In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in een bodemzaak betreffende de aanmaning tot betaling van afvalstoffenheffing aan eiser, die in Amsterdam woont. De invorderingsambtenaar van de gemeente Amsterdam had eiser op 19 oktober 2020 aangemaand tot betaling van de afvalstoffenheffing voor het jaar 2020, waarbij € 7,- aan aanmaningskosten in rekening was gebracht. Eiser had eerder verzocht om kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen, maar dit verzoek viel buiten de procedure van de aanmaning. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser op 21 december 2021 niet is verschenen op de zitting, ondanks dat hij op correcte wijze was uitgenodigd. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard, omdat er geen aanleiding was om te oordelen dat eiser ten onrechte was aangemaand tot betaling van de afvalstoffenheffing. Eiser had eerder administratief beroep ingesteld tegen een besluit over kwijtschelding, maar dit was ongegrond verklaard. De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling of vergoeding van griffiegeld toegewezen. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.