Op 3 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Landgericht Bielefeld in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 7 mei 2021 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die wordt verdacht van illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en bevestigd dat hij de Nederlandse nationaliteit heeft.
Tijdens de openbare zitting op 17 februari 2022 werd de zaak behandeld. De officier van justitie, mr. K. van der Schaft, was aanwezig, evenals de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. J. van Appia. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank over de toelaatbaarheid van de overlevering. De rechtbank heeft vervolgens de garantie beoordeeld die door de Duitse autoriteiten is gegeven, waarin werd bevestigd dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland zal mogen ondergaan.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, is opgenomen in de lijst van bijlage 1 bij de Overleveringswet (OLW) en voldoet aan de voorwaarden van de OLW. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de overlevering van de opgeëiste persoon aan Duitsland toe te staan, waarbij werd opgemerkt dat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel openstaat.