ECLI:NL:RBAMS:2022:2420

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
4 mei 2022
Zaaknummer
C/13/716911 / KG ZA 22-369 EAM/MV
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toegang tot cloudadministratie van failliete bank door Microsoft

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Amsterdam, hebben de curatoren van de failliete Amsterdam Trade Bank N.V. Microsoft B.V., Microsoft Datacenter Netherlands B.V. en Microsoft Ireland Operations Limited aangeklaagd in een kort geding. De eisers vorderden dat Microsoft hen ongehinderde toegang zou verlenen tot de cloudadministratie van de bank. De mondelinge behandeling vond plaats op 2 mei 2022, waarbij de curatoren hun vorderingen toelichtten en de gedaagden verweer voerden. De voorzieningenrechter heeft op 3 mei 2022 een zogenoemd 'kopstaartvonnis' gewezen, waarbij Microsoft Ireland Operations Limited werd veroordeeld om binnen 48 uur na het wijzen van het vonnis ervoor te zorgen dat de Stichting Vereffening toegang heeft tot de volledige Microsoft-omgeving. Tevens werd Microsoft verboden om de Microsoft-omgeving of de daarin opgeslagen data te vernietigen. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de curatoren grotendeels toegewezen, met uitzondering van enkele vorderingen die niet toewijsbaar waren. De kosten van het geding werden hoofdelijk aan de gedaagden opgelegd, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De motivering van het vonnis zou uiterlijk op 17 mei 2022 volgen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/716911 / KG ZA 22-369 EAM/MV
Vonnis in kort geding van 3 mei 2022
in de zaak van

1.[eiser 1]

2.
[eiser 2]
in hun hoedanigheid van curatoren van de Amsterdam Trade Bank N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisers bij dagvaarding op verkorte termijn van 29 april 2022
advocaten mr. M. Ynzonides en mr. R.J. van der Weijden te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MICROSOFT B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MICROSOFT DATACENTER NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Hoofddorp,
3. de vennootschap naar Iers recht
MICROSOFT IRELAND OPERATIONS LIMITED,
gevestigd te Dublin (Ierland),
gedaagden,
advocaten mr. R.J.J. Westerdijk en mr. P. Wit te Amsterdam.

1.De procedure

1.1.
Voorafgaand aan de mondelinge behandeling van dit kort geding hebben eisers, hierna de curatoren, de vorderingen tegen Amazon Web Services Emea SARL, gevestigd te Luxemburg (in de dagvaarding opgenomen als gedaagde sub 3), ingetrokken.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van dit kort geding op 2 mei 2022 hebben de curatoren de dagvaarding toegelicht. Gedaagden hebben verweer gevoerd.
Beide partijen hebben een pleitnota in het geding gebracht. De curatoren hebben tevens producties in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren – voor zover van belang – aanwezig:
aan de zijde van de curatoren: mr. [eiser 1] met mr. Ynzonides en mr. Van der Weijden;
aan de zijde van gedaagden: mr. Westerdijk en mr. Wit.
1.3.
Na verder debat is bepaald dat gezien de spoedeisendheid van de zaak op 3 mei 2022 een zogenoemd “kopstaartvonnis” wordt gewezen. De uitwerking hiervan zal uiterlijk op 17 mei 2022 worden afgegeven.

2.De feiten

De feiten volgen in de uitwerking van dit vonnis.

3.Het geschil

3.1.
De curatoren vorderen – kort gezegd – het volgende:
I.
primairveroordeling van gedaagden om al hetgeen noodzakelijk is te doen, zodat gegarandeerd is dat de Stichting Vereffening binnen 24 uur na het wijzen van dit vonnis ongehinderde toegang tot, en gebruik van, de volledige Microsoft-omgeving heeft en blijft houden, op straffe van een dwangsom van EUR 50 miljoen voor elke 24 uur na betekening van dit vonnis dat de Stichting Vereffening die ongehinderde toegang tot, of gebruik van, niet of niet volledig meer heeft;
subsidiairveroordeling van gedaagden om al hetgeen noodzakelijk is te doen, zodat gegarandeerd is dat de Microsoft-omgeving, dan wel alle data die daarin is opgeslagen, binnen 24 uur na het wijzen van dit vonnis in een nieuwe omgeving zijn geplaatst en de curatoren ongehinderde en volledige toegang tot, en gebruik van, die nieuwe omgeving hebben en kunnen blijven houden, op straffe van een dwangsom van EUR 50 miljoen voor elke 24 uur na betekening van dit vonnis dat de curatoren die ongehinderde toegang tot, of gebruik van, niet of niet volledig meer hebben;
II. gedaagden te verbieden om de Microsoft-omgeving, dan wel enige data die daarin is opgeslagen, op enig moment geheel of gedeeltelijk te vernietigen dan wel de toegankelijkheid van de Microsoft-omgeving, dan wel de data die daarin is opgeslagen, geheel of gedeeltelijk te niet te doen, op straffe van een dwangsom van EUR 500 miljoen bij iedere overtreding van dit verbod;
III. voor het geval gedaagden aanvoeren dat niet zij maar een of meer andere Microsoft-vennootschappen verantwoordelijk zijn, gedaagden op straffe van dwangsommen te gebieden om al hetgeen noodzakelijk is te doen, zodat die andere vennootschappen voldoen aan het onder I en II gevorderde;
IV. voor het geval de voorzieningenrechter van oordeel is dat vorderingen I tot en met III niet toewijsbaar zijn, een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen maatregel te treffen die ongehinderde toegang tot en gebruik van de Microsoft-omgeving (als hiervoor bedoeld) garandeert, op straffe van een dwangsom die voldoende prikkel oplevert;
V. afgifte van een certificaat als bedoeld in artikel 53 en opgenomen in
Bijlage 1 van de Brussels I Verordening;
VI. hoofdelijke veroordeling van de kosten van dit geding.
3.2.
Op de stellingen van partijen wordt in de uitwerking van dit vonnis, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De primaire vordering onder I en vordering II zullen worden toegewezen. De motivering van dit oordeel volgt in de uitwerking van dit vonnis. De gevorderde dwangsom zal worden beperkt als in de beslissing weer te geven. De termijn waarbinnen aan vordering I zal moeten worden voldaan, wordt op 48 uur gesteld.
4.2.
Omdat gedaagden op de mondelinge behandeling van dit kort geding onweersproken hebben aangevoerd dat alleen gedaagde sub 3 (Microsoft Ireland Operations Limited) in staat is om aan het gevorderde te voldoen, zullen de vorderingen alleen ten aanzien van deze gedaagde worden uitgesproken.
4.3.
Vordering III is niet toewijsbaar, nu gezien het bovenstaande niet is voldaan aan de in die vordering gestelde voorwaarde. Aan de in vordering IV gestelde voorwaarde is evenmin voldaan, zodat ook die vordering niet toewijsbaar is.
4.4.
Vordering V is toewijsbaar. Het certificaat zal aan dit vonnis worden gehecht.
4.5.
Omdat de advocaat van gedaagden heeft nagelaten voorafgaand aan de mondelinge behandeling te verklaren welke Microsoft-vennootschap(pen) moest of moesten worden gedagvaard, zijn gedaagden sub 1 en 2 niet ten onrechte in dit geding betrokken. Om die reden worden alle gedaagden, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld. De kosten aan de zijde van curatoren worden begroot op € 314,00 aan griffierecht en € 1.016,00 aan salaris advocaat (totaal € 1.330,00).

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt gedaagde sub 3 (Microsoft Ireland Operations Limited) om al hetgeen noodzakelijk is te doen, zodat gegarandeerd is dat de Stichting Vereffening binnen 48 uur na het wijzen van dit vonnis ongehinderde toegang tot, en gebruik van, de volledige Microsoft-omgeving heeft en blijft houden, op straffe van een dwangsom van EUR 10 miljoen voor elke 24 uur na betekening van dit vonnis dat de Stichting Vereffening die ongehinderde toegang tot, of gebruik van, niet of niet volledig (meer) heeft, met een maximum van EUR 100 miljoen,
5.2.
verbiedt gedaagde sub 3 (Microsoft Ireland Operations Limited) om de Microsoft-omgeving, dan wel enige data die daarin is opgeslagen, op enig moment geheel of gedeeltelijk te vernietigen dan wel de toegankelijkheid van de Microsoft-omgeving, dan wel de data die daarin is opgeslagen, geheel of gedeeltelijk te niet te doen, op straffe van een dwangsom van EUR 10 miljoen bij iedere overtreding van dit verbod, met een maximum van EUR 100 miljoen,
5.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van de curatoren tot op heden begroot op € 1.330,00,
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Messer, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Veraart, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MV