goed heeft begrepen en dat de inhoud van het proces-verbaal van bevindingen in zoverre niet juist is, maar de rechtbank heeft geen reden om aan de inhoud van het op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal van bevindingen te twijfelen, zodat van de juistheid daarvan wordt uitgegaan. Daar komt bij dat verdachte zich in eerdere verhoren op zijn zwijgrecht heeft beroepen. Hierdoor kan de juistheid van zijn verklaring nu niet meer gecontroleerd of geverifieerd worden. Ook heeft hij er voor gekozen niet mee te werken aan verder onderzoek naar zijn telefoon waarop het adres zou staan waar de tassen naar toe moesten worden gebracht. Deze omstandigheden komen voor rekening en risico van verdachte. Tot slot vindt de rechtbank het niet aannemelijk dat een klant twee tassen met XTC-pillen met een zeer hoge straatwaarde onbeheerd achterlaat bij een onbekende taxichauffeur om het te laten vervoeren naar Brussel. Dit zou een enorm risico met zich brengen. De verklaring van verdachte - dat er in één van de tassen waarin de XTC-pillen zijn aangetroffen jurken van klanten zaten - onderbouwt juist dat verdachte wist van de inhoud van de tassen. De rechtbank verklaart daarom wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de XTC-pillen opzettelijk heeft vervoerd.
Feit 2: zich verzetten tegen zijn aanhouding
Met de officier van justitie vindt de rechtbank dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte zich met geweld heeft verzet tegen zijn aanhouding.
Feit 3: voorhanden hebben van een stroomstootwapen
Met de officier van justitie vindt de rechtbank, gelet op de bekennende verklaring van verdachte op de zitting, dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte een stroomstootwapen voorhanden heeft gehad.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank verklaart op grond van de bewijsmiddelen in bijlage II bewezen dat verdachte
1.op 13 januari 2022 te Amsterdam opzettelijk heeft vervoerd XTC-pillen, wegende 27 kilogram van een materiaal bevattende MDMA;
2.op 13 januari 2022 te Amsterdam zich met geweld heeft verzet tegen een ambtenaar, [naam hoofdagent] , hoofdagent van de politie-eenheid Amsterdam, werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, te weten ter aanhouding van verdachte, door zijn hand los te rukken tijdens het vastmaken van de handboeien en die [naam hoofdagent] meermaals van zich af te duwen en zich met kracht in een andere richting te bewegen dan waar de verbalisant verdachte heen wilde (laten) bewegen;
3.op 13 januari 2022 te Amsterdam een wapen van categorie II, onder 5, van de Wet wapens en munitie, te weten een stroomstootwapen, model type 928, voorhanden heeft gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

De verdediging heeft bepleit dat verdachte voor het voorhanden hebben van een stroomstootwapen moet worden ontslagen van alle rechtsvervolging, omdat er sprake is van een verontschuldigbare rechtsdwaling. De verdediging heeft hiertoe aangevoerd dat verdachte niet heeft geweten dat het bezit van een stroomstootwapen in Nederland verboden is.
De rechtbank verwerpt dit verweer van de verdediging en overweegt hiertoe als volgt. Verdachte heeft verklaard dat het voorhanden hebben van een stroomstootwapen in België legaal is en dat hij niet heeft geweten dat dit in Nederland verboden is. Dat verdachte zich er niet van bewust is geweest dat zijn gedraging in strijd was met de Nederlandse wet, maakt niet dat hem een geslaagd beroep op verontschuldigbare rechtsdwaling toekomt. Hiervoor moet verdachte zich ook hebben ingespannen om de relevante Nederlandse regels te kennen. Niet is aannemelijk geworden dat verdachte een dergelijke inspanning heeft verricht. Verdachte is daarom strafbaar voor het voorhanden hebben van een stroomstootwapen.
Ook ten aanzien van de andere bewezenverklaarde feiten is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dus strafbaar voor alle bewezenverklaarde feiten.

7.Motivering van de straf

7.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen bevonden feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
7.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht bij de strafoplegging rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. Bij een eventuele strafoplegging voor feit 1 heeft de verdediging verzocht de straf te matigen en een lange voorwaardelijke straf op te leggen. Voor feit 2 heeft de verdediging verzocht een geldboete op te leggen. Voor feit 3 heeft de verdediging verzocht een geldboete of een lage taakstraf op te leggen. Verdachte zou eventueel in België een taakstraf kunnen uitvoeren.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen straf is in overeenstemming met de ernst van de bewezenverklaarde feiten, de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de persoon van verdachte, zoals daarvan op zitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het opzettelijk vervoeren van ongeveer 50.000 XTC-pillen. Het is een feit van algemene bekendheid dat harddrugs, mede vanwege de verslavende werking ervan, schadelijk zijn voor de volksgezondheid. Daarnaast zijn harddrugs direct en indirect oorzaak van vele vormen van criminaliteit en daarmee bezwarend voor de samenleving. Gelet op de grote hoeveelheid XTC-pillen die verdachte heeft vervoerd, moeten deze bestemd zijn geweest voor verdere verspreiding en handel. De rechtbank rekent verdachte aan dat hij met het vervoeren van de XTC-pillen heeft bijgedragen aan het in stand houden van de drugscriminaliteit en het in gevaar brengen van de volksgezondheid. Verdachte heeft zich daarnaast verzet tegen zijn aanhouding en een stroomstootwapen voorhanden gehad.
De rechtbank heeft gekeken naar het Nederlandse strafblad van verdachte van 14 januari 2022 en gezien dat verdachte in Nederland nooit eerder is veroordeeld voor enig strafbaar feit. De rechtbank heeft ook gekeken naar het Belgische strafblad van verdachte van 17 januari 2022 en gezien dat verdachte geen relevante veroordelingen in België heeft.
Strafrechters in Nederland hebben oriëntatiepunten voor straftoemeting vastgesteld (de oriëntatiepunten van het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht van de rechtbanken en hoven). Voor dit soort feiten en voor het aanwezig hebben en vervoeren van 27 kilogram XTC-pillen geldt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 50 maanden als uitgangspunt.
De officier van justitie heeft redenen gezien om een lagere straf te eisen. De rechtbank ziet die ook. De rechtbank houdt er rekening mee dat het dossier weinig tot geen informatie bevat over de context waarin dit vervoer van harddrugs heeft plaatsgevonden. Er is bovendien niets dat duidt op nadere betrokkenheid van verdachte bij drugsgerelateerde strafbare feiten. De rechtbank kan alleen het eenmalig vervoeren van de XTC-pillen vaststellen. Daarnaast houdt de rechtbank rekening met het feit dat verdachte mede de zorg draagt voor zijn zoontje. De rechtbank oordeelt dat de straf die aan verdachte moet worden opgelegd, moet voorkomen dat hij nogmaals de fout ingaat en de rechtbank vindt een voorwaardelijk strafdeel hiervoor in dit geval passender dan een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf.
Gelet op alles wat hiervoor is overwogen, veroordeelt de rechtbank verdachte tot een gevangenisstraf van drie jaar, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, waarvan één jaar voorwaardelijke met een proeftijd van twee jaar.

8.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende voorwerpen in beslag genomen:
  • 1 STK Personenauto (Omschrijving: G6140985, Zwart, merk: BMW);
  • 1110 EUR; IBGN 13-1-2022 (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141009);
  • 1 STK Identiteitsbewijs (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141137, ID-kaart);
  • 1 STK Scanner (Omschrijving: PL1300-2022008021-6141122, Radar full band scan);
  • 1 STK Kentekenplaat (Omschrijving: PL1300-2022008021-6141120);
  • 1 STK Kentekenplaat (Omschrijving: PL1300-2022008021-6141121);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140991, bruin/crème kleur, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140993, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140995, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140997, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140998, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140999, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141000, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141001, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141002, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140996, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK stroomstootwapen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141342, 982 stroomstootwapen);
  • 1 STK plastic zak (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141314, grijs, merk: zak plastic).
Verdachte heeft op de zitting afstand gedaan van het identiteitsbewijs, de scanner en de kentekenplaten.
8.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie vindt dat de auto moet worden verbeurd verklaard, omdat verdachte hiermee de XTC-pillen heeft vervoerd. De officier van justitie vindt dat de verdovende middelen, de plastic zak en het stroomstootwapen moeten worden onttrokken aan het verkeer en dat het geld kan worden teruggegeven aan verdachte.
8.2.
Standpunt van de verdediging
De verdediging verzoekt de auto en het geld terug te geven aan verdachte, omdat verdachte de auto gebruikt voor zijn werk en het geld niet uit een strafbaar feit afkomstig is.
8.3.
Oordeel van de rechtbank
Onttrekking aan het verkeer
De rechtbank overweegt dat de bewezenverklaarde gedragingen onder 1 en 3 met de verdovende middelen (die waren verpakt in de plastic zak) en het stroomstootwapen zijn begaan. Omdat de verdovende middelen en het stroomstootwapen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, oordeelt de rechtbank dat de verdovende middelen, de plastic zak en het stroomstootwapen worden onttrokken aan het verkeer.
Teruggave aan verdachte
De rechtbank oordeelt dat het in dit geval niet proportioneel is om de auto verbeurd te verklaren en gelast daarom de teruggave van de auto aan verdachte. De rechtbank gelast ook de teruggave van het geld aan verdachte.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen:
- 14 a, 14b, 14c, 36b, 36c, 57 en 180 van het Wetboek van Strafrecht;
- 26 en 55 van de Wet wapens en munitie;
- 2 en 10 van de Opiumwet.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1:
opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 2:
wederspannigheid;
Feit 3:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een wapen van categorie II.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf van 3 (drie) jaar.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering zal worden gebracht.
Beveelt dat een deel van
1 (één) jaarvan deze gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van
2 (twee) jaarvast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast als veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Verklaart
onttrokken aan het verkeer:
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140991, bruin/crème kleur, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140993, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140995, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140997, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140998, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140999, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141000, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141001, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141002, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6140996, bruin/crème, merk: xtc);
  • 1 STK stroomstootwapen (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141342, 982 stroomstootwapen);
  • 1 STK plastic zak (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141314, grijs, merk: zak plastic).
Gelast de
teruggaveaan verdachte van:
  • 1 STK Personenauto (Omschrijving: G6140985, Zwart, merk: BMW);
  • 1110 EUR; IBGN 13-1-2022 (Omschrijving: PL1300-2022008021-G6141009).
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Vaandrager, voorzitter,
mrs. A.H.E. van der Pol en L. Medema-Baroud, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. van der Post, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 mei 2022.