Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
the Darabani Court of Law, Botosani county(Roemenië) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
Rechtbank Amsterdam
Op 31 maart 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW) van de officier van justitie. Deze vordering, ingediend op 23 maart 2021, betreft de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 16 juli 2020 door de Roemeense autoriteiten is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in Roemenië in 1981, was niet aanwezig tijdens de zittingen, maar werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. P.D. Popescu, en later door mr. A. Petrescu. Tijdens de behandeling op 16 februari 2022 werd het onderzoek geschorst vanwege de uitvaardiging van een nieuw EAB.
Bij de voortzetting van de zitting op 31 maart 2022, was de officier van justitie, C.L.E. McGivern, aanwezig. De rechtbank constateerde dat de termijn van 90 dagen voor het beslissen op het overleveringsverzoek was verstreken, waardoor de rechtbank niet meer kon beslissen. De officier van justitie stelde dat zij niet-ontvankelijk verklaard moest worden in haar vordering, omdat het EAB was ingetrokken. De rechtbank volgde deze conclusie en verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk in haar vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
De uitspraak werd gedaan door mr. O.P.M. Fruytier, voorzitter, en mrs. M.E.M. James-Pater en D. Segbedzi, rechters, in aanwezigheid van griffier mr. F.A. Potters. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, OLW.