Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 26 januari 2022 in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beoordeling van het beroep
Onder vermogen wordt verstaan de waarde van de bezittingen waarover de alleenstaande of het gezin beschikt of redelijkerwijs kan beschikken, verminderd met de aanwezige schulden.” […].
Niet als vermogen wordt in aanmerking genomen het vermogen gebonden in de woning met bijbehorend erf, bedoeld in artikel 50, eerste lid, voorzover dit minder bedraagt dan € 52.500,00.”
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het besluit van 15 april 2020, bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit, en draagt het college op binnen vier weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de aanvraag van 16 maart 2020;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 48,- aan [eiseres] te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van [eiseres] tot een bedrag van € 1.518,-.
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 26 januari 2022.