In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 4 mei 2022 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van straatroof en schuldheling. De verdachte werd beschuldigd van het samen met anderen stelen van een telefoon, pasjes, een verblijfsdocument en geld van een Zwitserse man in Amsterdam op 12 november 2021. De rechtbank heeft het onderzoek ter terechtzitting op 20 april 2022 gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. R. Leuven, de vordering heeft gedaan en de verdediging werd gevoerd door mr. S. Akkas.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte kort na de beroving in een bus werd aangetroffen met medeverdachten, waarvan twee in het bezit waren van spullen van de aangever. Ondanks deze omstandigheden heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de gewelddadige straatroof. De verklaringen van de verdachte en de medeverdachten waren tegenstrijdig en er waren geen goederen van de aangever bij de verdachte aangetroffen.
Wel heeft de rechtbank bewezen geacht dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan schuldheling van een laptop, die hij had verworven zonder te weten dat deze gestolen was, maar waarbij hij had moeten vermoeden dat dit het geval was. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van één week voor de schuldheling. De benadeelde partij, die schadevergoeding vorderde, werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat er geen sprake was van rechtstreekse schade als gevolg van het bewezenverklaarde feit.