ECLI:NL:RBAMS:2022:2411

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
C/13/714831 / KG ZA 22-206
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een omklapwoning in het kader van zorgverlening en begeleiding

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 april 2022 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de stichting perMens en de bewindvoerder van een 65-jarige man, hierna aangeduid als [gedaagde]. De eiseres, perMens, is een zorginstelling die begeleiding biedt aan cliënten om zelfstandig te kunnen wonen. De gedaagde, die lijdt aan insuline-afhankelijke diabetes en zwakbegaafd is, heeft in het verleden gebruik gemaakt van de zorg- en begeleiding van perMens, maar heeft sinds juli 2021 klachten van overlast veroorzaakt door bezoekers in zijn woning. De rechtbank oordeelde dat de onderhuurovereenkomst tussen perMens en [gedaagde] een gemengde overeenkomst is, waarbij het zorgelement overheersend is. De rechtbank concludeerde dat de zorgverlening van perMens niet meer aansluit bij de behoeften van [gedaagde] en dat hij niet in staat is om zelfstandig te wonen. De vordering van perMens om de woning te ontruimen werd toegewezen, met een ontruimingsdatum vastgesteld op uiterlijk 1 juni 2022. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van een maandelijkse huurprijs tot de ontruiming en in de proceskosten. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde zich niet kan beroepen op huurbescherming, omdat de zorgverlening en de huur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/714831 / KG ZA 22-206 IHJK/MvG
Vonnis in kort geding van 12 april 2022
in de zaak van
de stichting
STICHTING PERMENS,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 11 maart 2022,
advocaat mr. L.L.M.M. Smeets te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
B&O DIENSTVERLENING B.V.,
gevestigd te Purmerend,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. A.M. Straver te Amsterdam.
Eiseres zal hierna perMens worden genoemd. Gedaagde zal hierna de bewindvoerder en/of [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 maart 2022 heeft perMens de vordering toegelicht. [gedaagde] heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht. Vonnis is bepaald op heden.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- aan de zijde van perMens: [naam 1] , ambulant begeleider, [naam 2] , zorgcoördinator, [naam 3] , werkzaam voor Woningstichting Rochdale, en [naam 4] , wijkagent, met mr. Smeets;
- [gedaagde] met mr. Straver.

2.De feiten

2.1.
perMens (voorheen Stichting Volksbond Amsterdam geheten) is een zorginstelling die als missie heeft om de cirkel van afhankelijkheid, onmacht en uitsluiting van haar cliënten te doorbreken door hen te begeleiden om op een duurzame wijze zelfstandig te kunnen wonen en leven.
2.2.
[gedaagde] is 65 jaar oud, zwakbegaafd en lijdt aan insuline afhankelijke diabetes.
2.3.
[gedaagde] verbleef tot begin 2019 in een opvanglocatie van HvO Querido in Amsterdam. Hij is door HvO Querido aangemeld bij de Centrale Toegang van de gemeente Amsterdam, van waaruit hij is aangemeld bij perMens, die [gedaagde] sindsdien begeleidt. De zorgvraag bestond uit begeleiding bij zelfstandig wonen. perMens heeft daartoe aan [gedaagde] 70 minuten directe en 20 minuten indirecte begeleiding per week verleend, waarbij de doelstellingen en vorderingen van [gedaagde] werden bijgehouden in een begeleidingsplan.
2.4.
perMens huurt van Woningstichting Rochdale de woning aan de [adres] (hierna: de woning). Het betreft een zogeheten omklapwoning: een woning die in eerste instantie door perMens aan de cliënt in het kader van de (woon)begeleiding wordt onderverhuurd, waarbij de begeleiding stap voor stap wordt afgeschaald met de bedoeling dat de cliënt volledig zelfstandig in de woning gaat wonen en de huurovereenkomst tussen perMens en de woningstichting ‘omklapt’ op naam van de cliënt.
2.5.
Op grond van een op 3 januari 2019 tussen perMens en [gedaagde] gesloten overeenkomst getiteld “
Onderhuurovereenkomst zelfstandige woonruimte als onderdeel van zorg- en dienstverlening Stichting Volksbond Amsterdam” verhuurt perMens vanaf die dag de woning aan [gedaagde] . In deze overeenkomst is, voor zover van belang, het volgende bepaald:

Partijen nemen het volgende in aanmerking:
(…)
Verhuurder heeft uitdrukkelijk niet tot doel als reguliere verhuurder woningen te verhuren.
Alleen in het kader van deze zorg- en dienstverlening stelt verhuurder woonruimte ter beschikking, waarbij het zorgelement te allen tijde voorop staat, hetgeen door huurder ondubbelzinnig wordt onderkend.
(…)
Door de woonruimte gecombineerd met zorg- en dienstverlening aan te bieden, biedt verhuurder de mogelijkheid aan cliënt / huurder om met deze zorg- en dienstverlening zelfstandig te wonen.
Huurder heeft zorg- en dienstverlening nodig in het dagelijkse leven. In verband met landelijke ontwikkelingen zal deze zorg- en dienstverlening geregeld worden in een aparte met verhuurder ondertekende overeenkomst zorg- en dienstverlening, zie bijlage 2.
(…)
In de relatie tussen huurder en verhuurder zal het zorgelement overheersend zijn. De zorg- en dienstverlening door verhuurder en het in huur geven van de woonruimte zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. De onderhuurovereenkomst zal derhalve worden beëindigd wanneer de overeenkomst zorg- en dienstverlening eindigt.
(…)
Huurder onderschrijft de redelijkheid van bovenstaande en is bereid het gehuurde onder deze voorwaarden te huren. (…).”
2.6.
In de beginperiode van de begeleiding door perMens ging het goed met [gedaagde] . De problemen waar hij tegenaan liep werden samen met zijn begeleider opgelost. De begeleiding door perMens heeft zich vooral gericht op het beheren van de administratie en de financiën, het inrichten van de woning en het verkrijgen en behouden van dagbesteding.
2.7.
perMens ontvangt sinds juli 2021 klachten van omwonenden, onder wie de onderbuurman van [gedaagde] , over door [gedaagde] veroorzaakte overlast. De klachten gaan er over dat verslaafde personen zich ophouden in of rond de woning en over geluidsoverlast (in de nachtelijke uren).
2.8.
Op 12 juli 2021 is een medewerker van Rochdale met de wijkagent op bezoek geweest bij [gedaagde] . Bij brief van 13 juli 2021 heeft Rochdale, voor zover van belang, het volgende geschreven aan [gedaagde] :

Samenvatting gesprek
Tijdens het gesprek confronteerden wij u met de overlast van het bezoek dat u ontvangt. De bezoekers maken in de nachtelijke uren veel lawaai en zij lijken onder in vloed te zijn. De groep mannen die een week eerder aangetroffen zijn, zijn vrienden van u. Verder noemt u alle Senegalezen en Gambianen familie. Wij hebben met u vastgesteld dat dit geen echte familie is en wij twijfelen eraan of deze mensen oprecht voor willen zorgen, of dat zij misbruik van uw woning maken.
Wij hadden net afspraken met u gemaakt over het gebruik van de woning. Tijdens het gesprek ontdekten wij dat er iemand verstopt zat op uw balkon. Hiermee is het vertrouwen in het naleven van de afspraak ogenblikkelijk ernstig geschaad.
Tijdens het gesprek kwam uw begeleider (…) binnen. Wij hebben alle drie aangegeven dat wij u willen helpen met het buiten de deur houden van ongenode gasten. De groep mensen die bij u logeert maakt misbruik van u.
Op dit moment kunnen wij u nog helpen. Als u zich niet aan onderstaande afspraken houdt, dan loopt u het risico dat wij u niet meer kunnen helpen. Dit kan ervoor zorgen dat u de woning moet verlaten.
Gemaakte afspraken:
  • Hou gebruikers en ongenode gasten buiten de deur;
  • Verzoek hen, wanneer zij ongevraagd aan de deur staan, weg te gaan;
  • Als zij niet vertrekken, belt u direct de politie via 0900-8844;
  • U laat geen mensen meer in de woning logeren;
o
Uw kinderen zijn hierop een uitzondering.
-
Gebruikers weert u uit de woning.
(…) Als u bovenstaande afspraken niet strikt naleeft, kan het ertoe leiden dat u niet meer in de woning kan blijven wonen. (…)
2.9.
Op 13 september 2021 zijn de medewerker van Rochdale, de wijkagent en de ambulant begeleider van [gedaagde] opnieuw bij hem op bezoek geweest om de meldingen van overlast die Rochdale heeft ontvangen (geluidsoverlast van mensen die in de woning overnachten) met hem te bespreken. Met [gedaagde] is onder meer afgesproken dat hij geen mensen meer bij hem mag laten overnachten en bezoekers tot 22.00 uur welkom zijn. Op 16 september 2021 heeft Rochdale aan [gedaagde] een brief gestuurd waarin de afspraken zijn opgesomd en aan [gedaagde] is meegedeeld dat als hij de afspraken schendt, Rochdale zal overwegen om maatregelen zal treffen die kunnen leiden tot ontruiming van de woning.
2.10.
Bij e-mail van 3 november 2021 heeft de wijkagent de ambulant begeleider en de medewerker van Rochdale bericht dat het niet goed gaat op de woning van [gedaagde] , dat onlangs een ruit bij [gedaagde] en bij zijn onderbuurman met een steen zijn ingegooid, en dat buren erg angstig zijn.
2.11.
Bij e-mail van 12 november 2021 heeft de wijkagent de ambulant begeleider en de medewerker van Rochdale een mutatierapport van de politie toegestuurd. Uit dat rapport volgt dat de politie op 10 november 2021 bij de woning van [gedaagde] is langs geweest in verband met een ruzie tussen [gedaagde] en een persoon die hij tegen betaling in de woning heeft laten slapen.
2.12.
Bij brief van 7 december 2021 heeft perMens de begeleidingsovereenkomst met [gedaagde] opgezegd tegen 1 maart 2021. In deze brief staat, voor zover van belang, het volgende:

De reden hiervoor is dat woningbouwcorporatie Rochdale meldingen van overlastklachten veroorzaakt door u en uw bezoek, van mede pand bewoners blijft ontvangen. We kunnen niet langer de verantwoordelijkheid nemen gezien de aanhoudende escalaties zoals de ruiten ingooien bij uzelf en bij de buren en de bedreiging van de buren door uw bezoek. (…)
2.13.
Op 7 december 2021 is [gedaagde] , na bespreking van zijn situatie bij de Veldtafel (het overleg tussen de samenwerkende opvangorganisaties in Amsterdam) op de wachtlijst geplaatst voor een plek in een 24-uursopvanglocatie van HvO Querido.
2.14.
Bij e-mail van 5 februari 2022 heeft de wijkagent de ambulant begeleider en de medewerker van Rochdale bericht dat de politie op 4 februari 2022 vanwege een vechtpartij is langs gegaan bij de woning van [gedaagde] . In dit e-mailbericht staat verder dat de politie drie personen, onder wie [gedaagde] , heeft aangetroffen van wie er één heeft verklaard tegen betaling in de woning van [gedaagde] te hebben geslapen.
2.15.
Bij e-mail van 7 februari 2022 heeft de advocaat van perMens aan de advocaat van [gedaagde] gevraagd of [gedaagde] de woning per 1 maart 2022 vrijwillig zal verlaten. Bij e-mail van 22 februari 2022 heeft de advocaat van [gedaagde] gereageerd en geschreven dat [gedaagde] de woning zal verlaten indien voor hem een andere woning beschikbaar is. Bij e-mail van 25 februari 2022 heeft de advocaat van perMens geantwoord dat perMens zich ervoor zal inspannen om een plek te kunnen garanderen, maar dat zij nog geen toezegging heeft ontvangen van een opvanglocatie. De advocaat van [gedaagde] heeft bij email van 28 februari 2022 daarop laten weten dat [gedaagde] de woning per 1 maart 2022 niet zal verlaten.
2.16.
[gedaagde] heeft drie verklaringen in het geding gebracht van omwonenden van de woning, waarin, samengevat, staat dat zij nooit overlast hebben gehad van [gedaagde] en dat hij een vriendelijke man is.

3.Het geschil

3.1.
PerMens vordert samengevat - [gedaagde] te veroordelen:
I. om op straffe van een dwangsom de woning te ontruimen en ontruimd te houden, bij gebreke waarvan perMens wordt gemachtigd de ontruiming zelf te bewerkstelligen zo nodig met behulp van de sterke arm en op kosten van [gedaagde] ;
II. tot betaling € 652,38 per maand tot aan de dag van de ontruiming;
III. in de proces- en nakosten, beide vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
perMens stelt hiertoe het volgende. Uitsluitend in het kader van de zorgverlening en begeleiding door perMens heeft [gedaagde] de woning toebedeeld gekregen. In de tussen partijen gesloten overeenkomst staat vermeld dat de zorgverlening het overheersende element is. Vanwege de twee elementen, begeleiding en bewoning, is sprake van een gemengde overeenkomst. [gedaagde] komt daarom geen beroep op huurbescherming toe. Aanvankelijk ging het heel goed met [gedaagde] . Dit is volledig omgeslagen in de zomer van 2021. Sindsdien klagen omwonenden over geluids- en drugsgerelateerde overlast vanuit of rondom de woning. [gedaagde] laat in strijd met de afspraken met perMens over het alleengebruik van de woning geregeld mensen in de woning verblijven. Dit alleengebruik is noodzakelijk voor de beoordeling of [gedaagde] in staat is zelfstandig te wonen. De overlastmeldingen houden aan en zijn van dien aard dat perMens niet langer de verantwoordelijkheid kan nemen voor het gedrag van [gedaagde] . perMens heeft [gedaagde] tevergeefs gewaarschuwd dat als de overlast niet zou stoppen, hij de woning zal moeten verlaten. Ook interventie door de politie heeft niet geholpen. perMens heeft de begeleidingsovereenkomst opgezegd tegen 1 maart 2022. Daarmee is ook de huurovereenkomst per die datum geïndigd. perMens zal zich ervoor inspannen om een alternatieve plek voor [gedaagde] te vinden.
3.3.
[gedaagde] heeft als volgt verweer gevoerd. Er is contractueel wel afgesproken dat het zorgelement in de overeenkomst overheerst, maar feitelijk gezien overheerst het huurelement. De zorg en/of begeleiding is minimaal en bovendien ernstig tekortgeschoten. Omdat perMens niet voldoende zorg heeft geleverd is sprake van een huurovereenkomst en komt [gedaagde] een beroep op huurbescherming toe. [gedaagde] is een kwetsbare man van 65 jaar oud, die verstandelijk zeer beperkt is. Hij kan slechts beperkt voor zichzelf zorgen en heeft meer zorg en/of begeleiding nodig. [gedaagde] betreurt de overlastmeldingen en wil deze graag voorkomen. Hij wil eraan werken om de mensen die voor problemen zorgen buiten de woning te houden. Dit is voor hem lastig en hij heeft hierbij begeleiding nodig. Aanvankelijk ging het heel goed. In juli 2021 is de overlast begonnen, maar perMens heeft de zorg toen niet opgeschroefd. perMens schiet derhalve tekort in de zorg die ze verplicht is om aan [gedaagde] te leveren. [gedaagde] heeft persoonlijke omstandigheden die ontruiming van de woning niet rechtvaardigen. Hij heeft suikerziekte en moet in de ochtend en avond insuline prikken. Als [gedaagde] geen insuline inneemt, gaat hij dood. De insuline van [gedaagde] moet worden bewaard in de koelkast. Bij een opvanglocatie zal hij niet over een eigen koelkast kunnen beschikken.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In een kort geding is een vordering tot ontruiming slechts toewijsbaar indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering eveneens toewijst en indien van de eisende partij niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
4.2.
De tussen partijen gesloten onderhuurovereenkomst en de als bijlage aan die overeenkomst gehechte overeenkomst van zorg- en dienstverlening vormen een gemengde overeenkomst. Deze overeenkomsten kunnen niet los van elkaar worden gezien en dienen als één geheel van samenhangende verbintenissen te worden beschouwd, waarbij de afspraken omtrent de begeleiding naar zelfstandig wonen de essentie van de rechtsverhouding tussen perMens en [gedaagde] vormen. De woning is door perMens aan [gedaagde] buiten de reguliere woonruimteverdeling om verhuurd om het gezamenlijke doel van partijen, het zelfstandig bewonen van de woning door [gedaagde] , te kunnen bereiken. In de onderhuurovereenkomst staat nadrukkelijk dat [gedaagde] zorg- en hulpverlening nodig heeft, die is verbonden aan het in huur geven van de woning en dat de onderhuurovereenkomst wordt beëindigd wanneer de overeenkomst van zorg- en dienstverlening eindigt. Het voorgaande betekent dat [gedaagde] zich niet kan beroepen op huurbescherming en dat opzegging van de begeleidingsovereenkomst door perMens ook tot gevolg heeft dat de onderhuurovereenkomst eindigt.
4.3.
De woning waarin [gedaagde] woont is een zogenaamde omklapwoning. De woning wordt verhuurd met het oog op de zorg of dienstverlening en is een middel om het doel (zelfstandig wonen) te kunnen bereiken. Als [gedaagde] laat zien dat hij zelfstandig kan wonen, wordt de tussen perMens en Rochdale gesloten huurovereenkomst omgezet op naam van [gedaagde] (‘omgeklapt’ naar rechtstreekse verhuur). Een omklapwoning is de laatste fase van een begeleidingstraject uit de maatschappelijke opvang en begeleid wonen naar zelfstandig wonen.
4.4.
Uit hetgeen partijen hebben aangevoerd en aan stukken hebben overgelegd, is gebleken dat het zorgaanbod van perMens voor een omklapwoning niet meer aansluit bij de zorg die [gedaagde] nodig heeft. Het lukt hem niet om mensen die daar niets te zoeken hebben, uit de woning te weren. [gedaagde] vindt zelf ook dat hij hierbij meer zorg nodig heeft. Het lijkt erop dat hoe meer zelfstandigheid [gedaagde] krijgt, hoe moeilijker het voor hem wordt. Duidelijk is geworden dat hij sinds juli 2021 een stap terug heeft gedaan op de weg naar zelfstandigheid. Het verweer van [gedaagde] dat perMens hem onvoldoende heeft begeleid, gaat niet op. Na de eerste overlastmeldingen in juli 2021 zijn de ambulant begeleider van perMens met een medewerker van Rochdale en de wijkagent bij [gedaagde] langsgegaan. Ook in september 2021 zijn zij opnieuw bij [gedaagde] langs geweest om de overlastproblematiek te bespreken. Gelet op het karakter van een omklapwoning, hoeft van perMens niet te worden verwacht dat zij [gedaagde] een langdurig en intensief begeleidingstraject aanbiedt.
4.5.
Voorshands is voldoende aannemelijk dat [gedaagde] (en zijn bezoek) overlast en hinder heeft veroorzaakt aan andere omwonenden. Aan de door hem in het geding gebrachte verklaringen die dit tegenspreken wordt minder waarde gehecht dan aan de door perMens overgelegde mutatierapporten van de politie en de verklaring van de wijkagent ter zitting. Het onvermogen van [gedaagde] om de overlast te stoppen en mensen uit de woning te weren, staat aan voortzetting van de tussen partijen gesloten overeenkomst van zorg- en dienstverlening in de huidige vorm in de weg. Voorshands wordt geoordeeld dat perMens die overeenkomst terecht heeft opgezegd tegen 1 maart 2022. Dat betekent dat ook de onderhuurovereenkomst per die datum is geëindigd.
4.6.
Bij deze stand van zaken is voldoende aannemelijk dat de bodemrechter een vordering tot ontruiming zal toewijzen. De gevraagde voorziening zal dan ook worden toegewezen, met dien verstande dat de ontruimingsdatum op uiterlijk 1 juni 2022 wordt bepaald. Daarbij is meegewogen het belang van perMens om op korte termijn over de woning te kunnen beschikken om die aan iemand die zij begeleidt beschikbaar te stellen, en ook het belang van [gedaagde] om, al dan niet met behulp van perMens, alternatieve woonruimte of noodopvang te kunnen zoeken.
4.7.
Aan de veroordeling zal een dwangsom worden verbonden. perMens heeft er belang bij dat [gedaagde] een prikkel heeft tot nakoming van dit vonnis. [gedaagde] zal geen nadeel ondervinden van de dwangsom als hij de woning ‘vrijwillig’ verlaat. Wel zal de dwangsom worden gemaximeerd.
4.8.
perMens vordert ook betaling van [gedaagde] van € 652,38 per maand tot en met de dag dat hij de woning daadwerkelijk heeft verlaten. Deze vordering is door [gedaagde] niet weersproken en zal dus ook worden toegewezen.
4.9.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van perMens worden begroot op € 125,03 aan dagvaardingskosten, € 676,00 aan griffierecht en € 1.016,00 aan salaris advocaat. De nakosten en de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing gemeld.
4.10.
De veroordelingen worden uitgesproken tegen de bewindvoerder, maar kunnen ook tegen [gedaagde] worden tenuitvoergelegd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de bewindvoerder ( [gedaagde] ) om na betekening van dit vonnis uiterlijk op 1 juni 2022 de woning aan de [adres] met de zijnen en het zijne te ontruimen en te verlaten, en door afgifte van de sleutels en in behoorlijke staat ter vrije en algehele beschikking van perMens te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 ev. jo 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan waarop niet aan deze veroordeling wordt voldaan, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt,
5.2.
veroordeelt de bewindvoerder om, indien hij niet vrijwillig aan deze veroordeling tot ontruiming voldoet en perMens de ontruiming met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder bewerkstelligt, aan perMens de kosten van de ontruiming te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van ontruiming,
5.3.
veroordeelt de bewindvoerder tot betaling van € 652,38 per maand (inclusief servicekosten) tot en met de dag dat [gedaagde] de woning heeft verlaten of daaruit wordt ontruimd,
5.4.
veroordeelt de bewindvoerder in de proceskosten, aan de zijde van perMens tot op heden begroot op € 1.817,03, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.5.
veroordeelt de bewindvoerder in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MvG