3.2.De man heeft hiertegen verweer gevoerd en verzocht de verzoeken van de vrouw af te wijzen.
De man heeft, bij wege van zelfstandige verzoeken, verzocht:
Primair:
te bepalen, dat hij bij uitsluiting gerechtigd zal zijn tot het gebruik van de echtelijke woning en de zich daarin bevindende inboedel, met bevel dat de vrouw de woning dient te verlaten en verder niet meer mag betreden, behoudens voorafgaande toestemming van de man;
dat [minderjarige] aan hem wordt toevertrouwd;
een regeling vast te stellen waarbij [minderjarige] om de week op vrijdag, zaterdag en zondag van 10:00 uur tot 19:00 uur bij de vrouw verblijft;
te bepalen, dat de man voorlopig bijdraagt in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] met € 81,-- per maand, telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen, althans een in goede justitie vast te stellen bijdrage;
te bepalen, dat de man voorlopig bijdraagt in de kosten van levensonderhoud van de vrouw met € 286,-- per maand, telkens bij vooruitbetaling, althans een in goede justitie vast te stellen bijdrage.
En subsidiair, wanneer [minderjarige] aan de vrouw wordt toevertrouwd:
een regeling vast te stellen waarbij [minderjarige] om de week van zondag tot zondag bij de man verblijft, alsmede gedurende de helft van alle schoolvakanties en feestdagen, althans een in goede justitie te bepalen regeling;
te bepalen, dat de man voorlopig bijdraagt in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] met € 229,-- per maand, telkens bij vooruitbetaling aan de vrouw te voldoen, althans een in goede justitie vast te stellen bijdrage;
te bepalen, dat de man voorlopig bijdraagt in de kosten van levensonderhoud van de vrouw met € 294,-- per maand, telkens bij vooruitbetaling, althans een in goede justitie vast te stellen bijdrage.