Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De beschuldiging
3.Vrijspraak
Verdachten ontkennen dat zij bij de straatroof betrokken waren, maar hun verklaringen zijn wisselend en bovendien tegenstrijdig. De verklaring van verdachte dat hij die avond alleen was en dat hij de andere drie medeverdachten op het station tegenkwam, strookt niet met de verklaringen van zijn medeverdachten. Medeverdachte [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij met verdachte was en dat verdachte tussen hem en aangever kwam om een confrontatie tussen die twee te sussen. Ook vindt de verklaring van verdachte geen steun in de camerabeelden waarop hij rennend met medeverdachte [medeverdachte 1] te zien is. Alle vier de verdachten waren betrokken bij de beroving. Zij zijn daarna naar het station gegaan, in de bus gestapt en toen de politie kwam hebben zij zich proberen te ontdoen van de gestolen goederen. Deze gang van zaken past ook goed in de tijdlijn. Voor zover de verdachten anders verklaren of naar elkaar wijzen als het gaat om de beroving, zijn de verklaringen ongeloofwaardig, aldus de officier van justitie.
4.Het beslag
5.De beslissing
bewaring ten behoeve van de rechthebbendevan
: