In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in Duitsland, beroep ingesteld tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) waarin werd vastgesteld dat zij per 11 november 2020 arbeidsgeschikt was. Eiseres ontving eerder een Ziektewetuitkering en later een WAZO-uitkering, maar betwistte de hoogte van de uitbetaalde bedragen. De rechtbank Amsterdam heeft op 28 januari 2022 uitspraak gedaan in deze enkelvoudige kamerzaak (zaaknummer AMS 21/2206). De rechtbank oordeelde dat de hoogte van de uitbetaalde bedragen niet ter beoordeling stond in deze procedure, maar enkel de arbeidsgeschiktheid van eiseres per de genoemde datum. Eiseres had geen andere gronden aangevoerd die de rechtbank tot een ander oordeel konden brengen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiseres geen gelijk kreeg. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffiegeld. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.