Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
12 april 2022. Verdachte was daarbij niet aanwezig.
2.Tenlastelegging
3.Geldigheid van de dagvaarding
4.Beslissing
dagvaarding nietig.
Rechtbank Amsterdam
Op 12 april 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, die niet aanwezig was tijdens de zitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van de standpunten van de officier van justitie, mr. R. Leuven, en de raadsman van de verdachte, mr. J.F. van der Brugge. De verdachte was beschuldigd van openlijk geweld tegen een persoon, [slachtoffer], op 7 januari 2022 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte verschillende gewelddadige handelingen, waaronder het vastpakken, duwen, slaan en schoppen van het slachtoffer.
Tijdens het onderzoek ter terechtzitting bleek dat de dagvaarding niet op de juiste wijze was betekend. De dagvaarding was gepoogd te betekenen op een adres waar de verdachte niet meer verbleef, terwijl hij op dat moment een ander adres had opgegeven. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet op de hoogte was van de zitting, aangezien er geen dagvaarding naar zijn actuele woonadres was verzonden. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden, omdat de verdachte niet op de hoogte was van de rechtszitting en zijn recht op verdediging niet gewaarborgd was.
De rechtbank heeft derhalve besloten de dagvaarding nietig te verklaren, wat betekent dat de strafzaak niet verder kan worden behandeld totdat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier.