Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.Strafbaarheid van de feiten
7.Strafbaarheid van verdachte
8.Motivering van de straffen
d.d. 19 januari 2022, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld. Hij zal dan ook worden aangemerkt als first offender.
- rapport van de Raad opgemaakt op 28 februari 2022;
- de tussentijdse evaluatie van JBRA opgemaakt op 7 januari 2022;
- Psychologisch Pro Justitia rapport opgemaakt door dr. S.L. van Woerden, GZ-psycholoog, op 12 juni 2021.
psycholoogkomt tot de volgende conclusie.
De ten laste gelegde feiten kunnen verdachte volledig worden toegerekend. Op basis van de domeinen vanuit dit risicotaxatie-instrument, komt een laag risico naar voren voor het plegen van nieuwe algemene, maar ook specifieke gewelddadige recidive. Samenvattend kan worden gesteld dat er bij verdachte sprake is van vrijwel geen risicofactoren en juist veel beschermende factoren. Verdachte lijkt daarnaast over voldoende kwaliteiten binnen zichzelf en zijn omgeving te beschikken om voor zijn ontwikkeling goede keuzes te maken. De huidige verdenking lijkt de eerste hobbel in de ontwikkelgeschiedenis van verdachte en zijn gezin. Er worden dan ook geen grote zorgen op leefgebieden gezien die behandeling behoeven. Wel zou ondersteuning aan zijn ouders zinvol kunnen zijn, specifiek gericht op het stellen van passende kaders en toezicht waarin voldoende ruimte is (passend bij de leeftijd en mogelijkheden van verdachte) voor zijn autonomie en identiteitsontwikkeling.
Gezien de afwezigheid van een ziekelijke stoornis of achterstand in de ontwikkeling en het volledig toerekenbaar zijn, zijn er geen gronden om een advies voor begeleiding en/of behandeling in een strafrechtelijk kader uit te brengen.
de Raadgepersisteerd bij het ingediende strafadvies. Het advies is om aan verdachte een deels voorwaardelijke jeugddetentie op te leggen. Er is een positief beeld over verdachte, maar er zijn wel zorgen over zijn proceshouding en hoe hij hierin verzeild is geraakt. Het is daarom van belang dat jeugdreclassering nog een tijdje betrokken blijft. Er kan dan een delictanalyse plaatsvinden en tevens kan de overgang naar een nieuwe school gemonitord worden.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
227 (tweehonderd zevenentwintig dagen).
nietzal worden ten uitvoer gelegd, tenzij later anders wordt gelast.
- dat veroordeelde meewerkt aan een delictanalyse;
- dat veroordeelde meewerkt aan het behouden van een zinvolle dagbesteding in de vorm van een opleiding en/of werk;
- dat veroordeelde meewerkt aan systeemgerichte hulp, indien de jeugdreclassering dit nodig acht;
- dat veroordeelde op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met zijn medeverdachten [medeverdachte 1] , geboren op [geboortedag medeverdachte 1] 2004, [medeverdachte 3] , geboren op [geboortedag medeverdachte 3] 2004, [medeverdachte 4] , geboren op [geboortedag medeverdachte 4] 2003, [medeverdachte 2] , geboren op [geboortedag medeverdachte 2] 2006, [medeverdachte 6] , geboren op [geboortedatum medeverdachte 6] 2004 en [medeverdachte 7] , geboren op [geboortedag medeverdachte 7] 2004;
- zich houdt aan de aanwijzingen en meewerkt met de begeleiding vanuit de jeugdreclassering.
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit zijn medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- zijn medewerking zal verlenen aan het door de jeugdreclassering te houden toezicht, bedoeld in artikel 77aa, eerste tot en met het vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen.
Jeugdbescherming Regio Amsterdamtot het houden van toezicht op de naleving van voormelde voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
werkstraf voor de duur van 120 (honderdtwintig) uren.