ECLI:NL:RBAMS:2022:2374

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 april 2022
Publicatiedatum
2 mei 2022
Zaaknummer
13/006822-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Nietigheid van de dagvaarding wegens onjuiste betekening op het adres van de verdachte

Op 12 april 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, die niet aanwezig was tijdens de zitting. De rechtbank heeft kennisgenomen van de standpunten van de officier van justitie, mr. R. Leuven, en de raadsman van de verdachte, mr. J.F. van der Brugge. De verdachte was beschuldigd van openlijk geweld tegen een persoon, [slachtoffer], op 7 januari 2022 te Amsterdam. De tenlastelegging omvatte verschillende gewelddadige handelingen, waaronder het vastpakken, duwen, slaan en schoppen van het slachtoffer.

Tijdens het onderzoek ter terechtzitting bleek dat de dagvaarding niet op de juiste wijze was betekend. De dagvaarding was gepoogd te betekenen op een adres waar de verdachte niet meer verbleef, terwijl hij op dat moment een ander adres had opgegeven. Dit leidde tot de conclusie dat de verdachte niet op de hoogte was van de zitting, aangezien er geen dagvaarding naar zijn actuele woonadres was verzonden. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding nietig verklaard moest worden, omdat de verdachte niet op de hoogte was van de rechtszitting en zijn recht op verdediging niet gewaarborgd was.

De rechtbank heeft derhalve besloten de dagvaarding nietig te verklaren, wat betekent dat de strafzaak niet verder kan worden behandeld totdat de dagvaarding op de juiste wijze is betekend. Dit vonnis is uitgesproken door de meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/006822-22
Datum uitspraak: 12 april 2022
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [geboorteland] ) op [geboortedag] 1987,
verblijvende op het adres [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van
12 april 2022. Verdachte was daarbij niet aanwezig.
De rechtbank heeft kennisgenomen van wat de officier van justitie mr. R. Leuven van wat de raadsman van verdachte mr. J.F. van der Brugge, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 7 januari 2022 te Amsterdam, althans in Nederland, openlijk, te weten aan/op het Oudekerksplein te Amsterdam, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer] , door:
- voornoemde [slachtoffer] (met kracht) vast te pakken en/of vast te grijpen en/of (met kracht) te duwen en/of te trekken, ten gevolge waarvan [slachtoffer] tegen een afvalbak aanviel, en/of
- voornoemde [slachtoffer] (meermalen) met (gebalde) vuist(en) op/tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam te slaan, en/of
- voornoemde [slachtoffer] (meermalen) tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam te schoppen en/of te trappen, en/of
- ( terwijl die [slachtoffer] was weggerend) die [slachtoffer] achter na te rennen en hem opnieuw (met kracht) vast te pakken en/of vast te grijpen en/of (vervolgens) opnieuw met (gebalde) vuist(en) op/tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam te slaan en/of tegen het gezicht/hoofd en/of het lichaam te schoppen en/of te trappen.

3.Geldigheid van de dagvaarding

Uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding niet op de bij de wet voorgeschreven wijze is betekend. Op 26 maart 2022 is gepoogd de dagvaarding uit te reiken op het adres [adres 2] . Volgens de akte van uitreiking verblijft verdachte niet (meer) op dit adres, als gevolg waarvan een OM-betekening heeft plaatsgevonden. Uit de SKDB-staat blijkt echter dat verdachte met ingang van 3 maart 2022 het [adres 1] als woon- of verblijfplaats heeft opgegeven. Nu er geen (afschrift van de) dagvaarding naar dit adres is verzonden, verdachte niet ter terechtzitting is verschenen en zijn raadsman ook niet weet of verdachte op de hoogte is van de zitting, dient de dagvaarding nietig te worden verklaard.

4.Beslissing

De rechtbank komt op grond hiervan tot de volgende beslissing.
Verklaart de
dagvaarding nietig.
Dit vonnis is gewezen door
mr. Ch.A. van Dijk, voorzitter,
mrs. A.R.P.J. Davids en A. Das, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. I. van Heusden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 12 april 2022.